On Track 4 Unit 1 - Ahead of the game

endurance sports

uithoudingssporten

athletics

atletiek

running

lopen

cycling

wielrennen

rowing

roeien

swimming

zwemmen

ball sports

balsporten

basketball

basketbal

football (BrE) / soccer (AmE)

voetbal

American football

American football

handball

handbal

volleyball

volleybal

hockey

hockey

lacrosse

lacrosse

polo

polo

water polo

waterpolo

squash

squash

rugby

rugby

skating sports

schaatssporten

roller blading

rolschaatsen

figure skating

kunstschaatsen

ice hockey

ijshockey

speed skating

wedstrijdschaatsen, snelschaatsen

roller derby

roller derby

strength sports

krachtsporten

wrestling

worstelen

weightlifting

gewichtheffen

tug of war

touwtrekken

boxing

boksen

table sports

tafelsporten

billiards

biljart

snooker

snooker

table tennis

tafeltennis

target sports

sporten waarbij je moet mikken

archery

boogschieten

boules

petanque

animal sports

sporten met dieren

horse racing

paardrijden

rodeo

rodeo

equipment

uitrusting

(baseball) bat

(honkbal)knuppel

(hockey) stick

(hockey)stick

(tennis) racket

(tennis)racket

(golf) club

(golf)club

(knee) pads

(knie)beschermers

helmet

helm

puck

puck

mouth guard

bitje

dumbbells

halters

cone

kegel, potje

basket

basketbaldoel

whistle

fluitje

shuttlecock

pluimpje

shin guard

scheenbeschermer

shoes with cleats

schoenen met noppen

sports locations

sportlocaties

rink

ijsbaan

(tennis) court

(tennis)terrein

field

veld (hockey, lacrosse)

(athletics) track

(atletiek)piste

lanes

banen

course

golfbaan

ring

boksring

people in sports

mensen in sport

athlete

atleet

coach

coach

cyclist

fietser

gymnast

turner

player

speler

racer

wielrenner

referee

scheidsrechter

rider

ruiter

umpire

scheidsrechter (bij tennis en honkbal)

neck and neck

nek aan nek

the ball is in your court

de bal ligt in jouw kamp

to be on a winning streak

aan de winnende hand zijn

to be out of someone's league

iemand niet kunnen krijgen

to be saved by the bell

net op tijd gered worden

to come out of left field

de bal misslaan

to give something your best shot

je uiterste best doen

to go to bat for someone

iemand verdedigen

to have the upper hand

de beste kans hebben om te winnen

to hit below the belt

iemand onder de gordel raken

to keep your head above water

je hoofd boven water houden

to level the playing field / a level playing field

zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft / met dezelfde wapens kan strijden

to play by the rules

volgens de regels spelen

to step up to the plate

verantwoordelijkheid opnemen

to take the bull by the horns

de koe bij de horens vatten

to throw in the towel

de handdoek in de ring gooien, opgeven

idioms

uitdrukkingen