CGO casus 5

  • Kan uitleg geven over het neurobiologische systeem van beloning en saillantie met betrekking tot verslaving (box 10.1);

  • Kan uitleggen wat verslaving is (10.1) en benoemen verschillende vormen van verslavingszorg (10.2);

  • Kent de drie soort verslavende middelen (stimuleren, verdovend, bewustzijn veranderend) (10.2.1);

  • Kan uitleggen wat gedragsverslavingen zijn (10.2.2.);

  • Kan somatische complicaties bij verslaving benoemen (10.3.4);

  • Kan uitleggen welke rol agonisten in de farmatherapeutische behandeling hebben (10.5.2);

  • Weet wat detoxificatie inhoudt (10.5.2 - 10.6.3) en kan verschillende onthoudingsverschijnselen benoemen (tabel 10.5);

  • Kan de theoretische perspectieven op verslaving uitleggen en de verslavingsdriehoek benoemen (10.4.1 & figuur 10.1);

  • Kan uitleggen hoe motiverende gespreksvoering en cognitieve gedragstherapie ingezet worden in de (verpleegkundige) behandeling (10.5.1 en 10.5.2 en 10.6.1);

  • Kan de patiënt ondersteunen bij het voorkomen of opvangen van een terugval en weet welke interventies hierbij nuttig zijn (10.6.1 en 10.6.5);

  • Beschrijft en verklaart de risicofactoren en de gevolgen van een ziekenhuisopname voor de oudere zorgvrager;

  • Kan potentiële verpleegkundige problemen benoemen ten gevolge van artrose en leverproblematiek en bijpassende interventies benoemen.

Organisator:

  • De student kan de betekenis van de Wet verplichte ggz uitleggen in eigen woorden.

  • De student kan uitleggen wat een crisismachtiging en wat een zorgmachtiging is en hoe de procedure is.

  • De student kan uitleggen wat ernstig nadeel inhoudt en wat verplichte zorg inhoudt.

  • De student weet wie de patiënt kan vertegenwoordigen.


Neurobiologisch systeem voor beloning en salliantie, verslaving: pathofysiologisch de hersenfunctie > neemt de controlerende werking van hogere hersenschors gebieden af. De psychoactieve stoffen zijn heel sterk als beloning en zorgen voor inflatie van natuurlijk beloningssysteem en werking orbitor frontale cortex = hypofrontaliteit = slechte impulscontrole

verslaving= complex; door middelen wordt steeds belangrijker en je wordt afhankelijk en gaat dingen verwaarlozen, choniciteitneigende aandoening

GGZ gespecialiseerd in verslavingsproblemen:

  • ambulante begeleiding voor langdurige verslaafde

  • dagopvang onder toezicht middelen gebruiken

  • dagbesteding op zorgboerderij

Soorten middelen:

  • stimulerend: koffie, cocaïne, amfetamine en tabak

  • verdoven: heroïne en methadon

  • bewustzijnsverandering: hasj, lsd, psilocybine

    en middelen met gemengde effecten

Gedragsverslavingen: verslavingen die betrekking hebben op gedrag: seks, gok, eet, koop, socialmedia en gameverslaving

somatische complicatie cardiovasculair, pulmonaal, infecties, leveraandoeningen, endocriene stoornissen, kanker en slaapstoornissen

agonisten : agonisten zijn stoffen die de werking van een lichaamsstof nabootsen door stimulatie van zelfde receptorenopiaat agonisten = methadon en buprenorfinen

detoxificatie: de onthoudingsverschijnselen te beperken ontgiften

onthoudingsverschijnselen: angst, transpireren, misselijk en slapeloosheid

verslavingsdriehoek; de ernst en behandelingsoptie

theoretisch: oudsher = keuze, afkeuring rechte pad brengen.

motiverende gespreksvoering tijdens; remediatie en rehabilitatie

remendiatie: gericht op herstel en vermindering stress

rehabilitatie: gericht op verbetering functioneren levensgebieden

Voor vergroten van motivatie om voor verandering te zorgen door 5 fases: voorbeschouwing, overpeinzing, voorbereiding, actie en gedragsbehoud

CGT als behandeling: de gedachten en gevoelens beïnvloeden het gedrag: zelfcontroletechnieken, terugvalpreventie, sociale vaardigheidstraining, motiverende gespreksvoering

ook conditionering en gedragstrainingen is exposure en omgevingsmanipulatie

terugval moet je info over geven en interventies

  • zelfregistratie

  • noodplan opstellen

  • oefenen voor sociale druk

wet verplichte ggz: regels voor verplichte geestelijke gezondheidszorg en verplichte opname van mensen met een psychiatrische stoornis

verplichte zorg: zorg die ondanks verzet toch wordt toegepast

ernstig nadeel”

  • levensgevaar, ernstig lichamelijk-, psychisch en financieel letsel, verwaarlozing

  • bedreiging van veiligheid personen en goederen

  • agressie bij anderen oproepen

Je mag alleen verplichte zorg leveren als de rechter een machtiging heeft afgegeven = welke zorg

Zorgmachtiging

Een zorgmachtiging is een juridische machtiging die door een rechter wordt afgegeven. Het stelt professionals in staat om verplichte zorg aan een persoon met een psychiatrische aandoening te bieden, zelfs tegen diens wil.

Procedure voor Zorgmachtiging

  1. Verzamelen van informatie: Medische rapporten en observaties van behandelaars worden verzameld.

  2. Indienen van een verzoek: Het verzoek om zorgmachtiging wordt bij de rechtbank ingediend, vergezeld van de benodigde informatie.

  3. Rechtszitting: Een rechtszitting wordt gehouden waarbij betrokkenen, inclusief de patiënt, hun standpunten kunnen inbrengen.

  4. Beslissing van de rechter: De rechter neemt na de zitting een beslissing over de aanvraag voor zorgmachtiging.

  5. Uitvoering: Indien de machtiging wordt verleend, kan de verplichte zorg worden toegepast.

Crisismachtiging

Een crisismachtiging is een juridische machtiging die door een rechter wordt verleend, gericht op het bieden van directe zorg aan personen met een ernstige psychiatrische aandoening in een crisissituatie. Dit kan noodzakelijk zijn om de veiligheid van de persoon zelf en anderen te waarborgen.

Doel van Crisismachtiging

  • Veiligheid: Garanderen van de veiligheid van de betrokken persoon en anderen in de omgeving.

  • Directe zorg: Mogelijkheid bieden voor onmiddellijke zorgverlening, ondanks verzet van de patiënt.

Procedure voor Crisismachtiging

  1. Aanvraag: Een verzoek wordt ingediend bij de rechtbank door een zorgprofessional, vaak vergezeld van medische gegevens.

  2. Spoedzitting: Een versnelde rechtszitting wordt gehouden om de situatie van de patiënt in overweging te nemen.

  3. Besluit: De rechter neemt snel een beslissing over de noodzaak van de crisismachtiging, rekening houdend met de urgentie van de situatie.

  4. Toepassing: Indien de machtiging wordt verleend, kan de zorg zonder toestemming van de patiënt worden toegepast, teneinde de acute situatie te stabiliseren.

Verschillende vertegenwoordigers van patiënten kunnen onder andere zijn:

  • Familienleden: Ouders, partners of andere naaste familieleden die betrokken zijn bij de zorg en beslissingen voor de patiënt.

  • Wettelijke vertegenwoordigers: Personen die via een juridische machtiging zijn aangewezen om in de belangen van de patiënt op te komen, zoals een curator of mentor.

  • Zorgverleners: Verpleegkundigen of artsen die oordelen over de zorg en hulp van de patiënt.

  • Vertrouwenspersonen: Personen die de patiënt vertrouwelijk bijstaan en hen helpen om hun wensen en zorgen te communiceren.

robot