1/25
Flashcards over het klimaat, de atmosfeer, en meteorologische verschijnselen.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Atmosfeer
Een omhulsel van gas/lucht om een hemellichaam; rond de aarde ook wel dampkring genoemd.
Troposfeer
De laag van de atmosfeer waar weersverschijnselen voorkomen.
Stratosfeer
De laag van de atmosfeer waar de ozonlaag zich bevindt.
Meteorologie
De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de dampkring (atmosfeer).
Klimatologie
De leer van het klimaat of de wetenschap die het klimaat bestudeert.
Klimaat
De gemiddelde toestand van de dampkring, berekend over een reeks van jaren (30 jaren of meer).
Weer
De toestand van de dampkring op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.
Klimaatsfactoren
Delen die het klimaat mee helpen bepalen, zoals temperatuur, luchtdruk, en neerslag.
Temperatuur
Wordt gemeten met een thermometer en wordt in graden Celsius uitgedrukt.
Minimum / Depressie / Barometer Minimum (-)
Een gebied met lage luchtdruk.
Maximum / Compressie / Barometer Maximum (+)
Een gebied met hoge luchtdruk.
Wet van Buys Ballot
De wind waait altijd van een maximumgebied naar een minimumgebied en maakt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links.
Passaten
Constant waaiende winden uit één bepaalde richting; bijv. de Noordoostpassaat (N.O.P.) en de Zuidoostpassaat (Z.O.P.).
Wind
Lucht in horizontale beweging, veroorzaakt door verschil in verwarming op aarde.
Verdamping
De overgang van water (vloeistof) naar gas of damp.
Condensatie
De overgang van gas naar water (vloeistof).
Verzadiging
Wanneer de lucht genoeg waterdamp heeft en geen waterdamp meer kan opnemen.
Kringloop van het water
Het verdampen van water, opstijgen van lucht met waterdamp, afkoeling, condensatie, wolkenvorming en neerslag.
Stuwingsregen / Reliëfregen
Regen veroorzaakt doordat wind tegen een gebergte opbotst en stijgt, waardoor de lucht afkoelt en condenseert.
Loefzijde / Regenzijde
De kant van de berg waar het regent.
Lijzijde / Regenschaduw
De kant van de berg waar weinig neerslag valt, vaak met savannen en woestijnen.
Stijgingsregen / Convectieregen / Zenithale regen
Regen veroorzaakt doordat de zon het aardoppervlak verwarmt, waardoor warme lucht met waterdamp opstijgt, afkoelt en condenseert.
Sibi-Boesi
Een zware onweersbui met grote windsnelheden en windkracht, vaak aan het eind van de regentijd.
Lokale winden / Plaatselijke winden
Winden die voorkomen in het kustgebied, veroorzaakt door temperatuurverschillen tussen land en zee.
Zeewind / Aanlandige wind
Wind die overdag van zee naar land waait, doordat het land sneller opwarmt dan de zee.
Landwind / Aflandige wind
Wind die 's nachts van land naar zee waait, doordat de zee de warmte langer vasthoudt dan het land.