Taal en Toerisme: Tijd en Kalender

de tijd

l'heure

het kwartier

le quart d'heure

het half uur

la demi-heure

het uur

l'heure

Hoe laat is het?

Quelle heure est-il?

Weet u hoe laat het is?

Vous avez l'heure?

Het is precies 4 uur.

Il est 4 heures précises

Het is 10min. over vijf.

Il est 5 heures dix.

kwart voor ...

...moins le quart

kwart over ...

... et quart

Het is half drie.

Il est deux heures et demie

twaalf uur 's middags

midi

twaalf uur 's nachts

minuit

plaatselijke tijd

l'heure locale

het is tijd

c'est l'heure

Die tijd schikt me niet.

Cette heure ne me convient pas.

vroeg

tôt

laat

tard

zo vroeg mogelijk

aussi tôt que possible

tijdens

pendant

voor

avant

na

après

weldra

bientôt

binnenkort

sous peu

sedert kort

depuis peu

tegelijkertijd

en même temps

op dit ogenblik

en ce moment

op tijd

à l'heure

binnen de tijd

dans le temps

te vroeg

en avance

te laat

en retard

de ochtend

le matin

vanochtend

ce matin

de middag

l'après-midi

vanmiddag

cet après-midi

de avond

le soir

vanavond

ce soir

Tot vanavond

à ce soir

de nacht

la nuit

vannacht

cette nuit

het etmaal

vingt-quatre heures

de kalender

le calendrier

in de toekomst

à l'avenir

vroeger

autrefois

de dag

le jour / la journée

dagelijks

quotidien

vandaag

aujourd'hui

morgen

demain

gisteren

hier

overmorgen

après-demain

eergisteren

avant-hier

de volgende dag

le lendemain

de vorige dag

la veille

de dag na...

le lendemain de ...

enige dagen eerder

quelques jours avant

enige dagen later

quelques jours après

een dezer dagen

un de ces jours

van die dag af

à partir de ce jour

sinds twee dagen

depuis deux jours

tien dagen lang

pendant dix jours

over drie dagen

dans trois jours

binnen drie dagen

en trois jours

De hoeveelste is het vandaag?

Quel jour sommes-nous?

vandaag over een week

aujourd'hui en huit

wekelijks

hebdomadaire

veertien dagen

quinze jours

vandaag over veertien dagen

aujourd'hui en quinze

de maand

le mois

maandelijks

mensuel

het kwartaal

le trimestre

het halfjaar

le semestre

het jaar

l'année / l'an

jaarlijks

annuel

Hij is veertien jaar

Il a quatorze ans

in het jaar 2020

en l'an 2020

het volgend jaar

l'année prochaine

het vorig jaar

l'année passée

een jaar geleden

il y a un an

het decennium

la décennie

de eeuw

le siècle

het tijdperk

l'époque

maandag

lundi

dinsdag

mardi

woensdag

mercredi

donderdag

jeudi

vrijdag

vendredi

zaterdag

samedi

zondag

dimanche

aanstaande zondag

dimanche prochain

afgelopen zondag

dimanche passé

zondags

le dimanche

tot zondag

à dimanche

tot en met zondag

jusqu'à dimanche inclus

januari

janvier

februari

février

maart

mars

april

avril

mei

mai

juni

juin

juli

juillet