In opmars zijn
Avoir un succĂšs grandissant
Ontstaan
Voir le jour
Afkomstig uit
Originaire de
Zich verspreiden
SâĂ©tendre
De toename
Lâaugmentation
Gemeenschappelijk
En communauté
Voornamelijk
Principalement
De vergrijzing
Le vieillissement
Verwerven
Acquérir
Het tekort aan
Le manque de
Bewoonbaar
Habitable
De opkomst
La montée
Het delen
Le partage la division
Het eigendom
La propriété
De vermoeidheid
La fatigue
De eenzaamheid
La solitude
Voorkomend
Qui a lieu est présent
GeĂŻnteresseerd zijn in
Ătre intĂ©ressĂ© par
De overweging
La considération
Opdelen
Parcelliser subdiviser
Beiden
Offrir
Aangetrokken zijn
Ătre attirĂ©
De band
Le lien
De sfeer
lâambiance
Gezamenlijk
En commun collectif
Bindend
Qui relie
Gevoed
Nourri
Hecht
Durable solide
De behoefte
Le besoin
Doorbreken
Rompre
Verkrijgen
Obtenir
Overblijven
Subsister
In de loop
Au cours
Uiteindelijk
En fin de compte
De wedergeboorte
La renaissance
De invulling
Le contenu le remplissage
De beleving
LâexpĂ©rience vivre quelque chose
Zinvol
Qui a du sens
Opvallend
Frappant
Stralend
Rayonnant
In het licht stellen
Mettre en lumiĂšre
Het boekenhouden
Faire de la comptabilité
Het inzicht
La notion la connaissance
De spullen
Les affaires (objets)
Het werkgerief
Les outils ustensiles de travail
Het toestel
Lâapparat
Vergen
Requérir exiger
De afstemming
Le réglage la mise au point
Het overleg
La consultation
De opvatting
Lâopinion
De veerkracht
LâĂ©lasticitĂ© le ressort
De blik
Le regard
De verrijking
Lâenrichissement
Onder druk zetten
Mettre sous pression
De verwachting
Lâattente
Verruimen
Ălargir
Weggezogen
Aspiré
Toegevingen doen
Faire des concessions
Opkomen voor iets
Prendre la dĂ©fense de/ sâinsurger contre
Aanvullen
ComplĂ©ter/ ĂȘtre complĂ©mentaire
De bezitting
La possession
Inspraak hebben
Avoir droit au chapitre
Vasthouden aan
Se raccrocher Ă
De vluchteling
Le réfugié
De minderbedeelde
Qui est Ă©conomiquement faible
Wegwerpen
Jeter (aprĂšs consommation)
Afgedankte spullen
Les affaires usées/ qui ont fait leur temps
Botsen op
Se heurter Ă
Het onbegrip
LâincomprĂ©hension
Aanzien worden
Ătre regardĂ© /ĂȘtre considĂ©rĂ©
De inzet
Le dévouement
In ruil voor
En Ă©change de
Op voorwaarde
Ă condition que
Omwille van
En raison de
De meerwaarde
La plus-value
Het doeleinde
Le but/ la fin