Kaarten: (1) frans 6: le sport et la forme physique (etucrea) | Quizlet

een sport beoefenen (vb. voetbal spelen)

faire du sport (ex. faire du foot)

aan sport doen

pratiquer un sport

sport + spelen (vb. basket spelen)

jouer à + sport (ex. jouer au basket)

trainen - een training

s'entrainer - un entrainement

een trainer, een coach

un entraineur, un coach

een sportclub

un club de sport

een sporter, sportster

un sportif, une sportive

sportief

sportif, sportive

een atleet

un(e) athlète

een speler, een speelster

un joueur, une joueuse

een ploegsport ↔ individuele sport

un sport d'équipe ↔ individuel

Ik doe elke dag aan sport en train in een sportclub.

Je fais du sport tous les jours et je m'entraîne dans un club de sport.

Mijn coach is erg sportief en motiveert alle spelers van het team.

Mon entraîneur est très sportif et motive tous les joueurs de l'équipe.

de competitie

la compétition

een tornooi doen / spelen / deelnemen aan

faire / jouer / participer à un tournoi

zich inschrijven in een tornooi

s'inscrire à un tournoi

een match / een gelijkspel

un match / un match nul

een thuismatch ↔ een uitwedstrijd

un match à domicile ↔ à l'extérieur

een heen- en terugwedstrijd

un match aller - un match retour

een wedstrijd/match bijwonen

assister à un match

de olympische zomerspelen (winterspelen)

les jeux olympiques d'été / les JO (d'hiver)

de paralympische spelen

les jeux paralympiques

een (gouden - zilveren - bronzen) medaille winnen

gagner une médaille (d'or - d'argent - de bronze)

een record verbreken

battre un record

punten / een doelpunt scoren

marquer des points / un but

winnen ↔ verliezen

gagner↔ perdre

de overwinning (behalen) ↔ het verlies

la victoire ↔la défaite

de fair-play - sportief (fair-play) zijn

le fair-play - être sportif

Een atleet moet goed trainen om goed te presteren in wedstrijden.

Un athlète doit suivre un bon entraînement pour être performant en compétition.

Gisteren woonde ik een spannende wedstrijd bij: het lokale team scoorde drie doelpunten en won.

Hier, j'ai assisté à un match passionnant : l'équipe locale a marqué trois buts et a gagné.

Op de Olympische Spelen kan een atleet een record breken en een gouden medaille winnen.

Aux Jeux Olympiques, un athlète peut battre un record et gagner une médaille d'or.

Na een gelijkspel zal de returnwedstrijd beslissend zijn voor de overwinning of de nederlaag.

Après un match nul, le match retour sera décisif pour la victoire ou la défaite finale.

Fair-play is belangrijk, je moet sportief blijven, zelfs na een nederlaag.

Le fair-play est important, il faut être sportif même après une défaite.