Examen Pasen

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions
Get a hint
Hint

une amitié

1 / 102

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

103 Terms

1

une amitié

vriendschap

New cards
2

een vrijwilliger, vrijwilligster

un bénévole, une bénévole

New cards
3

de warmte, de hitte

la chaleur

New cards
4

een sprookje

un conte de fées

New cards
5

een drama

un drame

New cards
6

een etiket

une étiquette

New cards
7

een kamerjongen, kamermeisje

un homme de chambre, une femme de chambre

New cards
8

het gras

l'herbe (f)

New cards
9

de ironie

l'ironie (f)

New cards
10

een vreemde taal

une langue étrangère

New cards
11

een softwareprogramma

un logiciel

New cards
12

de lengte

la longueur

New cards
13

een wereld

un monde

New cards
14

een pandemie

une pandémie

New cards
15

een rol toiletpapier

un rouleau de papier toilette

New cards
16

een dakloze

un(e) sans-abri

New cards
17

een glimlach

un sourire

New cards
18

vreemd

étrange

New cards
19

idioot

idiot, idiote

New cards
20

hoogbegaafd

surdoué, surdouée

New cards
21

klasseren

classer

New cards
22

uitknippen, verknippen

découper

New cards
23

verspreiden, verdelen

distribuer

New cards
24

imiteren, nabootsen

imiter

New cards
25

memoriseren, uit het hoofd leren

mémoriser

New cards
26

durven

oser

New cards
27

opzeggen

réciter

New cards
28

zich voegen bij

rejoindre

New cards
29

herhalen

réviser

New cards
30

redden

sauver

New cards
31

zich ergens tussen wringen, kruipen tussen

se glisser entre

New cards
32

zich zetten, zich installeren

se poser

New cards
33

voortslepen, meesleuren

trainer

New cards
34

verbinden

unir

New cards
35

veilig, beschermd

à l'abri

New cards
36

tot het einde/uiterste gaan

aller au bout

New cards
37

zijn CV afgeven, binnenbrengen

déposer son CV

New cards
38

bezig zijn, het druk hebben

être occupé, occupée

New cards
39

het volstaat dat

il suffit que + subjonctif présent

New cards
40

volhouden

tenir le coup

New cards
41

in verband met, over

à propos de

New cards
42

op de bodem van

au fond de

New cards
43

naast mekaar

côte à côte

New cards
44

meer

davantage

New cards
45

de meeste

la plupart des + verbe au pluriel

New cards
46

om het even waar

n'importe où

New cards
47

boven alles

par-dessus tout

New cards
48

een onderdak

un abri

New cards
49

een job

un boulot (fam.)

New cards
50

een contract

un contrat

New cards
51

de diversiteit

la diversité

New cards
52

een leraar/lerares

un(e) enseignant(e)

New cards
53

een voordracht/presentatie

un exposé

New cards
54

een oorlog

une guerre

New cards
55

de onschuld

l'innocence (f)

New cards
56

een moslim, moslima

un musulman, une musulmane

New cards
57

een geboorteland

un pays natal

New cards
58

een gedicht

une poésie

New cards
59

de macht

le pouvoir

New cards
60

de vluchteling

le réfugié, la réfugiée

New cards
61

een breuk

une rupture

New cards
62

een gevoel

un sentiment

New cards
63

blind

aveugle

New cards
64

gelovig

croyant, croyante

New cards
65

heel gelukkig

enchanté, enchantée

New cards
66

onbestaand

inexistant, inexistante

New cards
67

open

ouvert(e)

New cards
68

praktizerend

pratiquant, pratiquante

New cards
69

gereserveerd

réservé/ réservée

New cards
70

respectvol, eerbiedig

respectueux/ respectueuse

New cards
71

vrolijk, lachend, goedlachs

souriant, souriante

New cards
72

kwetsbaar

vulnérable

New cards
73

strelen

câliner

New cards
74

vrezen

craindre

New cards
75

communiceren (met)

communiquer avec

New cards
76

twijfelen

douter

New cards
77

intrekken

emménager

New cards
78

vluchten, weglopen

fuir

New cards
79

delen met

partager avec

New cards
80

aanzetten tot

pousser à

New cards
81

voorstellen om

proposer de

New cards
82

beschermen

protéger

New cards
83

verlaten

quitter

New cards
84

benaderen, dichterbij komen

s'approcher de

New cards
85

oppassen voor, wantrouwen

se méfier de

New cards
86

er goede hoop op hebben

avoir bon espoir

New cards
87

moeilijkheden hebben

avoir des difficultés à

New cards
88

bang zijn dat

avoir peur (que + subjonctif)

New cards
89

goed omringd zijn

être bien entouré, entourée

New cards
90

samenwonend zijn

être cohabitant, cohabitante

New cards
91

heel kwaad, woedend zijn

être en colère

New cards
92

in gevaar zijn

être en danger

New cards
93

zwanger zijn

être enceinte

New cards
94

gek zijn van vreugde

être fou/ folle de joie

New cards
95

getrouwd zijn

être marié, mariée

New cards
96

zijn best doen

faire de son mieux

New cards
97

het lijkt me dat

il me semble que

New cards
98

ik heb geen enkel idee

Je n'en ai aucune idée

New cards
99

om de 14 dagen, om de twee weken

tous les 14 jours

New cards
100

in een grote gemeenschap wonen

vivre en grande communauté

New cards
robot