Duits signaalwoorden - D-NL

5.0(1)
studied byStudied by 4 people
5.0(1)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/70

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

German

5th

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

71 Terms

1
New cards
auch
ook
2
New cards
ebenfalls, ebenso
eveneens , ook
3
New cards
außerdem, zudem, zusätzlich, hinzu kommt
bovendien
4
New cards
nicht nur … sondern auch
niet alleen … maar ook
5
New cards
erstens / zweitens/ drittens
ten eerste / tweede / derde
6
New cards
sowie
evenals, alsook
7
New cards
denn
want
8
New cards
weil / da
omdat
9
New cards
schließlich
per slot van rekening
10
New cards
nämlich
namelijk
11
New cards
indem
doordat
12
New cards
zumal da …. (ja)
vooral omdat
13
New cards
unter der Bedingung
op voorwaarde
14
New cards
wenn
als / indien
15
New cards
vorausgesetzt, dass
mits / als …, dan wel
16
New cards
falls
indien
17
New cards
es sei denn
tenzij
18
New cards
unter der Bedingung, dass …
op voorwaarde
19
New cards
aber
maar, echter
20
New cards
sondern
(niet/geen) maar wel ….
21
New cards
doch, jedoch
toch , echter
22
New cards
jedoch
echter
23
New cards
allerdings
echter
24
New cards
dennoch
toch / desalniettemin
25
New cards
Wenn auch
alhoewel , ook al
26
New cards
nicht … sondern
niet … maar (wel)
27
New cards
obwohl / obschon
hoewel
28
New cards
trotz(dem)
(des)ondanks
29
New cards
während
terwijl
30
New cards
zwar … aber / zwar … doch
weliswaar … maar
31
New cards
dagegen, hingegen
daarentegen
32
New cards
einerseits … andererseits
enerzijds … anderzijds
33
New cards
eigentlich
eigenlijk
34
New cards
immerhin
in ieder geval
35
New cards
ohnehin
toch al
36
New cards
statt /stattdessen
in plaats (daar)van
37
New cards
also
dus
38
New cards
daher
vandaar
39
New cards
damit
zodat, om te bereiken dat
40
New cards
deshalb
derhalve, daarom
41
New cards
demnach
dus, daarom
42
New cards
deswegen
daaroom, vandaar
43
New cards
somit
dus , daarom
44
New cards
folglich
dus, daarom
45
New cards
je … desto (umso)
hoe (bijv. grooter)… hoe (bijv. zwaarder)
46
New cards
so … dass
zo (bijv. eerlijk)…. dat … (bijv. kwetsend)
47
New cards
zum Beispiel, beispielsweise
bijvoorbeeld
48
New cards
etwa
bijvoorbeeld
49
New cards
so
so, bijvoorbeeld
50
New cards
auch
ook
51
New cards
ebenso / genauso … wie
(net / precies) zo … als
52
New cards
weder … noch
noch … noch (geen van beiden)
53
New cards
erst recht
pas echt
54
New cards
gar
al helemaal
55
New cards
nicht nur … sondern auch *
niet alleen … maar ook (zelfs)
56
New cards
sogar
zelfs
57
New cards
tatsächlich / in der Tat
inderdaad
58
New cards
zumal
vooral
59
New cards
nur
slechts, alleen (maar)
60
New cards
jedenfalls
in elk geval
61
New cards
keinesfalls / keineswegs / auf keinen Fall
helemaal niet
62
New cards
wenigstens
ten minste / op z’n minst / althans
63
New cards
übrigens
overigens, trouwens
64
New cards
zusätzlich
daar komt bij, daarnaast, extra
65
New cards
seit/seitdem
sinds
66
New cards
eher
eerder
67
New cards
früher
vroeger
68
New cards
später
later
69
New cards
danach
daarna
70
New cards
schließlich
uiteindelijk
71
New cards
Zum Schluss
aan het einde