bio afweer

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/242

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

243 Terms

1
New cards

Wat is een besmetting?

Het overdragen van ziektekiemen van besmette naar niet-besmette personen of voorwerpen.

2
New cards

Wat zijn manieren van rechtstreekse besmetting?

direct contact: uitgeademde druppels, speeksel, seksuele omgang.

3
New cards

Wat zijn manieren van onrechtstreekse besmetting?

Besmet voedsel, drinkwater, voorwerpen of transmissie via insecten.

4
New cards

Wanneer leidt besmetting tot ziekte?

Als er invasie én infectie optreedt

5
New cards

Wat betekent invasie?

Het binnendringen van ziektekiemen in het lichaam.

6
New cards

Wat betekent infectie?

De vermenigvuldiging van binnengedrongen ziektekiemen

7
New cards

Wat is de incubatietijd?

De tijd tussen besmetting en het verschijnen van symptomen.

8
New cards

Waarom ontstaat koorts bij infecties?

Koorts versnelt afweerreacties en remt de vermenigvuldiging van ziekteverwekkers.

9
New cards

Hoe noemen we ziekteverwekkers?

Pathogenen: virussen, bacteriën, schimmels, parasieten.

10
New cards

Wat is de functie van het immuunsysteem?

Binnendringen van vreemde stoffen voorkomen & binnengedrongen pathogenen vernietigen.

11
New cards

Wat betekent ‘immune’ (Latijn)?

Veilig

12
New cards

Welke soorten infecties kan het immuunsysteem bestrijden?

  • Virale infecties (griep, corona, verkoudheid…)

  • Bacteriële infecties (kinkhoest, longontsteking…)

  • Schimmelinfecties (spruw, zwemmerseczeem)

  • Parasitaire infecties (malaria, lintworm)

13
New cards

Welke soorten infecties kan het immuunsysteem bestrijden?

Virale, bacteriële, schimmel- en parasitaire infecties.

14
New cards

Wat is een virale infectie?

Een infectie veroorzaakt door een virus dat cellen binnendringt en zich daarin vermenigvuldigt.

15
New cards

Geef voorbeelden van virale infecties.

Griep, corona (COVID-19), verkoudheid, kinderverlamming, virale hersenvliesontsteking.

16
New cards

Wat is COVID-19 (coronavirus)?

Een virale infectie veroorzaakt door het SARS-CoV-2-virus.

17
New cards

Wat is een parasitaire infectie?

Een infectie veroorzaakt door parasieten die leven op of in de mens en voedingsstoffen gebruiken.

18
New cards

Wat veroorzaakt malaria?

Een eencellige parasiet (Plasmodium) die wordt overgebracht door malariamuggen.

19
New cards

Wat is een lintworm?

Een parasitaire worm die in de darmen leeft en voedingsstoffen van de gastheer opneemt.

20
New cards

Waarom kan het immuunsysteem deze infecties vaak overwinnen?

Omdat het lichaam pathogenen kan herkennen, aanvallen en vernietigen door immuuncellen en afweerreacties.

21
New cards

Wat kan er gebeuren met eigen lichaamscellen?

Ze kunnen afwijkingen vertonen en ontaarden in kankercellen.

22
New cards

Wat doet het immuunsysteem met kankercellen?

Het kan ze herkennen en opruimen.

23
New cards

Welke andere cellen kan het immuunsysteem opruimen?

Beschadigde, geïnfecteerde en dode cellen.

24
New cards

Ruimt het immuunsysteem kankercellen op?

ja, het immuunsysteem vernietigt dagelijks kleine afwijkende cellen zodat ze geen kanker worden.

25
New cards

Waarom gaat kanker niet vanzelf weg?

Soms herkennen immuuncellen de kankercellen niet of werken ze te traag, waardoor de cellen zich kunnen delen en een echte tumor vormen.

26
New cards

Wat gebeurt er als kanker eenmaal is ontstaan?

Het immuunsysteem kan het meestal niet alleen aan; medische behandeling is dan nodig (zoals chemo, operatie, immunotherapie).

27
New cards

Wat is bijzonder aan het hiv-virus?

Het tast het immuunsysteem zelf aan.

28
New cards

Wat veroorzaakt het hiv-virus?

AIDS

29
New cards

Waarvoor staat AIDS?

Acquired Immune Deficiency Syndrome.

30
New cards

Wat betekent “Acquired Immune Deficiency Syndrome”?

Verworven afweerdeficiëntie.

31
New cards

Wat is het gevolg van AIDS voor het lichaam?

Het immuunsysteem faalt → weerloos tegen allerlei infecties.

32
New cards

Waarom is er een risico op afstoting bij orgaantransplantaties?

Het immuunsysteem ziet het transplantaat als lichaamsvreemd.

33
New cards
<p>Waartegen werkt het immuunsysteem behalve tegen pathogenen?</p>

Waartegen werkt het immuunsysteem behalve tegen pathogenen?

tegen lichaamsvreemde cellen van andere personen.

<p>tegen lichaamsvreemde cellen van andere personen.</p>
34
New cards

Op basis waarvan werkt het afweersysteem?

Het onderscheid tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd.

35
New cards

Waarom kan het lichaam dat onderscheid maken?

Omdat elk individu biochemisch uniek is.

36
New cards

Wat veroorzaakt de biochemische uniciteit van cellen?

Aanwezigheid van specifieke glycoproteïnen (MHC-moleculen) in het celmembraan.

<p>Aanwezigheid van <strong>specifieke glycoproteïnen</strong> (MHC-moleculen) in het celmembraan.</p>
37
New cards

Wat zijn MHC-moleculen?

Glycoproteïnen op het celmembraan die het lichaam labelen als “eigen”.

<p>Glycoproteïnen op het celmembraan die het lichaam labelen als “eigen”.</p>
38
New cards

Op welke twee mechanismen steunt het immuunsysteem?

Het aangeboren (niet-specifieke) en het adaptieve (specifieke) afweermechanisme.

<p>Het aangeboren (niet-specifieke) en het adaptieve (specifieke) afweermechanisme.</p>
39
New cards

Welke cellen zijn de belangrijkste agenten van het immuunsysteem?

Witte bloedcellen (leukocyten).

<p>Witte bloedcellen (leukocyten).</p>
40
New cards

Wat is niet-specifieke afweer?

Afweer die werkt tegen alle indringers, zonder onderscheid.

41
New cards

Is niet-specifieke afweer altijd actief?

Ja, het staat altijd paraat.

42
New cards

Wat is een nadeel van niet-specifieke afweer?

Soms onvoldoende om ziekteverwekkers te stoppen.

43
New cards

Wat is specifieke afweer?

Afweer gericht tegen één bepaalde soort pathogeen.

44
New cards

Hoe snel werkt de specifieke afweer?

Het activeren duurt enkele dagen. => dan ben je ziek

45
New cards

Waarom is de specifieke afweer efficiënt?

Ze richt zich heel precies op één ziekteverwekker.

46
New cards

Wat gebeurt er wanneer de specifieke afweer geactiveerd is?

pathogenen worden zeer doelgericht vernietigd.

47
New cards

Wat betekent “immuun worden”?

Minder vatbaar worden voor een infectie door opbouw van immunologisch geheugen.

<p>Minder vatbaar worden voor een infectie door opbouw van immunologisch geheugen.</p>
48
New cards

Wat is immunologisch geheugen?

De mogelijkheid om een bekende ziekteverwekker sneller te herkennen en te bestrijden.

<p>De mogelijkheid om een bekende ziekteverwekker sneller te herkennen en te bestrijden.</p>
49
New cards

Wat gebeurt er als dezelfde ziekteverwekker opnieuw binnenkomt?

Hij wordt sneller en beter opgeruimd → je wordt niet opnieuw ziek.

50
New cards

Wat is het belangrijkste verschil tussen aangeboren en adaptieve afweer?

Aangeboren = snel, algemeen; adaptieve = traag, zeer gericht.

51
New cards

Wat is het verband tussen MHC-moleculen en afstoting?

Grote MHC-verschillen → immuunsysteem ziet het donororgaan als vreemd → afstoting.

52
New cards

Waarom zijn HIV-patiënten vatbaar voor veel ziekten?

HIV vernietigt de witte bloedcellen die nodig zijn voor specifieke afweer.

53
New cards

Hoe herkennen immuuncellen besmette of vreemde cellen?

Aan de hand van de surface markers zoals MHC-moleculen.

54
New cards

Wat vormt de eerste barrière van de niet-specifieke afweer?

De huid en slijmvliezen, die verhinderen dat pathogenen binnendringen.

55
New cards

Wat gebeurt er als pathogenen de huid en slijmvliezen toch passeren?

Ze komen de tweede barrière tegen: bepaalde witte bloedcellen.

56
New cards

Welke rol spelen witte bloedcellen (Macrofagen) in de niet-specifieke afweer?

Ze vernietigen indringers door fagocytose of perforeren geïnfecteerde cellen.

<p>Ze vernietigen indringers door <strong>fagocytose</strong> of perforeren geïnfecteerde cellen.</p>
57
New cards

Wat is fagocytose?

Het opeten en verteren van ziekteverwekkers door fagocyten (witte bloedcellen).

<p>Het <strong>opeten en verteren</strong> van ziekteverwekkers door fagocyten (witte bloedcellen).</p>
58
New cards

Tot welke groep witte bloedcellen behoren macrofagen?

tot de fagocyten (opruimcellen).

<p>tot de <strong>fagocyten</strong> (opruimcellen).</p>
59
New cards

Hoe doden sommige witte bloedcellen geïnfecteerde cellen?

Door celperforatie (gaatjes maken in het celmembraan) zodat ze afsterven.

<p>Door <strong>celperforatie</strong> (gaatjes maken in het celmembraan) zodat ze afsterven.</p>
60
New cards

Welke stoffen worden gebruikt om de niet-specifieke afweer te activeren en te communiceren met de specifieke afweer?

Signaalstoffen (zoals cytokinen).

<p><strong>Signaalstoffen</strong> (zoals cytokinen).</p>
61
New cards

Wat is het doel van deze signaalstoffen?

Het activeren van de tweede barrière en het waarschuwen/activeren van de specifieke afweer.

62
New cards

Wat is de eerste verdedigingslinie van het lichaam tegen pathogenen?

De huid en slijmvliezen.

<p>De huid en slijmvliezen.</p>
63
New cards

Waarom vormt de huid een goede mechanische barrière?

Omdat huidcellen taai zijn en een moeilijk te penetreren pantser vormen.

<p>Omdat huidcellen taai zijn en een moeilijk te penetreren pantser vormen.</p>
64
New cards

Wat gebeurt er als de huid beschadigd is?

Pathogenen kunnen binnendringen, omdat de barrière onderbroken is.

65
New cards

Welke rol speelt talg in de afweer?

Talg maakt de huid licht zuur, waardoor bacteriën moeilijk kunnen overleven.

<p>Talg maakt de huid licht zuur, waardoor bacteriën moeilijk kunnen overleven.</p>
66
New cards

Waarom helpt het dat de huid voortdurend afschilfert?

Micro-organismen kunnen zich minder goed vasthechten.

67
New cards

Hoe helpen de normale huidbacteriën bij de afweer?

Ze nemen plaats in, zodat schadelijke bacteriën zich minder kunnen ontwikkelen.

68
New cards

Wat zijn de kwetsbaarste zones van het lichaam voor infecties?

De lichaamsopeningen.

69
New cards

Wat scheiden slijmvliezen af om bacteriën tegen te houden?

Slijm (mucus) en bacteriedodende stoffen.

70
New cards

Welke rol speelt lysosym?

Het enzym breekt de celwand van bacteriën af → bacteriën barsten open (lysis).

71
New cards

Waar komt lysosym voor?

In speeksel, neussecreet en traanvocht.

72
New cards

Waarom barsten bacteriën open wanneer hun celwand wordt afgebroken?

Ze kunnen de osmotische druk niet meer aan → lysis.

<p>Ze kunnen de osmotische druk niet meer aan → lysis.</p>
73
New cards

Wat gebeurt er met de meeste bacteriën die met voedsel worden ingeslikt?

Ze worden gedood door maagzuur (pH ≈ 2).

<p>Ze worden gedood door maagzuur (pH ≈ 2).</p>
74
New cards
<p>Welke bacterie overleeft het maagzuur wél?</p>

Welke bacterie overleeft het maagzuur wél?

Helicobacter pylori.

<p><strong>Helicobacter pylori</strong>.</p>
75
New cards

Hoe overleeft Helicobacter pylori het maagzuur?

  • Hij is aangepast om zuur te overleven

  • Bezit flagellen → beweegt door het maagslijm

76
New cards

Welke ziekte kan Helicobacter pylori veroorzaken?

Maagzweren (ontsteking van de maagwand).

<p>Maagzweren (ontsteking van de maagwand).</p>
77
New cards

Wat is de rol van de normale darmflora?

Ze onderdrukt de groei van pathogene bacteriën.

78
New cards

Waarom zijn urinewegen goed beschermd?

Urine is zuur en remt bacteriegroei.

79
New cards

Welke bacterie beschermt de vagina?

Lactobacillus vaginalis.

80
New cards

Hoe beschermt Lactobacillus vaginalis de vagina?

Door melkzuur te produceren → lage pH → remt pathogenen.

81
New cards
<p>Tot welk afweersysteem behoren huid en slijmvliezen?</p>

Tot welk afweersysteem behoren huid en slijmvliezen?

tot de niet-specifieke (aangeboren) afweer.

82
New cards

Wat gebeurt er als pathogenen de eerste verdedigingslinies doorbreken?

Gespecialiseerde witte bloedcellen (leukocyten) komen in actie.

83
New cards
<p>Hoe snel reageren fagocyten op een infectie?</p>

Hoe snel reageren fagocyten op een infectie?

Ze reageren zeer snel.

84
New cards

Welke twee soorten leukocyten kunnen fagocytose uitvoeren?

Granulocyten en macrofagen.

85
New cards

Wat zijn fagocyten?

Witte bloedcellen die indringers opslokken en vernietigen via fagocytose.

<p>Witte bloedcellen die indringers opslokken en vernietigen via fagocytose.</p>
86
New cards
<p>Waar zijn granulocyten actief?</p>

Waar zijn granulocyten actief?

in het bloed

<p>in het bloed</p>
87
New cards
<p>Waar zijn macrofagen actief?</p>

Waar zijn macrofagen actief?

In de weefselvloeistof (weefsels).

<p>In de weefselvloeistof (weefsels).</p>
88
New cards

Waar zijn macrofagen actief?

In de weefselvloeistof (weefsels).

89
New cards

Hoe bewegen granulocyten en macrofagen zich voort?

Door amoeboïde bewegingen.

90
New cards

Wat kan worden opgeruimd via fagocytose?

Bacteriën, virussen, restanten van cellen, organische en anorganische deeltjes.

91
New cards

Wat gebeurt er bij fagocytose als eerste stap?

De fagocyt omsluit de indringer.

<p>De fagocyt omsluit de indringer.</p>
92
New cards

Wat gebeurt er nadat de fagocyt de indringer omsluit?

De indringer wordt opgenomen in een vesikel (fagosoom).

93
New cards

Wat gebeurt er in de vesikels tijdens fagocytose?

Lysosomen komen eraan en geven enzymen af die de indringer afbreken.

94
New cards

Welke celorganellen leveren de afbrekende enzymen?

Lysosomen

95
New cards

Onder welk type afweer valt fagocytose?

Niet-specifieke (aangeboren) afweer.

96
New cards

Welke leukocyten voeren celperforatie uit?

Natural Killercellen (NK-cellen).

97
New cards

Wat vernietigen NK-cellen?

  • Kankercellen

  • Virus-geïnfecteerde cellen

98
New cards

Wat bevatten NK-cellen in hun granules?

Het enzym perforine.

99
New cards

Wat doet perforine?

Het maakt poriën in het celmembraan van de doelcel.

100
New cards

Wat gebeurt er met een cel waar perforine poriën in maakt?

De cel loopt leeg → sterft.