AKV-TOETS IDIOM (Dutch)

studied byStudied by 9 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

niet op je achterhoofd gevallen zijn

  • Ik ben niet op mijn achterhoofd gevallen.

1 / 138

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Preparation idiom

Language

139 Terms

1

niet op je achterhoofd gevallen zijn

  • Ik ben niet op mijn achterhoofd gevallen.

niet dom zijn

  • Ik ben niet dom.

New cards
2

een slag om de arm houden

  • Ze houdt een slag om de arm.

geen definitieve uitsprak doen (yeterli aciklamayi yapmamak, bazi seyleri gizlemek)

  • Ze doet geen definitieve uitspraak.

New cards
3

op de been zijn

  • Hij is op de been.

rondlopen (etrafta yürümek)

  • Hij loopt rond.

New cards
4

zich op de been houden

  • Ze houden zich op de been.

zich ziek voelen en toch niet in bed gaan liggen (hasta hissetmek ama cok degil)

  • Ze voelen zich ziek maar gaan niet in bed gaan liggen.

New cards
5

vel over been zijn

  • De patiënt is vel over been.

broodmager zijn (siska olmak)

  • De patiënt is broodmager.

New cards
6

op je laatste benen lopen

We lopen op onze laatste benen.

uitgeput zijn (yorgun hissetmek)

  • We zijn uitgeput.

New cards
7

op je eigen benen staan

  • De kinderen staan op eigen benen.

zelfstandig zijn

  • De kinderen zijn zelfstandig.

New cards
8

de schrik zit je nog in de benen

  • De schrik zit me nog in de benen.

nog niet over de schrik heen zijn (hala ayaklari titremek, soku atlatamamak)

  • Ik ben nog steeds geschrokken.

New cards
9

het niet kunnen bijbenen

  • Hij kan haar niet bijbenen.

het tempo niet kunen bijhouden (Bu tempoda kalmak zor)

  • Hij kan haar tempo niet bijhouden.

New cards
10

iemands eigen vlees en bloed (kendi kanindan ve etinden)

  • Ze zijn mijn eigen vlees en bloed

iemands eigen kinderen

  • Ze zijn mijn eigen kinderen.

New cards
11

maak je borst maar nat!

  • Maak je borst maar nat!

bereid je er maar op voor dat het niet makkelijk zal zijn! (kolay olmayan birsey icin kendini hazirla)

  • Bereid je maar goed voor want het zal niet makkelijk zijn.

New cards
12

tot op het bot

  • Hij is moe tot op het bot.

door en door

Hij is door en door moe. (İliklerine kadar yorgun)

New cards
13

ergens je buik vol van hebben

  • Ze heeft haar buik vol van de problemen.

het zal zijn (doldum artik, biktim)

  • Ze is de problemen zat.

New cards
14

iets onder de duim houden

  • We moeten de ziekte onder de duim houden.

iets bedwingen (bir seyi dizginlemek, kontrol altina almak)

  • We moeten de ziekte bedwingen.

New cards
15

voor iemand duimen

  • Ik zal voor je duimen.

aan iemand denken die iets moeilijks moet doen

  • Ik denk aan je tijdens het examen.

New cards
16

iets uit je duim zuigen

  • Ze zuigt dat uit haar duim.

iets verzinnen (birseyler uydurrmak)

  • Ze heeft dat verzonnen.

New cards
17

op het eerste gezicht (indruk)

  • Op het eerste gezicht denk ik aan iets onschuldigs.

ergens voor eerste keer, oppervlakkig naar kijken

  • Als ik oppervlakkig kijk, denk ik dat het niet ernstig is.

New cards
18

geen gezicht! (aanblik)

  • Ik vind dat geen gezicht.

niet prettig om naar te kijken (izlemek icin hos degil, kotu gorunuyor)

  • Ik vind dat niet mooi.

New cards
19

het scheelde maar een haar(tje)

  • Dat scheelde maar een haartje!

het scheelde maar heel weinig of het was mis gegaan (bir şeylerin ters gitmesine çok yakındı)

  • Dat is bijna fout gegaan.

New cards
20

de haren uit je hoofd trekken

ergens heel spijt van hebben (cok uzulmek)

New cards
21

hals over kop

  • We zijn hals over kop vertrokken.

heel snel

  • We zijn snel vertrokken.

New cards
22

je te veel op de hals halen

  • Je haalt je te veel op de hals.

te veel werk op je nemen (cok is yapmak)

  • Je neemt te veel werk op je.

New cards
23

wat is er aan de hand?

wat is er?

New cards
24

aan de beterende hand zijn

  • Is de patiënt aan de beterende hand?

herstellende zijn (iyileşmek)

  • Is de patiënt een beetje beter?

New cards
25

iets in de hand hebben

  • Dat hebben we niet in de hand. (Bunu kontrol edemeyiz.)

iets onder controle hebben (bir şeyi kontrol altında tutmak)

  • Daar hebben we geen controle over

New cards
26

uit de hand lopen

  • De situatie loopt uit de hand. (Durum kontrolden çıkıyor.)

verkeerd aflopen (yanlış gitmek)

  • De situatie loopt verkeerd af.

New cards
27

hand over hand toenemen

  • De klachten nemen hand over hand toe.

steeds erger worden

  • De klachten worden erger. (Şikayetler giderek artıyor.)

New cards
28

de overhand hebben

het meeste zijn

New cards
29

in een handomdraai

  • Dat is in een handomdraai gebeurd.

in een oogwenk, snel (kolayca, hizlica)

  • Dat is snel gebeurd.

New cards
30

ergens de hand aan houden

  • We moeten daar de hand aan houden.

je aan de regels houden

  • We moeten ons aan de regels houden. (Kurallara uymak zorundayız.)

New cards
31

ergens de hand mee lichten

  • Je moet er niet de hand mee lichten.

je niet aan de regels houden (kurallara uymamak)

  • Je moet je aan de regels houden.

New cards
32

voor de hand liggen

logisch zijn (mantıklı olmak)

New cards
33

iets in de hand werken

  • Dat werkt problemen in de hand.

iets bevorderen, vaak onbedoeld iets negatiefs (bir şeyi teşvik etmek, genellikle istemeden olumsuz bir şey)

  • Dat zorgt voor problemen.

New cards
34

iemands rechterhand zijn

  • Hij is mijn rechterhand.

iemands steun zijn (birinin desteği olmak)

  • Hij is een steun voor mij.

New cards
35

in goede handen zijn

  • We zijn bij hem in goede handen.

goed behandeld worden (iyi davranılmak)

  • Hij behandelt ons goed. (Bize iyi davranıyor.)

New cards
36

een handje helpen

  • Zal ik je een handje helpen?

even helpen

  • Zal ik je helpen? (Size yardımcı olabilir miyim?)

New cards
37

niets om handen hebben

  • Ik heb niets om handen.

niets te doen hebben (yapacak bir şey yok)

  • Ik heb niets te doen. (Yapacak bir şeyim yok.)

New cards
38

er komt niets uit mijn handen (vingers)

  • Er komt niets uit haar handen.

ik heb geen energie om iets te doen (hiçbir şey yapacak enerjim yok)

  • Ze doet niets.

New cards
39

dat is twee handen op een buik

  • Juliette en Iris zijn twee handen op een buik.

ze zijn het altijd met elkaar eens (her zaman hemfikirler)

  • Juliette en Iris zijn het altijd met elkaar eens.

New cards
40

losse handjes hebben

  • Ze heeft losse handjes

gemakkelijk iemand gaan slaan

  • Ze slaat snel.

New cards
41

hou je handen thuis! handen thuis!

  • Je moet je handen thuishouden! Handen thuis alsjeblieft!

raak me niet aan! blijf van me af!

  • Je moet me niet aanraken, dat wil ik niet. (Bana dokunma, istemiyorum.)

New cards
42

zijn handen niet thuis kunnen houden

iemand anders ongewenst aanraken (başka birine istenmeyen bir şekilde dokunmak)

New cards
43

met de handen in het haar zitten

  • Hij zit met de handen in het haar.

wanhopig zijn (umutsuz olmak)

  • Hij is wanhopig.

New cards
44

zwaar op de hand zijn

  • Ze is altijd zwaar op de hand.

zwaarmoedig, somber zijn (kasvetli olmak)

  • Ze is zwaarmoedig, somber.

New cards
45

de hand aan zichzelf slaan

  • Ze heeft de hand aan zichzelf geslagen.

zelfmoord plegen (intihar etmek)

  • Ze heeft zelfmoord gepleegd.

New cards
46

in mijn hart

  • Volgens mij vindt ze het in haar hart geen goed idee.

van binnen, zonder het te laten blijken, te zeggen (kalpten soylemek)

  • Volgens mij vindt ze het van binnen, zonder het te zeggen, geen goed idee.

New cards
47

je aan het hart gaan

  • De situatie gaat me aan het hart.

iets erg vinden; verdriet hebben (kötü hissetmek; üzgün hissetmek)

  • Ik heb verdriet van de situatie.

New cards
48

(niet) van harte

  • Ze deed het van harte.

(niet) gemakkelijk (kolay/kolay degil)

  • Ze deed het graag. (Bütün kalbiyle yaptı, Bunu yapmaktan hoşlanıyordu.)

New cards
49

iets op het hart hebben

  • Ik heb iets op het hart.

iets voor jou belangrijks willen zeggen (önemli bir şey söylemek istemek)

  • Ik wil iets belangrijks zeggen.

New cards
50

iemand iets op het hart binden/drukken

iemand iets dringend adviseren (acilen birine tavsiyede bulunmak)

New cards
51

met hart en ziel

  • We doen ons werk met hart en ziel

volkomen toegewijd (tamamen kararli)

  • We doen ons werk volkomen toegewijd. (Tamamen işimize bağlıyız.)

New cards
52

je hart draait zich om in je lijf

  • Mijn hart draait zich om in mijn lijf.

misselijk worden van een bepaalde situatie (belirli bir durumdan bıkmış hissetmek)

  • Ik word misselijk van de situatie. (Durumdan bıktım.)

New cards
53

met een gerust hart

  • Je kunt met een gerust hart weggaan.

zonder je zorgen te hoeven maken (Endişelenmeden)

  • Je hoeft je geen zorgen te maken. (Endişelenmene gerek yok.)

New cards
54

je hart vasthouden

  • Ik houd mijn hart vast.

bang zijn dat iets niet goed afloopt (bir şeyin iyi bitmeyeceğinden korkmak)

  • Ik ben bang dat het niet goed afloopt

New cards
55

de schrik slaat je om het hart

  • De schrik slaat me om het hart.

ergens heel erg van schrikken

  • Ik schrik heel erg.

New cards
56

het hart zinkt je in de schoenen

  • Het hart zinkt hem in de schoenen.

je verliest de moed (cesaretini kaybetmek)

  • Hij verliest de moed.

New cards
57

iemand een hart onder de riem steken

iemand moed inspreken (birini cesaretlendirmek)

New cards
58

ergens een hard hoofd in hebben

iets somber inzien; (bijna) niet geloven dat iets zal lukken (kasvetli bir şey görmek; (neredeyse) bir şeyin işe yarayacağına inanmama)

New cards
59

het hoofd laten hangen

de moed verliezen (cesaretini kaybetmek)

New cards
60

het hoofd koel houden

  • Probeer het hoofd koel te houden

kalm blijven (sakin kalmak)

  • Blijf kalm, denk rustig na.

New cards
61

je hoofd erbij houden

  • Houd je hoofd erbij!

je goed op iets concentreren (bir şeye iyi konsantre olmak)

  • Denk goed na, let goed op wat je doet.

New cards
62

dat is me helemaal door het hoofd geschoten!

dat ben ik helemaal vergeten (bunu tamamen unutmuşum)

New cards
63

veel aan je hoofd hebben

  • Ik heb nu echt te veel aan mijn hoofd.

het erg druk hebben; zorgen hebben (çok meşgul olmak; endişelenmek)

  • Ik maak me zorgen over heel veel dingen.

New cards
64

mijn hoofd staat er niet naar

daar kan ik me nu niet mee bezighouden (şu an bununla uğraşamam)

New cards
65

je hoofd ergens over breken

door diep nadenken een oplossing proberen te vinden (derin düşünerek bir çözüm bulmaya çalışmak)

New cards
66

iets uit je hoofd zetten

  • Wil je vrij met de kerstdagen én met nieuwjaar? Zet dat maar uit je hoofd.

afzien van je plannen (planlarını iptal et, planlarindan vazgec)

  • Vergeet het maar, dat kan niet.

New cards
67

het hangt me de keel uit!

  • Dat gezeur over wel of geen telefoons gebruiken tijdens de pauze hangt me de keel uit. (Teneffüste telefon kullanıp kullanmama konusundaki dırdırlar beni öldürüyor.)

ik ben het zat! (Bundan bıktım!)

  • Ik wil hier niet meer over praten, het is genoeg.

New cards
68

de baard in de keel hebben

de jongesstem is een mannenstem aan het worden (genç ses erkek sesine dönüşüyor)

New cards
69

een keel opzetten

heel hard huilen; schreeuwen (çok yüksek sesle ağlamak; bağırmak)

New cards
70

het voor je kiezen krijgen

het heel zwaar krijgen (zor zamanlar gecirecek)

New cards
71

iets onder de knie hebben

  • Ik heb het onder de knie.

iets beheersen (bir şeyi kontrol etmek)

  • Ik kan het, ik heb het geleerd.

New cards
72

ergens je kont niet kunnen keren

  • Je kunt daar je kont niet keren.

een ruimte die klein en vol is (küçük ve kalabalık bir alan)

  • Die ruimte is heel klein en staat vol.

New cards
73

de kop opsteken (van een ziekte)

weer beginnen (tekrar hastalanmak, bas gostermek)

New cards
74

kop op!

hou(d) moed! (cesur ol)

New cards
75

je over de kop werken

  • Hij heeft zich over de kop gewerkt.

zo hard werken dat je er ziek van wordt (çok çalışmak seni hasta ediyor)

  • Hij heeft te hard gewerkt.

New cards
76

kopzorgen hebben

veel zorgen hebben (çok fazla endişem var)

New cards
77

iets onder de leden hebben

Onze dochter heeft iets onder de leden, denk ik.

ziek zijn; ziek zijn zonder dat je het weet (hasta olmak; farkında olmadan hasta olmak)

Onze dochter wordt ziek.

New cards
78

gezond van lijf en leden

  • Hij voelt zich gezond van lijf en leden

helemaal gezond (tamamen sağlıklı)

  • Hij is helemaal gezond.

New cards
79

niets om het lijf hebben

  • De dokter zei dat het plekje op mijn hand niets om het lijf heeft.

onbelangrijk zijn (önemsiz olmak)

  • De dokter zei dat het plekje niet belangrijk is.

New cards
80

iemand het hemd van het lijf vragen

  • Ik ga u het hemd van het lijf vragen.

iemand veel vragen stellen (birine çok soru sormak)

  • Ik ga u heel veel vragen stellen.

New cards
81

iets op de lever hebben

  • Ze heeft volgens mij iets op de lever.

iets voor jou belengrijks willen zeggen (senin için önemli bir şey söylemek istiyorum)

  • Ze moet volgens mij iets belangrijks vertellen.

New cards
82

ergens mee in je maag zitten

  • Ik wil met je praten, ik zit ergens mee in mijn maag.

iets een lastig probleem vinden, niet makkelijk op te lossen (bir şey bulmak zor bir problem, çözmesi kolay değil)

  • Ik heb een lastig probleem

New cards
83

door merg en been gaan

  • Dat geluid gaat door merg en been

doordringend, hartverscheurend zijn (yaygın, yürek burkan olmak)

  • Dat geluid is hartverscheurend.

New cards
84

met de mond vol tanden staan

  • Ik stond met de mond vol tanden toen ik het nieuws hoorde.

niet weten wat je moet zeggen (ne söyleyeceğimi bilmiyorum)

  • Ik wist niet wat ik moest zeggen.

New cards
85

ergens van over je nek gaan

  • Wat een vreselijke geur, ik ga over mijn nek.

ergens misselijk van worden (bir şeyi kaçırmak)

  • Ik word misselijk. (Hastalanıyorum)

New cards
86

dat heeft me genekt

  • Zijn vrouw is vorig jaar overleden. Dat heeft hem genekt.

daardoor is het misgegaan (bu yüzden ters gitti)

  • Door de dood van zijn vrouw is het fout gegaan met hem. (Karısının ölümü onun için işleri daha da kötüleştirmiştir.)

New cards
87

doen alsof je neus bloedt

  • Ze doet alsof haar neus bloedt.

doen alsof je niets merkt (fark etmemiş gibi yap)

  • Ze doet alsof ze helemaal niets merkt. (Hiç fark etmemiş gibi yapıyor.)

New cards
88

het komt me de neus (keel, strot) uit!

ik ben het zat (bundan bıktım)

New cards
89

met het blote oog

zonder hulpmiddelen (aletsiz)

New cards
90

zo op het oog

Zo op het oog lijkt het eczeem. (Egzamaya benziyor.)

oppervlakkig bekeken (yüzeysel olarak bakmak)

  • Het ziet eruit als eczeem. Ik denk dat het dat is.

New cards
91

in mijn ogen

volgens mij (bana gore)

New cards
92

met het oog op

  • Ik wil een bijeenkomst organiseren met het oog op de zomerperiode. (Yaz dönemini düşünerek bir toplantı düzenlemek istiyorum.)

rekening houdend met (hesaba katarak)

  • We moeten bespreken hoe we de zomerperiode organiseren.

New cards
93

in het oog houden

in de gaten houden (dikkatli olmak, goz kulak olmak)

New cards
94

geen oog dichtdoen

  • Er was veel lawaai op straat. Ik heb geen oog dichtgedaan.

niet kunnen slapen (uyuyamamak)

  • Ik heb bijna niet geslapen.

New cards
95

een oogje dichtdoen

toestaan wat eigenlijk niet mag (izin verilmeyen şeylere izin vermek)

New cards
96

iemand onder vier ogen willen spreken

met iemand willen spreken, zonder anderen erbij (başkaları olmadan biriyle konuşmak istiyorum)

New cards
97

iets onder ogen zien

  • Je moet onder ogen zien dat je oom niet meer thuis kan blijven wonen. (Amcanızın artık evde yaşayamayacağı gerçeğiyle yüzleşmeniz gerekiyor.)

iets durven inzien (bir şeyi görmeye cesaret etmek)

  • Je moet accepteren dat je oom niet meer alleen kan wonen.

New cards
98

iets voor ogen houden

Dat moeten we goed voor ogen houden.

iets goed beseffen (bir şeyi iyi anlamak)

Dat moeten we goed beseffen. (Bunun farkına varmalıyız.)

New cards
99

iets uit het oog verliezen

er ten onrechte geen rekening mee houden (yanlış bir şekilde dikkate alınmadı.)

New cards
100

in het oog springen (göze çarpmak)

Heb je het museum al gezien? Het springt in het oog als je het station uit komt. (Müzeyi gördünüz mü? İstasyondan çıktığınızda göze çarpıyor.)

opvallen (dikkat çekmek)

Je ziet het direct.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 14 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 29 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 39 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 14 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 33 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (144)
studied byStudied by 90 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (60)
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (33)
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (21)
studied byStudied by 24 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (153)
studied byStudied by 33 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (20)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (31)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(2)
robot