l'enseignement (m) secondaire
het voortgezet onderwijs
le sondage
de enquête
les horaires (mmv)
de tijden
préoccupant
zorgwekkend
particulièrement
in het bijzonder
vachement (pop.)
onwijs
ça m'arrange
dat komt me goed uit
mondial
wereld-
pas grand-chose
niet veel
expliquer
uitleggen
vu que
gezien het feit dat
sévère
streng
avoir l'impression que
de indruk hebben dat
par rapport à
ten opzichte van
derrière
achter, na
se prendre la tête
zich druk maken
quitter
verlaten
sauter
overslaan
mettre en œuvre
in het werk stellen
garder
houden, bewaren
avouer
bekennen
faciliter
gemakkelijk maken
être composé de
bestaan uit
la scolarité
de schooltijd
tout juste
net, nauwelijks
ça fait longtemps
het is lang geleden
pourtant
toch
majoritairement
voornamelijk
réviser
leren, herhalen
confiant
met vertrouwen
souhaiter
wensen
la filière
het profiel
les horaires (mmv)
de tijden
expliquer
uitleggen
avoir du mal avec
moeite hebben met
une rédaction
een opstel
mauvais
slecht
vachement
onwijs
au lieu de
in plaats van
en seconde (v)
in de vierde (vwo)
en première (v)
in de voor-examenklas
en terminale (v)
in de examenklas
passer le / son bac
eindexamen doen
la filière
het profiel
l'option (v)
het keuzevak
s'ennuyer
zich vervelen
sauter une classe
een klas overslaan
ça fait longtemps
het is lang geleden
pourtant
toch
parfois
soms
vite
snel
lent
Langzaam
la rentrée
de 1e schooldag
l'ordi portable (m)
de laptop
les habits (mmv)
de kleding
la soirée de clôture
de slotavond
grave
ernstig
ne ... personne
niemand
redoubler
blijven zitten
rigoler
lachen
papoter
kletsen
faire peur
bang maken
avoir le droit de
het recht hebben om
se rendre compte
zich realiseren
en dehors de
buiten, naast
en avance
te vroeg
plein de
vol met
l'endroit (m)
de plek
ça s'est bien passé
het is goed gegaan
l'immeuble (m)
het flatgebouw
le panier
de mand
le baby-foot
het tafelvoetbal
l'arbre (m)
de boom
rejoindre
zich voegen bij
poursuivre
achtervolgen
certain(e)s
sommige
discuter
praten
s'asseoir
gaan zitten
approcher
dichterbij komen
se remettre au travail
weer aan het werk gaan
avoir de la chance
geluk hebben
ça marche
het / dat werkt
du coup
dus
avant de
alvorens
lorsque
wanneer, terwijl
en plus
bovendien
la récré
de pauze
l'heure creuse (v)
het tussenuur
le voyage scolaire
de schoolreis
l'activité (v) extrascolaire
de buitenschoolse activiteit
partir en excursion (v)
op excursie gaan
la cantine
de kantine
la salle (de classe)
het klaslokaal
papoter
kletsen
rigoler
lachen
sortir
naar buiten gaan
la liberté
de vrijheid
la cour de récré
het schoolplein
le CDI
de mediatheek
le bâtiment
het gebouw