Frans chapitre 1 (Tse1)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/147

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

.ew

French

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

148 Terms

1
New cards
een beroep doen op
faire appel Ă 
2
New cards
bijeenbrengen
réunir
3
New cards
inzamelen
récolter
4
New cards
financiële middelen
des fonds
5
New cards
bijwonen
assister Ă 
6
New cards
de vrijgevigheid
la générosité
7
New cards
de strijd
la lutte
8
New cards
het (goede) doel
la bonne cause
9
New cards
het milieu
l'environnement
10
New cards
de vervuiling
la pollution
11
New cards
de opwarming
le réchauffement
12
New cards
de ontbossing
la déforestation
13
New cards
verwoesten
détruire
14
New cards
bedreigen
menacer
15
New cards
het afval
les déchets
16
New cards
uitstoten
émettre
17
New cards
betrokken bij
impliqué dans
18
New cards
doneren
faire des dons
19
New cards
managen
gérer
20
New cards
van plan zijn te
envisager de
21
New cards
uitzenden
diffuser
22
New cards
zich wijden aan
se consacrer Ă 
23
New cards
het vrijwilligerswerk
le bénévolat
24
New cards
de omvang, de grootte
l'ampleur
25
New cards
des te beter
d'autant mieux
26
New cards
het broeikaseffect
l'effet de serre
27
New cards
de teelt
la culture
28
New cards
de bron
la ressource
29
New cards
nieuw
neuf, neuve
30
New cards
beschermen
préserver
31
New cards
zorg dragen voor
prendre soin de
32
New cards
uitdoen
éteindre
33
New cards
besparen
économiser
34
New cards
de droogte
la sécheresse
35
New cards
geld inzamelen
récolter de l'argent
36
New cards
(er in) slagen
réussir à
37
New cards
voor elkaar krijgen
réaliser
38
New cards
vervuilen
polluer
39
New cards
het afval scheiden
trier les déchets
40
New cards
gebruiken
consommer
41
New cards
bedreigd
menacé
42
New cards
meedoen met
participer Ă 
43
New cards
helpen
aider
44
New cards
talrijk
nombreux, nombreuse
45
New cards
de vrijwilliger
le bénévole
46
New cards
verspillen
gaspiller
47
New cards
een apparaat uitdoen
éteindre un appareil
48
New cards
recyclen
faire du recyclage
49
New cards
Naar mijn mening, zou men moeten ...
Ă€ mon avis, il faudrait
50
New cards
Ik vind het belachelijk om te ...
Je trouve ça ridicule de...
51
New cards
Het is belangrijk / noodzakelijk om te ...
Il est important / nécessaire de ...
52
New cards
de vereniging
l'association
53
New cards
de leidster
l'animatrice
54
New cards
verwelkomen
accueillir
55
New cards
het lid
l'adhérent
56
New cards
zich voeden
se nourrir
57
New cards
verbouwen
cultiver
58
New cards
niet zoveel
pas grand-chose
59
New cards
de contributie
la cotisation
60
New cards
de aarde, de grond
la terre
61
New cards
verantwoordelijk
reponsable
62
New cards
de ziel
l'âme
63
New cards
eigenlijk
en fait
64
New cards
zorgen voor
s'occuper de
65
New cards
delen
partager
66
New cards
de kennis
le savoir
67
New cards
verder, zoniet
sinon
68
New cards
bedorven
abîmé
69
New cards
dat doet goed
ça fait du bien
70
New cards
de veiligheid
la sécurité
71
New cards
de fabriek
l'usine
72
New cards
verzekeren
assurer
73
New cards
aanbieden
proposer
74
New cards
beschadigen
porter atteinte
75
New cards
schadelijk
nuisible
76
New cards
de uitrusting
l'équipement
77
New cards
de werknemer
le salarié
78
New cards
de omstandigheden
les conditions
79
New cards
welnu
or
80
New cards
een uitdaging
un défi
81
New cards
terwijl
alors que
82
New cards
het recht hebben te
avoir le droit de
83
New cards
de regel
la règle
84
New cards
noch ... noch
ni...ni
85
New cards
toegang hebben tot
avoir accès à
86
New cards
voor wat betreft
en ce qui concerne
87
New cards
functioneren
fonctionner
88
New cards
duurzaam
durable
89
New cards
fairtrade
équitable
90
New cards
het is verboden te
il est interdit de
91
New cards
af en toe
de temps en temps
92
New cards
de meeste
la plupart
93
New cards
zich ontspannen
se détendre
94
New cards
produceren
produire
95
New cards
Dit voorwerp is gemaakt van ...
Cet objet est en...
96
New cards
Het bestaat uit ...
il se compose de
97
New cards
Ik gebruik het wanneer / om te ...
Je l'utilise quand / pour ...
98
New cards
Het is een gereedschap waarmee je kunt...
C'est un outil qui permet de / sert Ă 
99
New cards
het is een ding wat iedereen gebruikt
C'est une chose que tout le monde utilise
100
New cards
dit voorwerp/dit apparaat bevindt zich in
Cet objet / Cet appareil se trouve dans ...