Kaarten: LA SÉCURITÉ ROUTIÈRE 2 deel 2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/69

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

70 Terms

1
New cards

profond - profondément

diep, zwaar, intens, hevig

2
New cards

s'ennuyer profondément

zicht ontzettend vervelen

3
New cards

réfléchir profondément

diep nadenken

4
New cards

bref - brièvement

kort, kortom

5
New cards

dans les plus brefs délais

zo snel mogelijk

6
New cards

bref

kortom

7
New cards

grave - gravement / grièvement

ernstig, belangrijk

8
New cards

Il est gravement malade.

Hij is ernstig ziek.

9
New cards

Il a été grièvement blessé

Hij werd zwaar gewond.

10
New cards

meilleur - mieux

beter

11
New cards

Réveillon du Nouvel An

oudejaarsavond

12
New cards

Bonjour tout le monde !

Dag allemaal !

13
New cards

s'adresser à qqn

zich richten tot iemand

14
New cards

se composer de

bestaan uit

15
New cards

sensibiliser qqn à qqch.

iemand sensibiliseren voor iets

16
New cards

un usager faible

een zwakke weggebruiker

17
New cards

un piéton

een voetganger

18
New cards

un cycliste

een fietser

19
New cards

un automobiliste / un conducteur / un chauffeur

een automobilist

20
New cards

un passager / une passagère

een passagier

21
New cards

rouler

rijden

22
New cards

conduire

besturen (rijden in...)

23
New cards

le respect mutuel

het wederzijds respect

24
New cards

se mettre en file

achter elkaar rijden

25
New cards

une égratignure

een schrammetje

26
New cards

un bobo

een schrammetje (familiair taalgebruik)

27
New cards

un casque

een helm

28
New cards

porter un casque

een helm dragen

29
New cards

le port du casque

het dragen van de helm

30
New cards

mourir

sterven

31
New cards

un pouce

een duim

32
New cards

un pouce en l'air

een duim in de lucht

33
New cards

un airbag

een airbag

34
New cards

un GSM / un téléphone portable

een GSM

35
New cards

un écran brisé

een gebroken scherm

36
New cards

envoyer un message à qqn

een berichtje naar iemand sturen

37
New cards

un(e) petit(e) ami(e)

een liefje

38
New cards

l'asphalte

het asfalt

39
New cards

boire de l'alcool

alcohol drinken

40
New cards

être ivre / saoul

dronken zijn

41
New cards

un permis de conduire

een rijbewijs

42
New cards

rentrer

naar huis gaan

43
New cards

tenir à qqn

om iemand geven

44
New cards

retenir qqn

iemand tegenhouden

45
New cards

un mort

een dode

46
New cards

un mortuaire

een mortuarium

47
New cards

il est mort

hij is dood (toestand)

48
New cards

s'habiller

zich aankleden

49
New cards

un pantalon rayé

een gestreepte broek

50
New cards

couvrir

bedekken

51
New cards

un drap

een laken

52
New cards

il fait noir

het is donker

53
New cards

tomber en panne

in panne vallen

54
New cards

un triangle de sécurité

een veiligheidsdriehoek

55
New cards

monter dans une voiture

in een auto stappen

56
New cards

descendre d'une voiture

uit een auto stappen

57
New cards

faire monter / descendre qqn

iemand laten instappen / uitstappen

58
New cards

être attentif

aandachtig zijn

59
New cards

fréquenter

regelmatig gaan naar

60
New cards

ralentir

vertragen

61
New cards

accélérer

versnellen

62
New cards

un cycliste

een fietser

63
New cards

un piéton

een voetganger

64
New cards

les usagers faibles

de zwakke weggebruikers

65
New cards

avoir priorité

voorrang hebben

66
New cards

traverser la rue

de weg oversteken

67
New cards

probable - probablement

waarschijnlijk

68
New cards

gentil - gentiment

vriendelijk

69
New cards

bon - bien

goed

70
New cards

mauvais - mal

slecht