De energiebalans voor een stationaire stroming van een ideale vloeistof stelt dat de totale energie constant blijft tijdens de stroming. Dit kan worden geformuleerd als de totale energie van het fluïdum in doorsnede 1 + de toegevoerde arbeid tussen 1 en 2 + de toegevoerde warmte tussen 1 en 2 = de totale energie van het fluïdum in doorsnede 2 per tijdseenheid. De totale energie van het fluïdum in een doorsnede omvat de inwendige energie, de druk-energie, de kinetische energie en de potentiële energie.
De wet van Bernoulli voor een stationaire onsamendrukbare stroming van een ideale vloeistof kan worden geschreven als: P1 + (1/2)ρu1^2 + ρgz1 = P2 + (1/2)ρu2^2 + ρgz2. Hierbij is P de druk, ρ de dichtheid van de vloeistof, u de snelheid van de stroming, g de versnelling door zwaartekracht, z de hoogte van het fluïdum boven een horizontaal referentievlak, en de subscripts 1 en 2 verwijzen naar respectievelijk de punten 1 en 2 op dezelfde stroomlijn.