Studied by 13 people
achterhalen
vinden
aflopen
eindigen
beoordelen
zeggen wat je ervan vindt
bepalen
aangeven, tonen
fragment
deel, stuk
kenmerk
dingen waarvan je iets herkent
opvallen
de aandacht trekken
overbrengen
meedelen, vertellen
overlopen
snel bekijken
situatie
de omstandigheden, toestand, gebeurtenis waarin iemand zit
vergelijken
bekijken wat de verschillen en overeenkomsten zijn
voorstellen
uitbeelden
achterhalen
Als het vloed wordt, kun je niet meer achterhalen wat je met een stok in het zand schreef.
aflopen
Over het algemeen lopen sprookjes goed af.
beoordelen
Moet jij soms het werkstuk van een klasgenoot beoordelen?
bepalen
Je leraar bepaalt wat je voor een toets moet studeren.
fragment
In dit thema hebben we een fragment uit een jeugdboek gelezen.
kenmerk
Een typisch kenmerk van een ezel is zijn koppigheid.
opvallen
De tweeling valt op doordat ze altijd dezelfde kleding dragen.
overbrengen
Elke leerkracht probeert de leerstof zo eenvoudig mogelijk over te brengen.
overlopen
Enkele dagen voor de toets overloopt je leraar wat je moet kennen.
situatie
Daklozen bevinden zich in een moeilijke situatie.
vergelijken
Zie je verschillen als je de teksten met elkaar vergelijkt?
voorstellen
Ik weet niet wat dat moderne kunstwerk moet voorstellen.
Note 
Flashcard (40)