ici on parle francais

effacer

uitwissen

nettoyer

schoonmaken

sortir

uitgaan

partir plus tôt

vroeger vertrekken

aller chercher

gaan halen

allumer

aansteken

eteindre

uitdoen

distribuer

uitdelen

reporter

verzetten/ uitstellen

comprendre

begrijpen

suivre

volgen

répéter

herhalen

expliquer encore une fois

nog een keer uitleggen

oublier

vergeten

un cahier d'activités

een werkboek

un livre de grammaire

een grammatica boek

le vocabulaire

de woordenschat

la grammaire

de grammatica

les notes

de punten, de notities

une feuille de test

toestenblad

une feuille de brouillon

een kladblad

un journal de classe

agenda

le tableau

het bord

un effaceur

bordveger

les toilettes

de toiletten

la poubelle

de vuilnisbak

un morceau de craie

een stukje krijt

un feutre

een stift

qaund allez-vous faire l'interrogation sur

wanneer gaat u de toets afnemen over

pour quel jour devons-nous faire ce devoir

tegen welke dag moeten wij deze taak maken

Qeulle est la date

wat is de datum

quelle heure est-il

Hoe laat is het?

avez-vous déjà corrigé les tests

heeft u de toetsen al verbeterd

a quelle page se trouve l'exercice

op welke pagina staat de oefening

qaund est-ce que je dois ratraper les test sur

wanneer moet ik de test ... inhalen

qu' est-ce qui se trouve au tableau

wat staat er op het bord

Que signifie...?/ quel est le sens du mot /comment dit-on en français

wat betekend/ wat is de betekenis van het woord/ hoe zegt men in het frans

je ne me sens pas bien je peux sortir un instant

Ik voel me niet zo goed. Mag ik even naar buiten?

je pourrais aller aux toilettes

zou ik naar het toilet mogen gaan

il fait chaud ici. je peux fermer la fenêtre

het is hier warm mag ik het raam openen

j'ai froid je peux fermer la fenêtre

ik heb het koud mag ik het raam sluiten

j'ai oublié mon sac à dos , je peux aller le chercher

ik ben mijn rugzak vergeten mag ik hem zoeken

Vous êtes devant le tableau. Pourriez-vous changer de place s.v.p.?

u staat voor het bord. zou u van plaats kunnen veranderen

Voulez-vous répéter, svp?

Wilt u dat herhalen aub?

voudriez-vous exoliquer encore une fois

zou u het nog eens willen uitleggen

voulez-vous écrire ce mot au tableau s.v.p

wilt u dit woord op het bord schrijven aub

voudriez-vous parler plus lentement

zou u trager willen praten

écoutez et répétez les phrases

luister en herhaal de zinnen

je voudrais poser une question

Ik zou een vraag willen stellen.

qu'est-ce que ça veut dire

Wat wil dat zeggen?

ça se prononce comment

Hoe spreek je het uit

je ne comprends pas

Ik begrijp het niet.

Ça se prononce comment?

hoe spreek je het uit

je n'ai pas bien compris

ik begrijp het niet goed

Vous pouvez expliquer encore une fois, s'il vous plaît?

kan u het nog eens uitleggen aub

je ne comprends pas ce qu'il faut faire

ik begrijp niet wat we moeten maken

Est-ce qu'il y a does devoirs

zijn er taken opdrachten

Je suis désolé, j'ai oublié mes devoirs à la maison

het spijt me ik ben mijn huiswerk thuis vergeten

est-ce que c'est possible d'apporter mon devoir demain

is het mogelijk dat ik mijn huiswerk morgen in lever

est-ce que je peux aller aux toilettes

Mag ik naar de toilet gaan aub

Excusez-moi,je ne me sens pas bien est-ce que je peux aller à l'nfirmerie

excuseer mij ik voel mij niet goed mag ik naar het secertariaat gaan

Ca va comme ça/ je ne sais pas

het gaat zo

j'ai oublié

ik ben vergeten

je serai absent demain

ik ben morgen afwezig

je serai absent le semain prochian

ik ga volgende week afwezig zijn

j'étais absent la semain dernière

ik was vorige week afwezig

merci

bedankt

épelez

spel

écrivez

schrijf

écoutez

luisteren

répétez

herhaal

ne regardez pas le livre

kijk niet in jullie boek

ouvrez votre livre

open jullie boek

fermez le livre

sluit jullie boek

attendez

wacht

encore une fois

nog een keer

Peut-on utiliser le dictionnaire?

moeten we een woordenboek gebruiken

c'est pour quand

Voor wanneer is het?

vous pouvez m'aider

kan u mij helpen

venez ici

kom hier

venez au tableau

kom naar het bord

Qui est absent?

wie is afwezig?

est-ce qu'il y a volontaire

wie is vrijwillger

vous avez 10 minutes pour le test

jullie hebben 10 minuten voor de test

c'est fini

het is gedaan

travaillez par groupe de deux personnes

werk in groepen van 2

faites des groupes de trois personnes

maak groepen van 3

Demandez à votre voisin.

vraag het aan je buur

bonjour

goedendag

au revoir

tot ziens

à demain

tot morgen

à la semaine prochaine

tot volgende week

bonnes vacances

Prettige vakantie!

bonne journée

prettige dag

bonne soirée

fijne avond

bon anniversaire

gelukkige verjaardag

joyeux noël

vrolijk kerstfeest

bonne année

gelukkig nieuwjaar

une trousse

een pennenzak

un crayon

een potlood