kwalitatieve 2

Doing Research into the Nexus
Media, Culture, and Society

Society

 De samenleving is een autonome sfeer waarin mensen op regels gebaseerde interacties en relaties aangaan. Binnen dit kader spelen instellingen zoals het onderwijssysteem, het rechtssysteem, religie, maar ook media, een een belangrijke rol in de manier waarop mensen met elkaar omgaan en zich gedragen.

 Structuur vs. agency - in hoeverre gaan mensen met elkaar om en vormen ze relaties binnen de grenzen van op regels gebaseerde systemen en instellingen? Of onderhandelen ze erover of verzetten ze zich ertegen? => Sociale verandering

Media

 Media zijn instellingen en communicatietechnologieën zoals kranten, tijdschriften, televisie, de filmindustrie, sociale media platforms. Ze omvatten ook platformecosystemen (bijv. Google/Alphabet, Apple, Facebook/Meta, Amazon, Microsoft) die overnamen hoe (publieke) communicatie wordt georganiseerd en hoe we omgaan met nieuws, informatie,entertainment en onderwijs.

 Media worden in toenemende mate geconsumeerd op mobiele apparaten en zijn hulpmiddelen voor gegevens verzameling, realtime analyse en feedback (smartphones, smartwatches, ...).

 Media worden steeds meer georganiseerd als platforms voor mediaconsumptie (Amazon Kindle, Netflix, Disney+, enz.)

Forms of media can be researched in terms of:

1. teksten zoals televisieprogramma's en krantenartikelen,

2. de relatie tussen teksten en publiek/gebruikers (publieksonderzoek of receptie studies),

3. mediaorganisaties en -industrieën (bijv. concentratie in de media-industrieën, media governance en beleid) en productie (bijv. de economie van entertainmentproductie, professionele werkroutines, de impact van AI op nieuwsproductie),

4. Media als technologieën/objecten/infrastructuren (bijv. de betekenissen van de iPhone, hoe algoritmen discrimineren of vooroordelen vertonen),

5. En mediacontexten; de bredere patronen van culturele betekenissen waar ze aan bijdragen en worden gevormd (bijv. hoe circuleren stereotypen over ouderen in de samenleving en welke rol spelen media bij het bevestigen van, onderhandelen over of zich verzetten tegen deze stereotypen?)

The classical distinction between media as text,

audience, and as production/institutions is no longer

self-evident!

 Digitalisation and convergence (e.g., prosumers, citizen journalists)

Culture

“Een bepaalde manier van leven, hetzij van een volk, een periode of groep, of de mensheid in het algemeen”

 Cultuur is overal in het sociale leven, het omvat kennis, overtuigingen, gewoonten en gebruiken. Cultuur is een product van menselijk samenleven en wordt aangeleerd.

 Cultuur creëert en gebruikt symbolen, dat zijn tekens die je laten denken aan iets, puur gebaseerd op overeenstemming en conventie.

1. Culturen zijn zeer complex en overlappen elkaar. Instagramcultuur, TikTok-cultuur, Europese cultuur, Afrikaanse cultuur, Populaire cultuur, Hoge cultuur, Middeleeuwse cultuur, Merkcultuur, enz.

2. Culturen brengen ideologieën met zich mee. Een systeem van overtuigingen, kenmerkend voor een (dominante) groep, produceert betekenissen die constitutief zijn voor een cultuur. Cultuur is dus een strijd om betekenis en dus macht.

3. Culturen worden ervaren via allerlei media die symbolen en betekenissen produceren die in de samenleving circuleren (teksten) Toch zijn media ook objecten van cultuur.

The Circuit of Culture

Hier is een duidelijkere uitleg:

• Betekenis wordt op verschillende niveaus gemaakt: In dit model wordt de betekenis van objecten (zoals producten, media, ideeën) op elk niveau van het proces gecreëerd en vastgelegd. Elk niveau van het "circuit" draagt bij aan de culturele betekenis.

• De stappen in het proces: Het circuit bestaat uit vijf momenten: productie (hoe iets gemaakt wordt), representatie (hoe het gepresenteerd wordt), identiteit (hoe mensen zich ermee identificeren), consumptie (hoe mensen het gebruiken of interpreteren) en regulering (regels of normen die het gebruik sturen). Elk moment hangt samen met het volgende, maar geen enkel moment bepaalt volledig wat het betekent.

• Focus op betekenisgeving: Dit model richt zich op kwalitatieve analyses, waarbij de nadruk ligt op hoe betekenis wordt gecreëerd en hoe verschillende elementen met elkaar verbonden worden. Dit is typisch voor onderzoek in de geesteswetenschappen (humanities).

• Wat is een articulatie?: Een articulatie is een verbinding tussen verschillende elementen die samen iets nieuws creëren. Articulatie betekent zowel " uitdrukken/representeren" (bijvoorbeeld hoe iets wordt weergegeven) als "samenvoegen" (hoe verschillende dingen met elkaar verbonden worden). Bijvoorbeeld: genderidentiteit kan gekoppeld worden aan de manier waarop sociale mediaplatforms ontworpen zijn. Deze verbindingen ontstaan onder specifieke omstandigheden en zijn niet vaststaand, maar afhankelijk van de context.

Laat me weten of je nog vragen hebt of meer voorbeelden nodig hebt! 😊

voorbeeld:

How to analyse the iPhone?
 What meanings are embedded at the level of design and production?
 What new meanings appear as the iPhone is represented in
advertising?
 How are the identities of iPhone users understood by people?
 How do people consume the iPhone, which new meanings are again
produced?

How is the circuit of culture different from a quantitative/social sciences- oriented study of media and
communication?

 Sociaal-wetenschappelijk onderzoek richt zich sterk (maar niet uitsluitend) op oorzaken en Daarom gebruiken ze lineaire in plaats van cirkelvormige modellen.

 Onderzoek van professor dr. Dhyan Singh over de “Invloed van engeTelevisieprogramma's op kinderenPsychologie, houding en gedrag”.

Qualitative communication research as a response to the media effects-model

Het media-effecten-model onderschat waar kinderen toe in staat zijn. leren en begrijpen, vooral van televisie. Veronderstellingen binnen het media-effecten-model worden gekenmerkt door nauwelijks verborgen conservatieve ideologie.

Het media-effecten model begint bij de media in plaats van bij het sociale probleem en probeert dan van daaruit verbanden te leggen met sociale wezens, in plaats van andersom.

Het media-effectenmodel houdt geen rekening met de complexe zingevingspraktijken van mensen die media consumeren of gebruiken. Mensen interpreteren mediateksten of technologieën misschien niet op dezelfde manier, maar toch gaat het media-effectmodel er ten onrechte van uit dat mensen dat wel doen. Betekenis betekenisgeving van mediateksten en technologieën gebeurt in een context, en deze context mag niet genegeerd worden.

Foundations of qualitative research

Methoden: de technieken of procedures die worden gebruikt voor het verzamelen en analyseren van gegevens met betrekking onderzoeksvraag (of hypothese in kwantitatief onderzoek).

 Methodologie: de strategie, het plan van aanpak, het proces of het ontwerp achter de keuze en het gebruik van methoden en het koppelen van de keuze en het gebruik van methoden aan de gewenste resultaten (bijv. omvat opmaak van het 'veld', steekproeftrekking, codering, analyse).

 Benadering van media en communicatie: De verschillende mediavormen die bestudeerd kunnen worden bestudeerd (tekst, publieken/gebruikers, mediaorganisaties/-industrieën, media objecten/technologieën/infrastructuren, mediacontexten).

 Theoretisch perspectief: het filosofische standpunt dat de methodologie ondersteunt en zo een context biedt voor het proces en de logica en criteria ervan onderbouwt.

 Ontologie/Epistemologie: Hoe ziet de werkelijkheid eruit/de kennistheorie ingebed in het theoretisch perspectief en daarmee in de methodologie.

The ontology of qualitative communication research

consructivisme:

Werkelijkheden zijn unieke, meervoudige, gelijktijdige en lokale fenomenen. Ze worden tot stand gebracht tussen mensen door hun symbolische praktijken van uitdrukking en interpretatie (= betekenisgeving).Sociale werkelijkheden zijn dus opkomend en collaboratief van aard.

Gebruikt een logica van diepe interpretatie van mensen en hun acties, motieven en gevoelens, hoe mensen (bemiddelde) culturele symbolen gebruiken en hoe gedeelde betekenissen worden gecreëerd. Meer geneigd om 'kritisch' te zijn ten opzichte van de status quo en streeft ernaar deze te veranderen.

objectivisme:

“Realiteit” is enkelvoud, a priori en objectief. Het bestaat onafhankelijk van zijn kenner.

Gebruikt een logica van meting en kwantificering. Meer 'neutraal' beschrijving.

The epistemology of qualitative communication research

 Hoe kunnen we kennis verzamlen over de sociale werkelijkheid vanuit een constructivistisch perspectief?

 Twee belangrijke epistemologieën: Interpretivistisch / Kritisch

 In de praktijk worden beide standpunten gecombineerd in kwalitatief communicatie

onderzoek dat zich op het raakvlak van media, cultuur en maatschappij bevindt.

The epistemology, The Interpretivist logic of knowledge collection is as follows

• Kennis door samenwerking: Onderzoekers en participanten beïnvloeden elkaar; onderzoekers zijn actief betrokken en verantwoordelijk voor hun aanpak.

• Diep begrip door interactie: Onderzoekers verkrijgen inzicht door langdurige interactie binnen de sociale context van de participanten.

• Gebruik van taal: Gegevens worden verzameld via gesprekken, verhalen, interviews, teksten en andere communicatiemiddelen.

• Context en subjectiviteit: Onderzoekers erkennen hun eigen perspectief en beschrijven de context waarin ze werken.

• Inductieve theorievorming: Theorieën worden ontwikkeld door voorlopige verklaringen te toetsen aan nieuw onderzoeksmateriaal.

• Breder toepasbare kennis: Fenomenen worden niet alleen lokaal, maar ook in andere contexten onderzocht om bredere toepasbaarheid te waarborgen..

The epistemology, The Critical logic of knowledge collection is as follows:

 Bevordert ethisch en politiek gevoelige studies naar machtsverhoudingen (bijv. sociale ongelijkheden en onrechtvaardigheden). Ze brengen strijd over normen, waarden en ideeën naar voren; hoe worden machtsverhoudingen versterkt, in stand gehouden, onderhandeld en weerstaan.

 De “feiten” van onderzoek kunnen nooit los worden gezien van de waarden. Onderzoek is niet en kan nooit - “onschuldig” zijn.

 De kritische theorie houdt zich bezig met het moderne samenkomen van systemen van onderdrukking zoals neoliberalisme (zie marxistische theorie), maar ook patriarchaat (zie feministische theorie), homofobie, transfobie (zie queer theorie), racisme, kolonialisme, imperialisme (zie postkolonialisme), enz.

SUMMARY: Foundations of Qualitative Communication Research

Formatting your Research Field in Qualitative Communication Research

Unit of analysis and sampling

 In kwantitatieve communicatiestudies is het heel gebruikelijk om te denken aan steekproeven als subgroepen van populaties die bestaan uit mensen of teksten (bijvoorbeeld in enquêtes). Kwalitatieve studies nemen echter vaak steekproeven andere analyse-eenheden, bijvoorbeeld omgevingen, activiteiten en gebeurtenissen met betrekking communicatie.

 Ook verschilt het proces van steekproeven van kanssteekproeven in kwantitatief onderzoek: Kwalitatieve steekproeftrekking wordt gedreven door een theoretisch en/of praktisch doel, niet door een waarschijnlijkheidsbeginsel en hypothesetest.

testen.

 Terwijl een eerste stap een relevante communicatiecontext kan identificeren, zal de zal de volgende stap bepaalde media, gebruikers of communicatieve interacties uitkiezen voor gedetailleerde studie.