Contexto 1.5

activo/a

activo/a

actief

agresivo/a

agressief

alegre

vrolijk, opgewekt

amable

aardig, vriendelijk

ambicioso/a

ambitieus

aplicado/a

ijverig

capaz

bekwaam, geschikt

el carácter

het karakter

el comportamiento

het gedrag

comportarse

zich gedragen

curioso/a

nieuwsgierig

decidido/a

vastberaden, vastbesloten

despierto/a

bijdehand, wakker

divertido/a

leuk, vermakelijk

dominante

dominant, overheersend

egoísta

egoïstisch

emocional

emotioneel

encantador/a

charmant, innemend

especial

speciaal

famoso/a

beroemd

formal

formeel, afstandelijk

franco/a

open, eerlijk

fuerte

sterk, krachtig

generoso/a

vrijgevig, gul

gracioso/a

grappig, leuk

hábil

handig

honesto/a

fatsoenlijk, eerlijk

humilde

bescheiden, gewoon

incapaz

niet bekwaam, niet geschikt

independiente

onafhankelijk

inteligente

intelligent

listo/a

slim

loco/a

gek

modesto/a

bescheiden

nervioso/a

nerveus, zenuwachtig

ordenado/a

ordelijk, netjes

optimista

optimistisch

orgulloso/a

trots

paciente

geduldig

la personalidad

de persoonlijkheid

pesado/a

vervelend, vermoeiend

pesimista

pessimistisch

portarse

zich gedragen

razonable

verstandelijk, redelijk

sabio/a

wijs

serio/a

ernstig, serieus

severo/a

streng

simpático/a

aardig, vriendelijk

sincero/a

eerlijk, oprecht

el talento

het talent

tímido/a

verlegen

tonto/a

dom

tranquilo/a

rustig, kalm

vago/a

lui

violento/a

gewelddadig