1/29
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ecologie
studie van organismen en de relatie tot hun omgeving
biotische factoren
biotische factoren = invloeden organisme op andere organisme
abiotische factoren
invloeden organisme afkomstig levenloze natuur
organisatieniveau’s
organisme, individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer
mutualisme
beide soorten organismen hebben voordeel v/d samenleving
commensalisme
1 van beide organisme heeft voordeel, andere organisme geen voor/nadeel
parasitisme
organisme (parasiet) leeft op in organisme van ander soort, voordeel parasiet, nadeel gastheer
symbiose
langdurig samenleving van organismen van verschillende soorten
populatiegrootte in schommeling door:
voedselrelaties
parasitisme
ziekten
concurrentie
geboorte
sterfte
migratie
dynamiek
schommelen van biotische factoren
(resultaat → populatiedichtheid binnen bepaalde grenzen blijft schommelen)
draagkracht
maximale populatiegrootte die gedurende een lange periode gehandhaafd kan blijven
exoten
organisme die door gevolg van menselijk handelen in een leefgebied komen waar ze niet oorspronkelijk vandaan komen
voedselketen
geeft voedselrelaties in een ecosysteem weer. (Elke populatie is voedselbron voor andere populatie)
reducenten
bacterien en schimmels afbreken dood materiaal tot anorganische stoffen (mineralen)
organische stoffen
C-H relatie
zuurstofatomen (O)
anorganische stoffen
kleiner dan organische stoffen
weinig chemische energie
assimilatie
bijv fotosynthese:
kost energie
grote organische moleculen → gevormd uit kleine moleculen
dissimilatie
bijv verbranding glucose:
verwerkt energie
voortgezette assimilatie
vorming van:
Eiwitten
Vetten DNA
koolhydraten (mbv) glucose en mineralen
autotrofe organisme
zelf voedingsstoffen binnenkrijgen
assimilatie
voortgezette assimilatie
dissimilatie
Koolstofassimilatie: vorming van glucose en zuurstof, uit water en koolstofdioxide (fotosynthese)
Voortgezette assimilatie: vorming van eiwitten, vetten, DNA & koolhydraten, dmv glucose/mineralen
heterotrofe organisme
eten andere organisme om voedingsstoffen te krijgen
voortgezette assimilatie
dissimilatie
Voortgezette assimilatie: vorming van eiwitten, vetten, DNA & koolhydraten, dmv glucose/mineraleno
biomassa
totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme
sucessie
ontwikkeling van een natuurgebied van een pioniersecosysteem naar climaxecosysteem
pioniersecosysteem
sterke wisseling abiotische factoren
voedselarme bodem (zand)
soortenarm
eenvoudig voedselweb
climaxecosysteem
abiotische factoren zijn redelijk constant
voedselrijke bodem
soortenrijk
ingewikeld voedselweb
gelijkblijvende biomassa
gesloten systeem
primaire successie
vindt plaats op (bijna) kaal gebied
secundaire successie
minder ongusige omstandhigheden en hoeft het proces van successie niet van vooraf aan te beginnen
indictatorsoorten
soorten die kenmerkend zijn voor de aanwezigheid van bepaalde milieufactoren
modelleren
onderzoek maken van modellen die bestuurd kunnen worden
voordeel: zelf bepalen welke factoren je meebepaald en niet
evenwichtssituatie:
situatie in gebied waarbij een gebied in evenwicht is