l’écran (m)
het beeldscherm
le clavier
het toetsenbord
une touche
de toets
la tablette
de tablet
l’outil (m)
de tool / het hulpmiddel
une imprimante
een printer
imprimer
printen, drukken
le mail, le courriel l’adresse électronique
de mail
un ordinateur (de bureau)
een computer
taper
typen
l’appel (m)
het telefoontje
l’internaute (m)
de internetgebruiker
naviguer
surfen
couper
de verbinding verbreken
le bug
de storing, een virus
le fichier (informatique)
het (computer) bestand
le logiciel
het computerbestand, de software
un souligné
een underscore
le mot de passe secret
het geheime wachtwoord
pirater
hacken
le compte
het account
le réseau
het netwerk
les réseaux sociaux
de sociale media
le lien
de link
chatter, bavarder, discuter
chatten
comment ça va? / ça roule?
hoe is het?
une clef USB
een USB stick
un message
een bericht
un abonné
een volger
partager
delen
s’abonner
abonneren
le fil d’actualité, le flux
een feed
mot dièse
hashtag
étiquette
tag
le téléphone portable / le mobile
het mobieltje
un (ordinateur) portable
een laptop
une tendance
een trend
mettre à l’arrêt
afsluiten
(re)démarrer
(opnieuw) starten
débrancher
ontkoppelen (stekker)
brancher
aansluiten
allumer
aanzetten
éteindre
uitzetten, uitdoen
un moteur de recherche
een browser
étiqueter, taguer
taggen
le chargeur
de oplader
charger
opladen
la batterie faible
de (bijna) lege accu
ne plus avoir de batterie
geen accu meer hebben
une appli
een app
faire une sauvegarde
een backup maken
les écouteurs (m)
de koptelefoon
les oreillettes (f)
de oortjes
effacer
wissen