1/39
Flashcards over Thema 3: Dit is Vrijheid Begrippenlijst (h/v)
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Verlichting
Periode van ongeveer 1650 tot 1800 waarin men met behulp van wetenschappelijk denken en het verstand nadacht over hoe de samenleving eruit moest zien.
Verlichtingsidealen
Ideeën over tolerantie, vrijheid en gelijkheid.
Democratische Revoluties
Revoluties waarbij het volk meer macht kreeg ten koste van de vorst. De Democratische Revoluties zijn geïnspireerd door de Verlichting. Er zijn drie Democratische Revoluties: de Amerikaanse Revolutie, de Bataafse Opstand en de Franse Revolutie.
Amerikaanse Revolutie
Opstand waarbij Britse kolonisten in Noord-Amerika in opstand kwamen tegen het moederland (Groot-Brittannië). De grootste onvrede kwam voort uit hoge belastingen die de kolonisten moesten betalen aan de Engelse koning. Uiteindelijk werd de Britse kolonie onafhankelijk en werden de Verenigde Staten van Amerika opgericht.
Patriotten
Burgers uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die in opstand kwamen tegen de stadhouders omdat zij (in hun ogen) niet voldoende van het vaderland hielden.
Absolutisme
Een regeringsvorm waarbij één persoon, vaak een koning, de volledige macht heeft.
Standensamenleving
Een samenleving waarbij de bevolking verdeeld is in drie verschillende standen: de eerste stand (geestelijkheid), de tweede stad (adel) en de derde stand (boeren en burgers). De eerste en twee standen hebben privileges (voorrechten).
Parlement
(vaak) op democratische wijze gekozen vertegenwoordigers van het volk. In het parlement worden wetten gemaakt die voor het gehele land gelden.
Franse Revolutie
Opstand in Frankrijk waarbij de derde stand in opstand kwam tegen de koning. De derde stand was ontevreden over het absolutisme, de ongelijkheid van de standensamenleving en de hoge belastingen. Uiteindelijk werd de koning afgezet en werd Frankrijk een republiek (een land zonder koning).
Grondwetten
In de grondwet staan de belangrijkste grondrechten van burgers. Bijvoorbeeld dat iedereen gelijk behandeld moet worden.
Democratische revoluties
Revoluties die in de 18e eeuw plaatsvinden, zoals de Amerikaanse Revolutie, maar ook in De Republiek der zeven Verenigde Nederlanden en de Franse Revolutie, waarin gestreden werd voor meer democratische vrijheid voor de burgers. De macht verplaatste zich van de absolute leider naar het volk.
Code Napoleon
Een wetboek, ingevoerd door Napoleon Bonaparte, waarin vrijheden van burgers werden beschreven en waarin stond dat iedereen voor de wet gelijk is.
Industriële Revolutie
Periode waarin de overgang van handmatig naar machinaal geproduceerde goederen plaatsvond. Hierdoor veranderde de samenleving van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving.
Democratisering
Als het beleid van een land meer democratisch wordt, bijvoorbeeld door uitbreiding van het kiesrecht voor vrouwen.
Liberaal
Voorstanders van vrijheid, gelijkheid en democratie.
Thorbecke
Johan Rudolph Thorbecke was een Nederlandse politicus die in 1848 de grondwet in Nederland invoerde. Hierin stond andere vastgelegd dat de koning zich (ook) moest houden aan de grondwet.
Emancipatiebewegingen
Groepen mensen die strijden voor gelijke rechten ten opzichte van anderen.
Abolitionisten
Internationale beweging die zich in de 18e en 19e eeuw inzette voor de afschaffing van slavernij.
Segregatie
Het gescheiden leven van bevolkingsgroepen.
Racisme
Als mensen anders worden behandeld of worden uitgesloten op basis van ras.
Arbeidersbewegingen
Deze beweging kwam op tijdens de industriële revolutie voor de rechten van arbeiders, zoals een minimumloon, vaste werktijden en de afschaffing van kinderarbeid
Feminisme
Gelijkheidsbeweging van vrouwen. Ze strijden voor gelijke rechten en gelijke behandeling.
Confessionelen
Aanhangers van een religie.
Nationalisme
De eenheid van het volk vormt de basis van een land. Dit uit zich vaak in liefde voor het land, of erger: afkeer van andere landen.
Natiestaat
Een land gevormd door het volk, met een eigen grondgebied en identiteit
Volkenbond
Een organisatie die was opgericht na de Eerste Wereldoorlog om conflicten voortaan uit te praten om tafel, in plaats van uit te vechten op het slagveld
Verenigde Naties
Opvolger van de Volkenbond. Een organisatie die door samenwerking streeft naar vrede en veiligheid in de wereld
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)
Verklaring met daarin de basisrechten en fundamentele vrijheden van mensen
Europese Unie
Verregaande samenwerking tussen 27 Europese landen op het gebied van landbouw, visserij, handel, milieu, migratie, defensie, mensenrechten, etc.
Euromunt
Gemeenschappelijke munt van landen die lid zijn van de Europese Unie.
Identiteit
Kenmerken en eigenschappen die een mens uniek maken en onderscheiden van de rest
Interne conflicten
Onenigheden die zich binnen de landsgrenzen bevinden en worden uitgevochten.
Burgeroorlogen
Oorlog tussen partijen binnen een land. Het gaat vaak om groepen mensen met een andere identiteit.
Terreur
Gewelddadig gedrag met als doel om de zittende regering onder druk te zetten of de maatschappij te ontwrichten.
Separatisme
Als een bevolkingsgroep zich wil afscheiden van het moederland.
Internationaal conflict
Een conflict/oorlog tussen twee of meerdere landen.
Culturele verschillen
Het verschil in gedrag, overtuigingen, waarden en normen, gewoonten, gebruiken tussen personen van verschillende achtergrond.
Grondstoffen
In de natuur aanwezige grondstoffen die economische waarde hebben. Voorbeelden zijn IJzererts, aardolie, aardgas en bruinkool.
Vluchtelingen
Een vluchteling is iemand die zijn land ontvlucht of is gevlucht voor (dreiging van) gevaar of geweld. Dit kan zijn vanwege armoede, honger of oorlog, maar ook om de angst vervolgd te worden op basis van je ras, godsdienst, nationaliteit, seksuele voorkeur of politieke overtuiging.
Bondgenootschappen
Afspraken tussen meerdere landen om samen te werken op het gebied van defensie of handel.