Taal tussen Natuur en Cultuur - 2.1. Fonetiek en Fonologie

studied byStudied by 19 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

Fonetiek

1 / 52

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

AJ 2022-2023

Language

53 Terms

1

Fonetiek

Bestudeerd hoe

  • we klanken produceren met onze spraakorganen

  • wat de fysische, akoestische eigenschappen van die klanken zijn,

  • en hoe we die klanken waarnemen.

  • Ook taalonafhankelijk.

  • ontleent aan fysiologie, anatomie, neurologie, fysica

New cards
2

Fonologie

Heeft de bedoeling

  • het klankensysteem eigen aan elke taal te bestuderen

  • en analyseert dus klanken voor zover ze linguïstisch relevant zijn.

New cards
3

Foneem (definieer adhv een vb)

Een foneem is de kleinste eenheid van klank die een verschil kan maken in betekenis.

Bv. als we de [b] in ‘bier’ vervangen door een [p] krijgen we ‘pier’. Deze twee woorden hebben niet dezelfde betekenis. Aan [b] en [p] beantwoorden twee fonemen.

New cards
4
<p>Articulatorische fonetiek</p>

Articulatorische fonetiek

De soort fonetiek die handelt over de productie van spraak. Er wordt bestudeerd:

  • hoe we onze spraakklanken voortbrengen

  • welke spraakorganen daarbij gebruikt worden,

  • hoe we verschillende spraakklanken kunnen definiëren door te beschrijven welk spraakorganen daarbij ingezet worden en hoe ze gebruikt worden.

New cards
5

Auditieve fonetiek

De soort fonetiek die de perceptie van spraakklanken bestudeert.

New cards
6

Akoestische fonetiek

De soort fonetiek die de akoestische eigenschappen van spraakklanken analyseert.

New cards
7

Larynx

Het strottenhoofd.

  • De lucht die uit de longen komt, komt terecht in de luchtpijp en vervolgens in de larynx.

  • ¨Produceert klank en laat ons toe onze luchtpijp af te sluiten.

  • Hierin vinden we de stembanden.

<p>Het strottenhoofd.</p><ul><li><p>De lucht die uit de longen komt, komt terecht in de luchtpijp en vervolgens in de larynx.</p></li><li><p>¨Produceert klank en laat ons toe onze luchtpijp af te sluiten.</p></li><li><p>Hierin vinden we de stembanden.</p></li></ul>
New cards
8

stembanden

De stembanden (1) bevinden zich in het strottenhoofd. Het zijn twee grote plooien van spierweefsel enslijmvlies die vastzitten aan beweeglijke kraakbeentjes (2) en die daardoor zelf ook uiterst beweeglijk zijn

<p>De stembanden (1) bevinden zich in het strottenhoofd. Het zijn twee grote plooien van spierweefsel enslijmvlies die vastzitten aan beweeglijke kraakbeentjes (2) en die daardoor zelf ook uiterst beweeglijk zijn</p>
New cards
9

Glottis

Glottis = stemspleet.

  • wordt gevormd door de stembanden en de kraakbeentjes en staan open tijdens het ademen, maar kunnen ook sluiten.

  • Wanneer de stembanden gesloten zijn, kunnen we ze ook laten trillen. Dan is er een smalle spleet tussen de stembanden die aan een hoog tempo open en dicht gaat. Als ze trillen, produceren we stemhebbende klanken, anders stemloze.

  • De trilling kan je bijvoorbeeld voelen wanneer je ‘zo’ uitspreekt, terwijl je je vinger op je strottenhoofd houdt (3)

<p>Glottis = stemspleet.</p><ul><li><p>wordt gevormd door de stembanden en de kraakbeentjes en staan open tijdens het ademen, maar kunnen ook sluiten.</p></li><li><p>Wanneer de stembanden gesloten zijn, kunnen we ze ook laten trillen. Dan is er een smalle spleet tussen de stembanden die aan een hoog tempo open en dicht gaat. Als ze trillen, produceren we <strong>stemhebbende</strong> klanken, anders <strong>stemloze</strong>.</p></li><li><p>De trilling kan je bijvoorbeeld voelen wanneer je ‘zo’ uitspreekt, terwijl je je vinger op je strottenhoofd houdt (3)</p></li></ul>
New cards
10

Stemhebbende/stemloze klanken

  • Zijn de klanken waarvan onze stembanden trillen als we ze produceren.

  • We kunnen de stembanden laten trillen wanneer ze (bijna) gesloten zijn.

  • Wanneer ze trillen, produceren we stemhebbende klanken, wanneer ze ver uiteen blijven, produceren ze stemloze klanken.

New cards
11

Fonatie

= stemgeving.

Parameter die wordt gebruikt om medeklinkers te definiëren. Met deze parameter kunnen we dus bepalen of medeklinkers stemhebbend of stemloos zijn.

New cards
12

Glottisslag

Gebruiken van de larynx om klanken voort te brengen. Wordt gevormd door de stemspleet kort dichtte klappen en zo de luchtstroom te onderbreken, om dan opgestapelde lucht in een keer terug vrij telaten.

In het Nederlands, voor beklemtoonde klinker in een initiale positie.

De glottisslag is een plofklank

New cards
13

Plofklank/wrijfklank

De term plofklank wordt gebruikt om alle medeklinkers aan te duiden die gevormd worden door het spraakkanaal af te sluiten en vervolgens de lucht in een keer terug te laten ontsnappen.

Bv. [b] van ‘baan

New cards
14

Fricatief/plosief

  • Een fricatief of wrijfklank is een klank die wordt gevormd door tussen de atriculatoren een kleine opening te laten waar de lucht door stroomt. Een voorbeeld is de [h] in ‘ham’.

  • Een plosief is een synoniem van een plofklank. Deze term wordt gebruikt om alle medeklinkers aan te duiden diegevormd worden door het spraakkanaal af te sluiten en vervolgens de lucht in een keer terug te latenontsnappen. Bv. de [b] in ‘baan’

New cards
15

Fricatief/occlusief

  • Een fricatief of wrijfklank is een klank die wordt gevormd door tussen de atriculatoren een kleine opening te laten waar de lucht door stroomt. Bv. de [h] in ‘ham’.

  • Een occlusief is een synoniem voor plosief of plofklank. Het is een term die wordt gebruikt om alle medeklinkers aan te duiden die gevormd worden door het spraakkanaal af te sluiten en vervolgens alle lucht in een keer terug te laten ontsnappen. Bv. de [b] in ‘baan’.

New cards
16

Farynx

Ander word voor keelholte, lucht die uit de larynx stroomt komt hier terecht

New cards
17

Velum

Ander woord voor het zachte gehemelte. Kunnen we optillen zodat lucht niet langs de neus kan ontsnappen

New cards
18

Vela(i)ren

Velaren zijn de klanken die in het velum geproduceerd worden.

Bv. de [k] in‘articulatie’ en [x] in ‘hoog

New cards
19

Uvula

Ander woord voor huig. Het uiteinde van het velum.

New cards
20

Uvulairen

Uvulairen zijn klanken die geproduceerd worden in de uvula.

Bv. de [R].

New cards
21

Orale klanken/nasale klanken

Orale klanken zijn de klanken die worden gevormd door lucht die enkel langs de mondholte ontsnapt.

Bv. de [f]. Als we deze uitspreken, komt er duidelijk lucht vrij via onze mondholte.

New cards
22

Palatum

Het hard gehemelte. De klanken die hier ter hoogte van worden gearticuleerd worden, zijn de palatalen

New cards
23

Palataal

Een palataal is een klank die ter hoogte van het harde gehemelte gearticuleerd wordt.

Bv. [n] in ‘oranje’.

New cards
24

Assimilatie

Assimilatie betekend dat de klank zich aanpast aan de uitspraak van zijn buurklank.

Bv. ‘ben je’ waarin de klanken van de letters ‘n’ en ‘j’ zich aan elkaar aanpassen.

New cards
25

Alveolen

Verwijst naar de rand vooraan in het harde gehemelte en hier vindt men 2 articulatieplaatsen:

  1. De plaats tussen de alveolen en het harde gehemelte = alveo-palatalen, prepalatalen of post-alveolairen

    bv. jeu: fricatief, stemhebben

  2. De alveolen zelf: klanken die hier gearticuleerd worden = alveolairen bv. (z) in zonder, neuzen: fricatief, stemhebbend

New cards
26

Alveolaren

Alveolaren zijn klanken die worden gearticuleerd in de alveolen zelf.

New cards
27

Postalveolairen

Post-alveolaren worden uitgesproken tussen de alveolen en het harde gehemelte.

Bv. de [ j] in het Franse woord ‘jeu’

New cards
28

Prepalatalen

Prepalatalen worden uitgesproken tussen de alveolen en het harde gehemelte.

Bv. de [j ] in het Franse woord ‘loge’.

New cards
29

Lateraal

Een lateraal is een soort alveolaar, omdat bij de productie van de [l] de lucht langs één of beide zijden van de tong ontsnapt.

Bv. de [l] in ‘lip’.

New cards
30

Affricanten

Een africaat is een klank die wordt uitgesproken in de alveolen.

Bv. [d ] in het Engelse woord ‘jump’

New cards
31

Liquidae

Een vloeilklank. De mondholte vernauwd in geringe mate tijdens de productie van beiden klanken,daardoor lijken een aantal klinkers op elkaar

New cards
32

Apicaal

Een klank die wordt uitgesproken met de tongpunt. Zoals de [l] en [t]

New cards
33

Tongpunt-r

De tongpunt-r is ook een soort alveolaar. Deze wordt voorgesteld met het symbool [r]. Bij het produceren van deze klank maakt de tongpunt meerdere malen contact met de tandkassen of bovenste snijtanden. Deze klank is een alveolare ratelaar of trilklank en is ook stemhebbend

New cards
34

Getrilde huig-r

De getrilde huig-r is een stemhebbende klank en een ratelaar of trilklank. Ze wordt voorgesteld door het symbool [R]. Bij de uitspraak van de klank maken de huig en tongrug meermaals contact

New cards
35

Frictatieve huig-r

De fricatieve huig-r wordt door het symbool [ ]. Bij de uitspraak maken de huig en tongrug niet echt contact, er is enkel een vernauwing achteraan in de mondholte.

New cards
36

Dentalen

Dentalen zijn klanken die worden gearticuleerd door de tongpunt tegen de boventanden te brengen.

Bv. de [θ]`in het Engelse woord ‘thin’

New cards
37

Labiodentalen

Labiodentalen zijn klanken waarbij de onderlip articuleert met de boventanden.

Bv.de [f] in ‘fijn’ en ‘doof’

New cards
38

Bilabialen

Zijn klanken waarbij de onderlip articuleert met de bovenlip.

Bv. de (p) in ‘pot’ en ‘lippen’

New cards
39

Voorklinkers, achterklinkers, medialen

  • De voorklinkers zijn [i, , e,ɪε, a]. Een voorbeeld is dan dus de [i] in ‘niet’.

  • De achterklinkers zijn[u, o, , ]. Een voorbeeld is dan dus de [o] in ‘boom’.ɔ ɑ

  • Er is één mediaal. Dat is de [ ]. Een voorbeeld daarvan is [ ] in ‘de’.

<ul><li><p>De voorklinkers zijn [i, , e,ɪε, a]. Een voorbeeld is dan dus de [i] in ‘niet’.</p></li><li><p>De achterklinkers zijn[u, o, , ]. Een voorbeeld is dan dus de [o] in ‘boom’.ɔ ɑ</p></li><li><p>Er is één mediaal. Dat is de [ ]. Een voorbeeld daarvan is [ ] in ‘de’.</p></li></ul>
New cards
40

Geronde klinkers / ongeronde klinkers

  • In de meeste talen zijn achterklinkers gerond.

Bv. [o] in ‘boot’.

  • Er zijn ook wel voorklinkers die gerond zijn.

  • Ongeronde klinkers worden soms ook wel gespreide klinkers genoemd.

bv. de [i] in ‘hier’.

New cards
41

Gesloten/halfgesloten/halfopen/open klinkers

  • Bij gesloten klinkers is de openingsgraad van de mond gesloten. Voorbeelden zijn [i, y, u].

  • Voorbeelden van halfgesloten klinkers zijn [e, ø, o].

  • Voorbeelden van halfopen klinkers zijn [ε, œ, ].

  • Bij open klinkers is de mond helemaal open. Voorbeelden zijn [a, ].

New cards
42

halfklinkers

Halfklinkers zijn klinkers waarbij de tong het gehemelte zo dicht nadert dat er net geen sprake meer isvan volkomen ongehinderde luchtstroom. Voorbeelden zijn de [j] in ‘aaien’ en ‘ja’ en de [w] in ‘bouw’

New cards
43

Approximanten

Halfklinkers en liquidae worden samen approximaten genoemd.

Bv. de [l] en de [r],maar ook de [j] in ‘ja’

New cards
44

Stijgende tweeklanken/dalende tweeklanken

Bij stijgende tweeklanken wordt de tweede klinker beklemtoond. Stijgende tweeklanken komen bijvoorbeeld veel voor in het Frans. Bij dalende tweeklanken valt de klemtoon op de eerste klinker. Dit is altijd het geval in het Nederlands.

Bv. de [εi] in ‘tijd’

New cards
45

Triftongen

Naast tweeklanken bestaan er ook triftongen. Daarmee wordt een opeenvolging van drie klinkers binnen eenzelfde lettergreep aangeduid

New cards
46

Minimale paren

We spreken van minimale paren wanneer twee verschillende woorden zich door niet meer dan éénfoneem van elkaar onderscheiden.

Bv. baard-haard

New cards
47

Allofonen

Twee of meer klanken die realisaties zijn van eenzelfde foneem

New cards
48

Combinatorische varianten

Combinatorische varianten is een soort allofonen

  • Een soort combinatorische variant is het aanpassen van de uitspraak van de verschillende klanken zich aan de klinkers die erop volgen.

  • Een andere combinatorische variant is het veranderen van een stemloze in stemhebbende klank in bepaalde woorden

New cards
49

Vrije varianten

Vrije varianten zijn onderscheiden klanken die aan geen enkel foneem beantwoorden, maar waarvan de verschillende uitspraakwijzen niet tot stand komen onder invloed van omringde klanken.

New cards
50

Distributie

Geheel van contexten waarin een klank gebruikt wordt

New cards
51

Syllabe

Een syllabe is een lettergreep. Fonemen maken deel uit van de syllabes en de syllabes dan weer uiteen groter geheel.

<p>Een syllabe is een lettergreep. Fonemen maken deel uit van de syllabes en de syllabes dan weer uiteen groter geheel.</p>
New cards
52

Voeten

Voeten bestaan uit syllabes. Voeten zijn onderdeel van een groter geheel, namelijk woorden. Het is dus eigenlijk een niveau tussen lettergrepen en woorden

New cards
53

Prosodie

Prosodie verwijst naar de klemtoon, het ritme en de intonatie die gebruikt wordt bij het uitspreken van zinnen of zinsdelen.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 180 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 132 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 18 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 170 people
... ago
5.0(3)
note Note
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 11170 people
... ago
4.6(53)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (61)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (342)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (157)
studied byStudied by 43 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (49)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (33)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (26)
studied byStudied by 32 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (70)
studied byStudied by 58 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (34)
studied byStudied by 32 people
... ago
5.0(4)
robot