Studied by 1 person
Le conseil
het advies
Le départ
het vertrek
le logement
de slaapgelegenheid
la réduction
de korting
le renseignement
de inlichting
le séjour
het verblijf
le stage
de stage
le tour du monde
de wereldreis
abordable
betaalbaar
délicieux, délicieuse
heerlijk
atterrir
landen
développer
ontwikkelen
faire confiance à quelqu’un
iemand vertrouwen
hésiter
aarzelen
loger
logeren
parler couramment
vlot praten
réserver
reserveren
s’adapter à
zich aanpassen aan
se débrouiller
zich redden, rondkomen
se faire du soucis
zich zorgen maken
s’ennuyer
zich vervelen
se perdre
verloren rijden, verloren lopen
s’occuper de
zich bezighouden met
à peine
nauwelijks
en fait
in feite
en plus
bovendien
pas … non plus
ook niet
l’acompte
het voorschot
l’agence de voyages
het reisagentschap
l’annulation
de annulering
le contrat de location
het huurcontract
le coût
de kostprijs
la coutume
de gewoonte
l’échange
de uitwisseling
la famille d’accueil
het gastgezin
l’itinéraire
de reisweg
le participant, la participante
de deelnemer, de deelneemster
les préparatifs
de voorbereidingen
le quotidien
het dagelijks leven
le trajet
het traject
le vacancier, la vacancière
de vakantieganger
le visa
het visum
typique de
typisch voor
séjourner
verblijven
se renseigner
inlichtingen inwinnen
dans les environs
in de omgeving
en haute / basse saison
in het hoog- / laagseizoen
l’aventurier, l’aventurière
de avonturier, de avonturierster
le défi
de uitdaging
l’immersion (f)
de onderdompeling
l’objectif
het doel
le préjugé
het vooroordeel
angoissé(e)
angstig
faire face à
het hoofd bieden aan
l’expérience
de ervaring
la maîtrise
de beheersing
l’opportunité
de gelegenheid, kans
autonome
zelfstandig
enrichissant(e)
verrijkend
mature
volwassen
tolérant(e)
verdraagzaam
acquérir
verwerven
améliorer
verbeteren (van kwaliteit)
progresser
vooruitgaan
s’épanouir
zich ontplooien
s’investir (dans)
zich inzetten (voor)
soutenir
ondersteunen
avoir l’esprit ouvert
een open geest hebben
devenir
worden
faire connaissance avec
kennismaken met
Note 
Flashcard (138)