grp 27

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
Get a hint
Hint

a priori

1 / 28

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch

29 Terms

1

a priori

vooraf, van te voren, bij voorbaat

New cards
2

temperament

karaktereigenschap die bepaalt hoe je op de dingen reageert, vurigheid

New cards
3

preferentie

voorkeur, voorrang, voorrecht

New cards
4

egocentrisch

erg gericht op zichzelf, met het gevoel dat je zelf het centrum van de wereld bent, zelfzuchtig; ego = ik

New cards
5

markant

opvallend, opmerkelijk, frappant

New cards
6

genereren

doen ontstaan, opwekken, voortbrengen, verwekken

New cards
7

expertise

kennis of kundigheid op een bepaald gebied; deskundigheid, vakbekwaamheid

New cards
8

lineair

met een gelijkmatig verloop in dezelfde richting, lijnvormig, volgens een vaste structuur en volgorde

New cards
9

actualiseren

aanpassen aan de huidige realiteit, actueel maken, updaten

New cards
10

antisemitisme

haat tegen of afkeer van joden

New cards
11

legislatuur

de maximale termijn tussen twee verkiezingen; de zittingsperiode van een parlement; uitoefening van de wetgevende macht

New cards
12

profiel

gezicht dat je van opzij ziet, karakterschets, beschrijving van iemands typische kenmerken of kwaliteiten, beschrijving van jezelf op een website

New cards
13

courant

gangbaar, gebruikelijk, wat veel voorkomt of gebruikt wordt

New cards
14

proportie

verhouding; de maat van onderdelen ten aanzien van het geheel; grootte ten opzichte van andere afmetingen of ten opzichte van een samenhangend geheel; evenredigheid

New cards
15

prominent

belangrijk, vooraanstaand, nadrukkelijk, aanzienlijk

New cards
16

underdog

degene die niet als favoriet start, persoon of groep die geen kans lijkt te maken om te winnen; antoniem: favoriet

New cards
17

stigma

schandvlek, slechte reputatie, stempel, brandmerk; wonden van Jezus bij de kruisiging of wonden die optreden bij christelijke religieuzen op de plaatsen van Jezus' verwondingen

New cards
18

megalomaan

aan grootheidswaanzin lijdend; ook als substantief: persoon die aan grootheidswaanzin lijdt

New cards
19

betijen

begaan, zijn gang laten gaan, iemand niet storen, iemand met rust laten

New cards
20

hermetisch

waar je niet bij kunt komen, helemaal dicht, luchtdicht, ontoegankelijk

New cards
21

prevalentie

het percentage van de bevolking op een bepaald moment met een bepaalde aandoening, ziekte, enzovoorts.

New cards
22

participatie

actieve, zelfgekozen deelname, financiële deelname in eigen vermogen van een organisatie, deelname

New cards
23

oude koeien uit de sloot halen

oude en lang vergeten ruzies, grieven en onenigheden terug oprakelen

New cards
24

optimaal

zo gunstig mogelijk, zeer goed

New cards
25

open deuren intrappen

dingen aanhalen die voor iedereen al lang duidelijk zijn; zich inspannen om iets te doen of aan te halen dat al gedaan of bekend is

New cards
26
New cards
27
New cards
28
New cards
29
New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 22 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 228 people
... ago
5.0(5)
note Note
studied byStudied by 72 people
... ago
5.0(3)
note Note
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 75 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 43 people
... ago
5.0(3)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (90)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (112)
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (37)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (88)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (59)
studied byStudied by 17 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (62)
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (20)
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (158)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
robot