biologie H7. H5, H1, H2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/29

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

ecologie

studie van organismen en de relatie tot hun omgeving

2
New cards

biotische factoren

biotische factoren = invloeden organisme op andere organisme

3
New cards

abiotische factoren

invloeden organisme afkomstig levenloze natuur

4
New cards

organisatieniveau’s

organisme, individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer

5
New cards

mutualisme

beide soorten organismen hebben voordeel v/d samenleving

6
New cards

commensalisme

1 van beide organisme heeft voordeel, andere organisme geen voor/nadeel

7
New cards

parasitisme

organisme (parasiet) leeft op in organisme van ander soort, voordeel parasiet, nadeel gastheer

8
New cards

symbiose

langdurig samenleving van organismen van verschillende soorten

9
New cards

populatiegrootte in schommeling door:

  • voedselrelaties

  • parasitisme

  • ziekten

  • concurrentie

  • geboorte

  • sterfte

  • migratie

10
New cards

dynamiek

schommelen van biotische factoren
(resultaat → populatiedichtheid binnen bepaalde grenzen blijft schommelen)

11
New cards

draagkracht

maximale populatiegrootte die gedurende een lange periode gehandhaafd kan blijven

12
New cards

exoten

organisme die door gevolg van menselijk handelen in een leefgebied komen waar ze niet oorspronkelijk vandaan komen

13
New cards

voedselketen

geeft voedselrelaties in een ecosysteem weer. (Elke populatie is voedselbron voor andere populatie)

14
New cards

reducenten

bacterien en schimmels afbreken dood materiaal tot anorganische stoffen (mineralen)

15
New cards

organische stoffen

  • C-H relatie

  • zuurstofatomen (O)

16
New cards

anorganische stoffen

  • kleiner dan organische stoffen

  • weinig chemische energie

17
New cards

assimilatie

bijv fotosynthese:

  • kost energie

  • grote organische moleculen → gevormd uit kleine moleculen

18
New cards

dissimilatie

bijv verbranding glucose:

  • verwerkt energie

19
New cards

voortgezette assimilatie

vorming van:

  • Eiwitten

  • Vetten DNA

  • koolhydraten (mbv) glucose en mineralen

20
New cards

autotrofe organisme

zelf voedingsstoffen binnenkrijgen

  • assimilatie

  • voortgezette assimilatie

  • dissimilatie

Koolstofassimilatie: vorming van glucose en zuurstof, uit water en koolstofdioxide (fotosynthese)

Voortgezette assimilatie: vorming van eiwitten, vetten, DNA & koolhydraten, dmv glucose/mineralen

21
New cards

heterotrofe organisme

eten andere organisme om voedingsstoffen te krijgen

  • voortgezette assimilatie

  • dissimilatie

Voortgezette assimilatie: vorming van eiwitten, vetten, DNA & koolhydraten, dmv glucose/mineraleno

22
New cards

biomassa

totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme

23
New cards

sucessie

ontwikkeling van een natuurgebied van een pioniersecosysteem naar climaxecosysteem

24
New cards

pioniersecosysteem

  • sterke wisseling abiotische factoren

  • voedselarme bodem (zand)

  • soortenarm

  • eenvoudig voedselweb

25
New cards

climaxecosysteem

  • abiotische factoren zijn redelijk constant

  • voedselrijke bodem

  • soortenrijk

  • ingewikeld voedselweb

  • gelijkblijvende biomassa

  • gesloten systeem

26
New cards

primaire successie

vindt plaats op (bijna) kaal gebied

27
New cards

secundaire successie

minder ongusige omstandhigheden en hoeft het proces van successie niet van vooraf aan te beginnen

28
New cards

indictatorsoorten

soorten die kenmerkend zijn voor de aanwezigheid van bepaalde milieufactoren

29
New cards

modelleren

onderzoek maken van modellen die bestuurd kunnen worden
voordeel: zelf bepalen welke factoren je meebepaald en niet

30
New cards

evenwichtssituatie:

situatie in gebied waarbij een gebied in evenwicht is