1/25
Flashcards over politieke participatie en inspraak van de burger in België.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Politieke socialisatie
Een mechanisme waarbij politieke kennis wordt opgedaan en waarden worden verworven, vaak onbewust.
Socialisatieagenten
Actoren die een rol spelen in politieke socialisatie, zoals primaire (bv. familie), secundaire (bv. school) en tertiaire (bv. media) groepen.
Tertiaire socialisatie
Het proces waarbij de meeste politieke informatie via massamedia wordt verkregen, inclusief traditionele en sociale media.
Politieke reclame op sociale media
De toenemende praktijk van politieke partijen om reclame te maken op sociale mediaplatforms zoals Facebook en Instagram.
Politieke participatie
De deelname van het volk aan de macht en elke activiteit gericht op het beïnvloeden van politieke besluitvorming.
Politieke participatievoorwaarden
Vereisten voor politieke participatie, waaronder waarneembaarheid, vrijwilligheid, politieke inslag en een zekere vorm van actie.
Participatiepiramide
Een model van Milbrath dat politieke participatie rangschikt in een eendimensionale hiërarchie, met gladiatoren (sterk betrokken), spectators (beperkt actief) en apathetics (onthouders).
Beïnvloedende factoren op participatie
Verschillende factoren zoals urbanisatiegraad, gezinssituatie, scholingsgraad, leeftijd en geslacht die de mate van politieke participatie beïnvloeden.
Conventionele participatie
Vormen van politieke participatie waarbij de overheid de regels bepaalt, zoals stemmen.
Niet-conventionele participatie
Vormen van politieke participatie waarbij burgers zelf bepalen hoe ze participeren, vaak als reactie op ontevredenheid over het beleid van de overheid.
Institutionele participatie
Een vorm van politieke participatie (Verba en Nie) zoals stemmen.
Directe individuele contacten
Een vorm van politieke participatie waarbij burgers rechtstreeks contact opnemen met politici.
Deliberative turn
Een maatschappelijke ontwikkeling waarbij meer dialooggeoriënteerde politieke participatie plaatsvindt buiten formele mechanismen.
Online technologie invloed
Een maatschappelijke ontwikkeling die leidt tot toename van politieke communicatie en verandering in politiek gedrag, vooral bij jongere burgers.
Invited spaces
Democratische inspraak vanuit de overheid, zoals hoorzittingen en referenda.
Invented spaces
Nieuwe kanalen om ongenoegen te uiten bij een representatieve democratie
Kersting politieke sferen
Kersting onderscheidt de volgende politieke sferen: Participatie in de representatieve democratie, Participatie in de directe democratie, Deliberatieve participatie, Demonstratieve participatie.
Representatieve democratie
Duidelijk wettelijk kader, Participatie-instrument: verkiezingen, strijd politieke partijen – kandidaten.
Directe democratie
Directe besluitvorming, Participatie-instrumenten: Referenda en Volksraadplegingen, Top-down, Lokaal vlak
Deliberatieve participatie
Individuele burgers en/of belangengroepen, informeel, Zonder wettelijk kader.
Demonstratieve participatie
Burgers en belangengroepen, Participatie-instrument, Legaal en Illegaal.
Referenda
Rechtstreeks uitspreken bevolking; kan bindend (referendum) of adviserend (volksraadpleging) zijn.
Lobbygroepen
Groepen die proberen de besluitvorming van overheidsinstanties, politici en andere belangrijke spelers in de samenleving te beïnvloeden.
Insidestrategie
Een lobbystrategie waarbij persoonlijk contact wordt gezocht tussen lobbyist en beleidsmaker.
Outsidestrategie
Een lobbystrategie waarbij via externe acties en media aandacht wordt gevraagd voor een standpunt om druk uit te oefenen op het beleid.
Draaideur politiek
Polititici en experts gaan naar het privébedrijf met info, waar ze toezicht op hadden.