1/92
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
hablar en público
publiek spreken
hablar correctamente
correct spreken
ver vídeos
videos kijken
leer periódicos
kranten lezen
leer revistas
tijdschrijften lezen
escribir un diario
een dagboek schrijven
escribir mensajes
berichten schrijven
hacer ejercicios
oefeningen maken
hacer exposiciones orales
orale exposities maken
tener un buen nivel
een goed niveau hebben
cometer errores
fouten maken
buscar en el diccionario
in een woordenboek kijken
sentirse fatal
zich vreselijk voelen
sentirse ridículo
zich belachelijk voelen
dar vergüenza
zich schamen
dar miedo
zich bang voelen
traer
brengen
tomar
nemen
poder
kunnen, mogen
dar
geven
poner
zetten, leggen, plaatsen
ganar un premio
een prijs winnen
ganar una competición
een wedstrijd winnen
ganar el Mundial
het WK winnen
ganar los elecciones
de verkiezingen winnen
convertirse en campeón
kampioen worden
tener éxito
succes hebben
encontrar trabajo
werk vinden
ir a vivir con la pareja
bij je partner wonen
enamorarse
verliefd worden
casarse
trouwen
divorciarse
scheiden
pasar unos años
een paar jaar doorbrengen
mudarse
verhuizen
cambiar de trabajo
van werk veranderen
jubilarse
met pensioen gaan
guionista
scenarioschrijver
un largometraje
een langspeelfilm
rodar
rollen
estrenar
in première gaan
protagonizar
de hoofdrol spelen
Cuenta la vida de
Het vertelt het leven van
bajo
laag
gordo
dik
delgado
dun
rubio
blond
pelirrojo
roodharig
calvo
kaal
liso
zacht
ondulado
golvend
rizado
krullend
oscuros
donker
los ojos claros
de heldere ogen
el pelo teñido
geverfd haar
tiene bigote
hij heeft een snor
tener perilla
een sikje hebben
mide
lengte
gewicht
pesa
parecerse a su hermano
op zijn broer lijken
parecerse en la nariz
dezelfde neus hebben
tener una sonrisa parecida
een gelijke glimlach hebben
tener la misma mirada
dezelfde uitstraling hebben
un chalé
een buitenshuis
una casa adosada
een rijtjeshuis
un ático
een zolder
una cabaña
een hut
una casa acogedora
een gezellig huis
una casa con vistas
een huis met uitzicht
dar a una plaza
uitkijken op een plein
está en la costa
Het ligt aan de kust
estar amueblado
gemeubileerd zijn
tener calefaccion
verwarming hebben
tener mucha luz
veel licht hebben
tener aire acondicionado
airconditioning hebben
un cojín de tela
een stoffen kussen
una lámpara de metal
een metalen lamp
un armario de madera
een houten kast
un sillón de piel
een leren fauteuil
una mesa de piedra
een stenen tafel
de mármol
marmer
un zapatero de hierro
een ijzeren schoenkast
una caja de cartón
een kartonnen doos
una cuna
een wieg
una mesilla de noche
een nachtkastje
un espejo
een spiegel
una estantería
een boekenplank
un horno
een oven
una nevera
een koelkast
una lavadora
een wasmachine
debajo de
onder
delante de
voor
detrás de
achter
alrededor de
rondom