Chemie thema 3 hs 2 (4de)

De concentratie van een oplossing is afhankelijk van 2 factoren:

• hoeveelheid opgeloste stof

• het totaalvolume van de stof

De hoeveelheid stof kan worden uitgedrukt als:

• een massa m (g)

• een stofhoeveelheid n (mol)

De massaconcentratie

c_m

☆ De verhouding tussen de massa m opgeloste stof en het totaalvolume V van de oplossing

• Drukt de hoeveelheid opgeloste stof uit als een massa

Formule: c_m = m/V

Molaire concentratie

c

☆ De verhouding tussen de stofhoeveelheid n en het totaalvolume V van de oplossing

• Drukt de hoeveelheid stof uit als een stofhoeveelheid in mol

Formule: c = n/V

Formule: c = m/M x V = c_m/M

Het verband tussen de massaconcentratie c_m en de molaire concentratie c is terug te vinden in:

de molaire massa M van de opgeloste stof

Verdunning

☆ Bij een verdunning wordt aan een oplossing met een gekende concentratie extra oplosmiddel aan toegevoegd om een lagere concentratie te bekomen.

• De stofhoeveelheid voor en na verdunning blijft hetzelfde n₁ = n₂

• Dit laat toe om eenvoudig te berekenen wat de nieuwe concentratie van de eindoplossing is of wat het nieuwe totaalvolume is

Verdunningsregel