eufemisme
een verzachtende, verbloemde of verhullende uitdrukking die gebruikt wordt in de plaats van iets wat als ruw of kwetsend gevoeld wordt
understatement
ernstige of grote zaken worden als minder ernstig of groot voorgesteld (vaak met humoristisch effect)
litotes
iets wordt sterk benadrukt door het tegenovergestelde te ontkennen
ironie
vriendelijke, milde spot (vaak wordt het tegenovergestelde gezegd van wat er eigenlijk bedoeld wordt)
hyperbool
sterke overdrijving
prolepsis
het vooraan plaatsen van een woord of woordgroep zodat de nadruk erop valt
anticipatie
het achteraan plaatsen van een woord of woordgroep zodat de nadruk erop valt
repetitio
herhaling van sommige worden zodat de nadruk erop valt
tautologie
een begrip wordt herhaald door een synoniem woord (die tot dezelfde woordsoort behoort)
pleonasme
een eigenschap die al in een woord aanwezig is wordt extra benadrukt
enumeratie
een aantal feiten, meningen, namen en argumenten worden achter elkaar geplaatst
opsomming in drieën
een opsomming van drie woorden, zinsdelen of zinnen
climax
een opsomming met een opklimming in kracht
omgekeerde climax
een opsomming met een afbouw in kracht
antithese
het naast elkaar plaatsen van tegenstellingen of tegengestelde begrippen
chiasme
een verbinding van woordparen in tegengestelde orde
paradox
een schijnbare tegenstelling waarbij twee tegengestelde begrippen met elkaar verbonden worden
retorische vraag
een vraag waarin het antwoord al in de vraag besloten ligt
woordspeling
creatief gebruik maken van de verschillende betekenissen die een woord of uitdrukking kan hebben
allusie
er wordt verwezen naar een algemeen feit, een bekende persoon, een bekende gebeurtenis of een bekende tekst
oxymoron
twee begrippen die op het eerste gezicht niet samen lijken te gaan, maar wel zo worden gepresenteerd
drieslag
drie samenhangende begrippen worden naast elkaar gezet (vaak een bekende uitspraak, niet zelfbedacht)
anafoor
herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen