Module 6: la criminalité

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/184

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

French

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

185 Terms

1
New cards
une légitime défense
een wettige zelfverdediging
2
New cards
égorger
kelen/de keel oversnijden
3
New cards
le commerce/trafic illégal d’armes
de illegale wapenhandel
4
New cards
la traite des êtres humains
de mensenhandel
5
New cards
les dépôts clandestins = le déversement clandestin (B)
het sluikstorten
6
New cards
(porter) des coups (m) et des blessures (f) (volontaires) à quelqu’un
iemand (opzettelijke) slagen en verwondingen toebrengen
7
New cards
le vol de voitures
de autodiefstal
8
New cards
le vol à main armée
de gewapende overval
9
New cards
le vol à la tire
het zakkenrollen, de roofoverval
10
New cards
le vol au bélier
de ramkraak
11
New cards
une extorsion/un racket
een afpersing
12
New cards
(se faire) extorquer/racketter
(zich laten) afpersen
13
New cards
un racketteur
een afperser
14
New cards
une escroquerie
een oplichting/zwendel
15
New cards
escroquer
oplichten
16
New cards
un escroc
een oplichter
17
New cards
le cambriolage
de inbraak
18
New cards
cambrioler
inbreken
19
New cards
un cambrioleur
een inbreker
20
New cards
le braquage/hold-up
de overval
21
New cards
un braqueur (de banque)
een (bank)overvaller
22
New cards
la fraude aux cartes de paiement
fraude met betaalkaarten
23
New cards
le phishing = l’hameçonnage
phishing
24
New cards
l’exploitation économique
economische uitbuiting
25
New cards
le détournement d’argent
geldverduistering
26
New cards
détourner de l’argent
geld verduisteren
27
New cards
le recel
de heling
28
New cards
le faux
de vervalsing
29
New cards
le faux en écriture
de schriftvervalsing
30
New cards
le vandalisme
het vandalisme
31
New cards
un(e) vandale
een vandaal
32
New cards
le graffiti
de graffiti
33
New cards
un incendie (in)volontaire
(on)opzettelijke brandstichting
34
New cards
un tapage nocturne
een nachtlawaai
35
New cards
la violence physique et psychique
fysiek en mentaal geweld
36
New cards
la violence conjugale
partnergeweld
37
New cards
la violence intrafamiliale
intrafamiliaal geweld
38
New cards
un abus de confiance
een misbruik van vertrouwen
39
New cards
un meurtre
een moord
40
New cards
un meurtrier
een moordenaar
41
New cards
un viol collectif
een groepsverkrachting
42
New cards
violer
verkrachten
43
New cards
un violeur
een verkrachter
44
New cards
l’outrage public aux bonnes mœurs
openbare zedenschennis
45
New cards
le harcèlement
de pesterij/intimidatie
46
New cards
le harcèlement sexuel
de seksuele intimidatie
47
New cards
la mutilation génitale
genitale verminking
48
New cards
le terrorisme
terrorisme
49
New cards
avec circonstances aggravantes
met verzwarende omstandigheden
50
New cards
une enquête
een onderzoek (op basis van ondervraging)
51
New cards
il ressort / il résulte de l’enquête que …
uit het onderzoek blijkt dat …
52
New cards
une étude scientifique
een wetenschappelijke studie
53
New cards
révéler
aantonen/aan het licht brengen
54
New cards
être en baisse/diminuer/baisser/reculer/se réduire
dalen/verminderen
55
New cards
une baisse/une diminution/un recul/une réduction
een daling/vermindering
56
New cards
être en hausse/être en augmentation/augmenter/progresser
stijgen
57
New cards
une hausse/augmentation/progression
een stijging
58
New cards
un progrès
een vooruitgang
59
New cards
chuter/s’effondrer
sterk dalen/vallen/ineenstorten
60
New cards
une chute/un effondrement
een sterke daling/val/ineenstorting
61
New cards
flamber/exploser
sterk stijgen/pijlsnel verhogen
62
New cards
une flambée/une explosion/un boom
een sterke stijging/explosie
63
New cards
fluctuer/osciller
schommelen
64
New cards
une fluctuation/oscillation
een schommeling
65
New cards
croître
toenemen/groeien
66
New cards
une croissance
een groei/stijging
67
New cards
un accroissement
een toename/stijging
68
New cards
s’améliorer
beter worden
69
New cards
une amélioration
een verbetering
70
New cards
se dégrader
slechter worden
71
New cards
une dégradation
een verslechtering/achteruitgang
72
New cards
se maintenir
bewaard/behouden blijven
73
New cards
un maintien
een behoud/handhaving
74
New cards
se stabiliser
stabiel/gelijk blijven
75
New cards
une stabilisation
een stabilisering
76
New cards
stable
stabiel
77
New cards
stagner
stagner/gelijk blijven
78
New cards
une stagnation
een stagnering
79
New cards
reprendre
heropleven/opnieuw opstijgen
80
New cards
une reprise
een heropleving/nieuwe stijging
81
New cards
une remontée
een nieuwe stijging
82
New cards
se répandre
zich verspreiden
83
New cards
s’aggraver
verergeren
84
New cards
une aggravation
een verergering
85
New cards
s’élever à
bedragen
86
New cards
le nombre
het aantal
87
New cards
passer sous la barre de …
onder de grens van … duiken
88
New cards
atteindre son plus haut niveau
zijn hoogste niveau/punt bereiken
89
New cards
être à son plus haut niveau = être à son sommet
op zijn hoogste punt zijn
90
New cards
atteindre son niveau le plus bas
zijn laagste niveau/punt bereiken
91
New cards
être à son niveau le plus bas
op zijn laagste punt zijn
92
New cards
une statistique
een statistiek
93
New cards
un graphique
een grafiek
94
New cards
une courbe
een curve
95
New cards
une courbe ascendante
een stijgende curve
96
New cards
une courbe descendante
een dalende curve
97
New cards
un jeu vidéo
een videospel
98
New cards
un jeu de combat
een vechtspel
99
New cards
un jeu de guerre
een oorlogspel
100
New cards
avoir accès à (des jeux)
toegang hebben tot (spelletjes)