Verbes dossier 1

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/99

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Economisch Frans 1 KU Leuven

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

een bedrijf overnemen, opslokken

absorber une entreprise

2
New cards

verlies lijden

accuser un déficit

3
New cards

de verkoop doen stijgen

accroĂźtre ses ventes

4
New cards

een marktaandeel verwerven

acquérir une part de marché

5
New cards

de positie van een bedrijf verzwakken

affaiblir la position d’une entreprise

6
New cards

zijn fabriek uitbreiden

agrandir son usine

7
New cards

het concurrentievermogen verbeteren

améliorer le niveau de compétitivité

8
New cards

het bedrijf saneren

assainir l'entreprise

9
New cards

stijgen (met)

augmenter (de)

10
New cards

dalen

baisser

11
New cards

een marktaandeel overdragen/afstaan

céder une part de marché

12
New cards

vallen

chuter

13
New cards

een boekjaar afsluiten

clĂŽturer un exercice

14
New cards

het tekort opvullen

combler le déficit

15
New cards

de kosten drukken

comprimer les couts

16
New cards

een joint venture aangaan

conclure un(e) joint-venture avec une entreprise

17
New cards

concurreren met een bedrijf

concurrencer une entreprise

18
New cards

de markt veroveren

conquérir le marché

19
New cards

een groep samenstellen, vormen

constituer un groupe

20
New cards

een beslissing coördineren

coordonner une décision

21
New cards

een gemeenschappelijke onderneming creëren

créer une coentreprise

22
New cards

een groep ontmantelen

démanteler un groupe

23
New cards

overschrijden, hoger zijn dan

dépasser

24
New cards

de boeken neerleggen

déposer le bilan

25
New cards

een marktaandeel hebben, bezitten

détenir une part de marché

26
New cards

dalen (met)

diminuer (de)

27
New cards

een bedrijf leiden

diriger une entreprise

28
New cards

een groep ontbinden

dissoudre un groupe

29
New cards

zijn activiteiten diversiefiëren

diversifier ses activités

30
New cards

in concurrencie treden met

entrer en concurrence avec

31
New cards

in een recessie terecht komen

entrer en récession

32
New cards

zijn activiteiten uitbreiden

étendre ses activités

33
New cards

failliet zijn

ĂȘtre en faillite

34
New cards

in vereffening zijn

ĂȘtre en liquidation

35
New cards

overschrijden, hoger zijn dan

excéder

36
New cards

projecten uitvoeren

exécuter des projets

37
New cards

een mijn ontginnen

exploiter une mine

38
New cards

een product vervaardigen

fabriquer un produit

39
New cards

concureren met

faire concurrence Ă 

40
New cards

het hoofd bieden aan

faire face Ă 

41
New cards

failliet gaan

faire faillite

42
New cards

sluiten

fermer

43
New cards

sterk stijgen

flamber

44
New cards

buigen, dalen

fléchir

45
New cards

een bedrijf oprichten

fonder une entreprise

46
New cards

fuseren, samenvoegen

fusionner

47
New cards

het bedrijf A fuseert met het bedrijf B

l'entreprise A fusionne avec l'entreprise B

48
New cards

A en B fuseren

A et B fusionnent

49
New cards

klimmen

grimper

50
New cards

een nieuwe dochteronderneming oprichten

implanter une nouvelle filiale

51
New cards

geld in het bedrijf pompen

injecter de l'argent dans l'entreprise

52
New cards

innoveren, vernieuwen

innover

53
New cards

investeren

investir

54
New cards

investeren in R&D

investir dans la R&D

55
New cards

massaal investeren (in)

investir massivement (dans)

56
New cards

een bedrijf vereffenen

liquider une entreprise

57
New cards

zijn concurrentievermogen behouden

maintenir son niveau de compétitivité

58
New cards

stijgen

monter

59
New cards

een particulier bedrijf nationaliseren

nationaliser une entreprise privée

60
New cards

een (belangrijke) plaats innemen op de markt

occuper une place (importante) sur le marché

61
New cards

een nieuw filiaal openen

ouvrir une nouvelle succursale

62
New cards

terechtkomen in de handen van

passer aux mains de

63
New cards

zijn schulden betalen

payer ses dettes

64
New cards

een gat in de markt opvullen

pénétrer un créneau

65
New cards

een activiteit plannen

planifier une activité

66
New cards

een deelname in een bedrijf bezitten

posséder une participation dans une société

67
New cards

zijn/haar activiteiten voortzetten

poursuivre ses activités

68
New cards

een overheidsbedrijf privatiseren

privatiser une entreprise publique

69
New cards

vooruitgaan

progresser

70
New cards

een bedrijf overnemen

racheter une entreprise

71
New cards

terug naar de basisactiviteiten gaan

recentrer ses activités

72
New cards

een marktaandeel terugwinnen

reconquérir une part de marché

73
New cards

terugtrekken

reculer

74
New cards

het bedrijf herstellen

redresser l'entreprise

75
New cards

zijn/haar activiteiten verminderen

réduire ses activités

76
New cards

dalen

régresser

77
New cards

het bedrijf herstarten, nieuw leven inblazen

relancer l'entreprise

78
New cards

zijn schulden terugbetalen

rembourser ses dettes

79
New cards

het bedrijf opnieuw vlot trekken

reflouer l'entreprise

80
New cards

zijn positie op de markt verstevigen

renforcer sa position sur le marché

81
New cards

een bedrijf rendabel maken

rentabiliser une entreprise

82
New cards

het bedrijf reorganiseren

réorganiser l'entreprise

83
New cards

een bedrijf overnemen

reprendre une entreprise

84
New cards

hetzelfde blijven

rester stable/inchangé

85
New cards

het bedrijf herstructureren

restructurer l'entreprise

86
New cards

toenemen

s'accroĂźtre

87
New cards

verzwakken

s'affaiblir

88
New cards

het bedrijf redden

sauver l'entreprise

89
New cards

concurreren met elkaar

se concurrencer

90
New cards

verslechteren, achteruitgaan

s'égrader

91
New cards

zich onderscheiden van de concurrentie

se rémarquer de la concurrence

92
New cards

verslechteren, achteruitgaan

se détériorer

93
New cards

zich onderscheiden van de concurrentie

se distinguer de la concurrence

94
New cards

ineenstorten

s'effondrer

95
New cards

resulteren in een positief/negatief resultaat

se solder par un résultat positif/négatif

96
New cards

zich in het buitenland vestigen

s'implanter à l'étranger

97
New cards

stagneren

stagner

98
New cards

stabiliseren

stabiliser

99
New cards

verlies lijden

subir un déficit

100
New cards

de concurrentie het hoofd bieden

tenir tĂȘte Ă  la concurrence