Hoofdstuk 2 gisten en schimmels

Taxonomie

Wetenschap van de classificatie.

Nomenclatuur

Naam toereiken.

Identificatie

Identificatie van het taxon waartoe het behoort.

Celmorfologie

Onder de microscoop.

Kolonie morfologie

Op vaste voedingsbodem = meerdere bacteriën.

Gram - +

Een methode om bacteriën in te delen op basis van celwandstructuur.

Biochemische eigenschappen

Kenmerken zoals zuurstofbehoefte en enzymactiviteit.

Klassieke taxonomie

Gebruik van morfologische en biochemische eigenschappen.

Moderne taxonomie / chemotaxonomie

Analyse op DNA niveau, gebruik van rRNA.

Eiwit onderzoek

Onderzoek naar eiwitten en vetzuuranalyse (protein/lipid filling).

Immunologische reacties

Reacties tussen antigenen en antilichamen.

Nomenclatuur

Bestaande uit 2 Latijnse namen: genus en soort.

Escherichia coli

Voorbeeld van nomenclatuur met genus (groot) en soort (klein).

Aspergillus

Exogene spoorvormer, hogere temperatuur tolerantie.

Mycotoxinen

Giftige verbindingen geproduceerd door schimmels.

Botrytis cinerea

Schimmel die bijdraagt aan de specifieke smaak van witte wijn.

Fusarium

Veldschimmel, veroorzaakt bederf van tropisch fruit en granen.

Geotrichum candidum

Zuivelschimmel, gebruikt in de zuivelindustrie.

Mucor

Snelle groei en hoge wateractiviteit, leidt tot bederf.

Rhizopus

Veroorzaker van broodbederf, gebruikt bij fermentatie van sojabonen.

Penicillium

Blauw-groene schimmel, gebruikt in kaasbereiding en antibiotica.

Gisten

Micro-organismen die asexuele en seksuele voortplanting vertonen.

Saccharomyces cerevisiae

Gist gebruikt in de productie van bier en wijn, uitermate resistent tegen bederf.

Zygosaccharomyces rouxii

Osmofiele gist die zoete bederf veroorzaakt met gasvorming.

Zygosaccharomyces bailii

Gist met weinig gevoeligheid voor zuur, toegepast in mayo en dressing.