Duits Woordenlijst Leesvaardigheid 5v D-NL

ähnlich

soortgelijk

allerdings

echter, toch

als

toen

ankündigen, kündigte an, hat angekündigt

aankondigen

auf der Suche nach

op zoek naar

auswählen, wählte aus, hat ausgewählt

kiezen

benutzen, benutzte, hat benutzt

gebruiken

bestimmt+uitgang

bepaald(e)

betrachten, betrachtete, hat betrachtet

bekijken

bevor

voordat

beweisen, bewies, hat bewiesen

bewijzen

bieten, bot, geboten

bieden

brauchen, brauchte, hat gebraucht

nodig hebben

da

daar, toen, dan

daher

daar vandaan, daarom, vandaar dat

darauf

daarop, daarna

daraufhin

dientengevolge, vervolgens

das Beispiel

het voorbeeld

das Haus hüten

op het huis passen

das Unternehmen, die Unternehmen

het bedrijf

dasselbe, derselbe, dieselbe

hetzelfde, dezelfde

demnach

dus, dientengevolge

dennoch

toch, evenwel

der Ansturm

de stormloop op iets

der Bewerber, die Bewerber

de sollicitant

der Fortschritt, die Fortschritte

de vooruitgang

der Grund, die Gründe

de reden, de redenen

der Mangel, die Mängel

het gebrek

der Mitarbeiter, die Mitarbeiter

de medewerker

der Schutz

de bescherming

der Zweck, die Zwecke

het doel, de zin, het nut

dessen vs. deren

diens

die Anstrengung

de inspanning

die Forderung, die Forderungen

de eis

die Kur

de kuur

die Lüge, die Lügen

de leugen

die Personalabteilung

de personeelsafdeling

die Stelle, die Stellen

de baan

die Wahrheit

de waarheid

doch

toch

ebenfalls

eveneens

ehe

alvorens, voordat

einfach

eenvoudig, makkelijk

einsatzbereit

bereid zich in te zetten, paraat

entscheiden, entschied, hat entschieden

beslissen

enttäuscht sein/werden

teleurgesteld zijn/worden

erklären, erklärte, hat erklärt

uitleggen, verklaren

erleichtern - erschweren

verzachten - bemoeilijken

erst einmal

eerst maar eens

es gibt

er is/er zijn

es wäre

het zou zijn

etwa

rond, bijvoorbeeld

etwas bemerken

iets opmerken

der Absolven

de afgestudeerde

etwas verspüren

iets voelen, bespeuren

fürchterlich

vreselijk

ganz anders

totaal anders

geeignet

geschikt

genau so

net zo als

genügen

voldoen

gewiss

zeker, bepaald

gewissermaßen

in zekere zin

ich hätte/wir hätten

ik zou hebben/wij zouden hebben

hingegen

daarentegen

über etwas hinwegkommen

iets te boven komen

hohe Ansprüche an

hoge eisen hebben

insofern

in dit opzicht

irgendwas

het een of ander

irgendwelche

een of ander, willekeurig

irgendwo

ergens

jedoch

echter, maar

jemand aufmerksam machen auf etwas

iemand attenderen op iets

jemanden schätzen

iemand waarderen

kaum

nauwelijks

könnte/könnten

zou kunnen/zouden kunnen

lassen, ließ, gelassen

laten, liet, heeft gelaten

letztlich

uiteindelijk

Maßnahmen ergreifen

maatregelen nemen

mit Hilfe des…

met behulp van

mittlerweile

inmiddels, ondertussen

nutzen

gebruiken, helpen

offenbar

blijkbaar

passen

passen

prägen, prägte, hat geprägt

vormen

rasch

snel, vlot

schauen

kijken

scheinen, schien, geschienen

bleek/schijnen

schließlich

uiteindelijk, ten slotte

schrumpfen

slinken, dalen

es sei sehr wohl

het zou zeker wel…

sie/seien

zou zijn, zouden zijn

selbstverständlich

vanzelfsprekend

sich fürchten

vrezen

sich trauen

durfen

(sich) verständigen

het eens worden

sicherlich

zeker, beslist

sinken, sank, gesunken

zinken, dalen

so wie

zo als

sogar

zelfs

sollen

moeten