OWW 1-2-3

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/119

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch

1st

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

120 Terms

1
New cards
bederven
bedierf, bedorven
2
New cards
bedriegen
bedroog, bedrogen
3
New cards
beginnen
begon, begonnen
4
New cards
begraven
begroef
5
New cards
bevelen
beval, bevolen
6
New cards
bezinnen
bezon, bezonnen
7
New cards
bezwijken
bezweek, bezweken
8
New cards
bidden
bad, gebeden
9
New cards
bieden
bood, geboden
10
New cards
bijten
beet gebeten
11
New cards
binden
bond gebonden
12
New cards
blazen
blies geblazen
13
New cards
blijken
bleek gebleken
14
New cards
blinken
blonk, geblonken
15
New cards
breken
brak, gebroken
16
New cards
brengen
bracht gebracht
17
New cards
buigen
boog gebogen
18
New cards
denken
dacht gedacht
19
New cards
doen
deed gedaan
20
New cards
dragen
droeg gedragen
21
New cards
drijven
dreef gedreven
22
New cards
dringen
drong gedrongen
23
New cards
duiken
dook gedoken
24
New cards
dwingen
dwong gedwongen
25
New cards
eten
at gegeten
26
New cards
fluiten
floot gefloten
27
New cards
gaan
ging gegaan
28
New cards
gebieden
gebood geboden
29
New cards
gelden
gold gegolden
30
New cards
genezen
genas genezen
31
New cards
Genieten
Genoot, genoten
32
New cards
Geven
Gaf, Gegeven
33
New cards
Gieten
Goot, gegoten
34
New cards
glijden
gleed, gegleden
35
New cards
glimmen
glom, geglommen
36
New cards
graven
groef gegraven
37
New cards
Grijpen
greep, gegrepen
38
New cards
hangen
hing gehongen
39
New cards
hebben
had, gehad
40
New cards
heffen
hief geheven
41
New cards
helpen
hielp geholpen
42
New cards
houden
hield, gehouden
43
New cards
jagen
joeg, gejagen
44
New cards
kiezen
koos gekozen
45
New cards
kijken
keek, gekeken
46
New cards
klimmen
klom geklommen
47
New cards
klinken
klonk geklonken
48
New cards
knijpen
kneep geknepen
49
New cards
komen
kwam gekomen
50
New cards
kopen
kocht gekocht
51
New cards
krijgen
kreeg gekregen
52
New cards
krimpen
kromp gekrompen
53
New cards
kruipen
kroop gekropen
54
New cards
kunnen
kon gekund
55
New cards
laten
liet gelaten
56
New cards
lezen
las gelezen
57
New cards
liegen
loog geloge
58
New cards
liggen
lag gelegen
59
New cards
lijden
leed geleden
60
New cards
lijken
leek geleken
61
New cards
Genieten
Genoot, genoten
62
New cards
Geven
Gaf, Gegeven
63
New cards
Gieten
Goot, gegoten
64
New cards
glijden
gleed, gegleden
65
New cards
glimmen
glom, geglommen
66
New cards
graven
groef gegraven
67
New cards
Grijpen
greep, gegrepen
68
New cards
hangen
hing gehongen
69
New cards
hebben
had, gehad
70
New cards
heffen
hief geheven
71
New cards
helpen
hielp geholpen
72
New cards
houden
hield, gehouden
73
New cards
jagen
joeg, gejagen
74
New cards
kiezen
koos gekozen
75
New cards
kijken
keek, gekeken
76
New cards
klimmen
klom geklommen
77
New cards
klinken
klonk geklonken
78
New cards
knijpen
kneep geknepen
79
New cards
komen
kwam gekomen
80
New cards
kopen
kocht gekocht
81
New cards
krijgen
kreeg gekregen
82
New cards
krimpen
kromp gekrompen
83
New cards
kruipen
kroop gekropen
84
New cards
kunnen
kon gekund
85
New cards
laten
liet gelaten
86
New cards
lezen
las gelezen
87
New cards
liegen
loog geloge
88
New cards
liggen
lag gelegen
89
New cards
lijden
leed geleden
90
New cards
lijken
leek geleken
91
New cards
lopen
liep gelopen
92
New cards
meten
mat gemeten
93
New cards
mijden
meed gemeden
94
New cards
moeten
moest gemoeten
95
New cards
mogen
mocht gemogen
96
New cards
nijpen
neep genepen
97
New cards
prijzen
prees geprezen
98
New cards
rijden
reed gereden
99
New cards
roepen
riep geroepen
100
New cards
ruiken
rook geroken