hoofdstuk 8 sociologie van de sociale problemen

armoede en uitsluiting

wat zegt Vranken over de term om armoede te beschrijven?

armoede is complex, de politieke keuze die ten grondslag ligt van de gebruikte term zal een beleidsmatig en bestuurlijk handelen voorafspiegelen (zoals elk begrip)

welke definitie geeft Vranken aan armoede?

armoede is een netwerk van sociale uitsluiting zich uitstrekkende over meerdere gebieden van het individuele/collectieve bestaan, dermate dat de armen gescheiden worden van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. deze kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen

wat is de structurele benadering van armoede?

aandacht gespitst op de SL die deze armoede steeds opnieuw voortbrengt en/of in stand houdt. SL duid hier op de grote maatschappelijke structuren, belangrijke maatschappelijke instituties en de structuren van het dagelijks leven (micro, Meso, macro)

Vranken heeft 7 stappen die ten grondslag liggen aan zijn onderzoek, welke?

1. in elke SL een aantal dominanten/centra

2. deelnemers aan het Maatschap. leven bevinden zich op een grotere/kleinere afstand v die centra. → afstand uitgedrukt in ‘differentiele participatie’ en bepaalt de kans om in armoede terecht te komen. slaat op verschillende graden en vormen

3. die verschillende vormen van participatie duiden op feit dat deelname aan maatschappelijke leven niet steeds gelijkelijk stijgt/daalt → breuklijnen die verschillende vormen kunnen aannemen . meest radicale vorm daarvan is ‘nul particpatie’

4. lage participatiegraad → rand van de samenleving gedrongen → marginalisering

5. netwerkanalyse help om de sociale structuren van de SL te bestuderen op het niveau van het dagelijks leven van de manen

6. armen zouden een eigen cultuurpatroon hebben zodat ze armoede kunnen overleven, verhindert hen ook gebruik te maken van de kansen gebruik te maken, anderen zeggen dat ze hun gedragingen aan de wisselende omstandigheden aanpassen. realistische hypothese= spanningsvolle verhouding tussen de algemene waarden en normen vn de SL waartoe ook de armen zich bekennen en hun depriverende leefomstandigheden met weinig middelen om aanvaarde doelstellingen te bereiken. oplossin= waardenwaaier ontwikkelen van de middenklasse

7. deze waardenwaaier zegt dat armen geen nieuwe sociale klasse vormen, hun maatschappelijke positie wordt beschreven adhv ‘sociale laag)

wat is differentiele participatie?

afstand van een deelnemer i.v.h centra vd SL

• bepaalt de kans om in armoede terecht te komen

• slaat op verschillende graden en vormen

wat is bestaansonzekerheid?

situatie van marginalisering op meerdere domein die onvoldoende sterk is om van uitsluiting te kunnen spreken, maar tot sociale uitsluiting leidt wegens cumulatief effect

wat is kansarmoede?

ongelijke verdeling van kansen inzake gebruik van maatschappelijke goederen

wat is de nieuwe armoede?

positie van middengroepen die als gevolg van aanhoudende economische crisis en onder druk van heersende consumptiepatronen te kampen kregen met financiële moeilijkheden