CGO casus 5

Verpleegproblemen bij artrose

Potentiële verpleegproblemen bij artrose omvatten: chronische pijn, mobiliteitsbeperkingen, angst en depressie, verminderde zelfstandigheid, en risico op slaapstoornissen.

Potentiele verpleegproblemen leverproblematiek

In de context van leverproblematiek kunnen potentiële verpleegproblemen omvatten: chronische pijn, vermoeidheid, voedingsproblemen, risico op infecties, en psychologische stress.

Interventies bij artrose

Interventies bij artrose kunnen bestaan uit pijnmanagement, fysiotherapie, educatie over zelfzorg, aanpassing van activiteiten, en het bevorderen van lichaamsbeweging.

Interventies bij leveraandoeningen

Interventies bij leveraandoeningen kunnen bestaan uit voedingsadvies, medicatiebeheer, monitoring van leverfunctie, educatie over leefstijlveranderingen, en ondersteuning bij psychologische aspecten.

Neurobiologisch systeem voor beloning en salliantie

Een systeem in de hersenen dat verantwoordelijk is voor de ervaren beloning en motivatie, dat verstoord kan worden door verslavende middelen.

Hypofrontaliteit

Verminderde activiteit van de orbito-frontale cortex die leidt tot slechte impulscontrole, vaak geassocieerd met verslaving.

Complexiteit van verslaving

Verslaving is een chronische aandoening waarbij middelen steeds belangrijker worden, wat leidt tot afhankelijkheid en verwaarlozing van andere levensaspecten.

Ambulante begeleiding

Een vorm van behandeling voor langdurig verslaafden waarbij therapie en ondersteuning buiten een klinische setting worden geboden.

Dagopvang onder toezicht

Een voorziening waar mensen middelen gebruiken onder toezicht, vaak aangeboden voor verslaafden voor stabilisatie en ondersteuning.

Dagbesteding op zorgboerderij

Een therapievorm waarbij verslaafden activiteiten doen op een zorgboerderij om structuur en sociale interactie te bevorderen.

Stimulerende middelen

Middelen zoals koffie, cocaïne, amfetamine en tabak die een stimulerend effect hebben op het centrale zenuwstelsel.

Verdovende middelen

Middelen zoals heroïne en methadon die een verdovend effect hebben en vaak worden misbruikt in verslavingscontexten.

Bewustzijnsveranderende middelen

Middelen zoals hasj, lsd en psilocybine die de perceptie en het bewustzijn veranderen.

Middelen met gemengde effecten

Substanties die zowel stimulerende als verdovende eigenschappen kunnen vertonen, afhankelijk van de context en de dosis.

Gedragsverslavingen

Verslavingen die betrekking hebben op gedrag zoals seks, gokken, eten, kopen, social media en gamen.

Somatische complicaties van verslaving

Fysieke gezondheidsproblemen die voortkomen uit verslaving, zoals cardiovasculaire, pulmonaire en leveraandoeningen, infecties, endocriene stoornissen, kanker en slaapstoornissen.

Agonisten

Stoffen die de werking van een lichaamseigen stof nabootsen door stimulatie van dezelfde receptoren, zoals methadon en buprenorfine als opiaatagonisten.

Detoxificatie

Het proces van ontgiften om onthoudingsverschijnselen te beperken.

Onthoudingsverschijnselen

Symptomen zoals angst, transpireren, misselijkheid en slapeloosheid die optreden bij het stoppen met middelen.

Verslavingsdriehoek

Een model dat de ernst van verslaving en de beschikbare behandelingsopties in kaart brengt.

Theoretische benadering van verslaving

Oudere visies zien verslaving als een keuze en afkeuring, met de nadruk op 'recht op pad brengen'.

Motiverende gespreksvoering

Een communicatietechniek die gericht is op het vergroten van de intrinsieke motivatie voor gedragsverandering.

Remediatie

Een proces gericht op herstel en vermindering van stress gerelateerd aan verslaving.

Rehabilitatie

Een proces gericht op de verbetering van functioneren in verschillende levensgebieden na verslaving.

Fasen van verandering

De vijf fases van gedragsverandering: voorbeschouwing, overpeinzing, voorbereiding, actie en gedragsbehoud.

Cognitieve gedragstherapie (CGT)

Een behandeling die zich richt op het beïnvloeden van gedachten en gevoelens om gedrag te veranderen.

Zelfcontroletechnieken

Methodes die individuen helpen hun gedrag te monitoren en te reguleren.

Terugvalpreventie

Strategieën en technieken die helpen bij het voorkomen van terugval in problematisch gedrag.

Sociale vaardigheidstraining

Training gericht op het verbeteren van sociale vaardigheden om beter om te gaan met situaties die terugval kunnen veroorzaken.

Conditionering

Een leerproces waarbij gedrag wordt versterkt of verzwakt door het gebruik van beloningen en straffen.

Exposuretherapie

Een behandelmethode waarbij personen worden blootgesteld aan de situaties die angst oproepen om zo hun reacties te leren beheersen.

Omgevingsmanipulatie

Het aanpassen van de omgeving om een positieve gedragsverandering te ondersteunen.

Zelfregistratie

Het bijhouden van eigen gedrag en gevoelens als hulpmiddel voor bewustwording en gedragsverandering.

Noodplan

Een opgesteld plan dat richtlijnen biedt voor situaties waarin er risico op terugval bestaat.

Oefenen voor sociale druk

Technieken en scenario's oefenen om beter om te gaan met druk van anderen en terugval te voorkomen.

Wet verplichte GGZ

Regels voor verplichte geestelijke gezondheidszorg en opname van mensen met psychiatrische stoornissen.

Verplichte zorg

Zorg die wordt toegepast tegen de wil van de patiënt.

Ernstig nadeel

Situaties zoals levensgevaar, ernstig letsel of verwaarlozing die verplichte zorg kunnen rechtvaardigen.

Bedreiging van veiligheid

Situaties waarin de veiligheid van personen of goederen in gevaar is door het gedrag van een patiënt.

Zorgmachtiging

Juridische machtiging van de rechter die professionals in staat stelt verplichte zorg te bieden, ook tegen de wil van de patiënt.

Procedure voor zorgmachtiging

Bestaat uit informatieverzameling, indiening van een verzoek, rechtszitting, beslissing van de rechter en uitvoering.

Crisismachtiging

Juridische machtiging gericht op directe zorgverlening in een acute crisissituatie voor patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen.

Doel van crisismachtiging

Garanderen van veiligheid en bieden van onmiddellijke zorg, ondanks verzet van de patiënt.

Procedure voor crisismachtiging

Bestaat uit aanvraag, spoedzitting, besluit van de rechter, en toepassing van de zorg.

Vertegenwoordigers van patiënten

Individuen zoals familieleden, wettelijke vertegenwoordigers, zorgverleners en vertrouwenspersonen die de patiënt bijstaan.