academische woordenschat

eigen aan hoger onderwijs, universiteit of wetenschap.

academisch

verouderd zijn, niet meer relevant

achterhaald zijn

onbaatzuchtigheid (tegenovergestelde van egoïsme)

altruïsme

vijandig tegenover joden

antisemitisch

willekeurig

arbitrair

monteren, iets in elkaar zetten

assembleren

eer, reputatie

blazoen

geval, situatie, zaak

casus

oorzakelijk

causaal

het weglaten of verwijderen van bepaalde documenten zoals teksten of foto's omdat ze verboden zijn

censureren

Persoonlijke uitstraling, aantrekkingskracht

charisma

Overdreven vaderlandsliefde

chauvinisme

Kennis, denken, leren

cognitief

Aanvullend, elkaar versterkend

complementair

Ontwerp, voorlopige versie

concept

overeenstemming van meningen

Consensus

Steeds op dezelfde manier

consequent

samenhangend, stabiliteit in gedrag of resultaten

consistent

tegenstrijdig

Contradictorisch

heftig meningsverschil

controverse

traditioneel, volgens gewoontes

conventioneel

Verband, samenhang

correlatie

gebrek aan geloof in het goede van de mens, niet meer in idealen geloven (bijvoeglijk naamwoord)

cynisch

gebrek aan geloof in het goede van de mens, niet meer in idealen geloven (zelfstandig naamwoord)

cynisme

Beroepsethiek, plichtenleer voor een bepaald beroep

deontologie

Fataal, noodlottig

desastreus

Vernietigend, schadelijk

destructief

net het tegenovergestelde

diametraal

verscheidenheid, afwisseling

Differentiatie

Onderhandelen, onderhouden van relaties tussen landen of organisaties

diplomatie

Afschrikwekkend toekomstbeeld

dystopie

doeltreffend

efficiënt

tot de basis behorende

Elementair

Het vermogen om de gevoelens van een ander te begrijpen. (zelfstandig naamwoord)

Empathie

Het vermogen om de gevoelens van een ander te begrijpen. (bijvoeglijk naamwoord)

empathisch

Iets is gebaseerd op waarneming of ervaring, niet op theorie

empirisch

met dezelfde waarde

Equivalent

gebruiksvriendelijk, aangepast aan de mens

Ergonomisch

zich geleidelijk uitbreiden, uit de hand lopen

Escaleren

Belangrijk, noodzakelijk

essentieel

vrijblijvend, niet verplicht

facultatief

Officieel, plechtig

formeel

Basisvormend, essentieel

fundamenteel

Voornaam, beschaafd, hooggeplaatst

gedistingeerd

Beroemd, met een goede reputatie

gerenommeerd

algemeen, niet in detail

Globaal

Ongeveer, niet nauwkeurig geschat

grosso modo

Kennis van lokale geschiedenis, geografie, en folklore

heemkunde

van ongelijke samenstelling

Heterogeen

invloed, effect

Impact

Suggereren, inhouden

impliceren

wat er vanzelf inzit

Impliciet

aanwijzing, aanduiding

Indicatie

Eerlijk, oprecht, betrouwbaar

integer

Helemaal, in zijn geheel

integraal

een gelijkwaardig deel van de groep worden

Integreren

doelbewust, opzettelijk

intentioneel

Contact tussen mensen

interactie

op elkaar inwerken (tussenbeide komen?)

Interfereren met

Iets dat ontbreekt, leegte, gemis

lacune

Toestaan, goedkeuren

legitimeren

rechtlijnig

Lineair

Organisatie, planning

logistiek

Speels, humoristisch

ludiek

Sombere ellendige toestand

malaise

Officiële opdracht

mandaat

met deelname van alle betrokkenen

Participatief

voltallig, iedereen aanwezig, gezamelijk

Plenair

Stellen, aanvoeren

poneren

Hachelijk, zorgelijk

precair

met een duidelijke overtuiging, niet van zijn lijn afgeweken

Principieel

Fanatiek, fel, verwoed

rabiaat

Iemand die opnieuw een misdaad pleegt

recidivist

Verminderen

reduceren

nadenken over iets

Reflecteren

licht weerkaatsend

reflecterend

belangrijk, essentieel

Relevant

onontwikkeld

Rudimentair

Belangrijk, beduidend, betekenisvol

significant

fundamenteel, aanzienlijk

Substantieel

samenvatting van wat behandeld is of zal worden, cursus

Syllabus

Onbelangrijk, gemakkelijk, alledaags, onbeduidend

Triviaal

Bevestigen

valideren

houding, gedrag

attitude

spontaan ideeën laten opkomen door met anderen over een bepaald onderwerp te praten

brainstormen

voortdurende

chronische

bekwaamheden

competenties