une amitié
vriendschap
een vrijwilliger, vrijwilligster
un bénévole, une bénévole
de warmte, de hitte
la chaleur
een sprookje
un conte de fées
een drama
un drame
een etiket
une étiquette
een kamerjongen, kamermeisje
un homme de chambre, une femme de chambre
het gras
l'herbe (f)
de ironie
l'ironie (f)
een vreemde taal
une langue étrangère
een softwareprogramma
un logiciel
de lengte
la longueur
een wereld
un monde
een pandemie
une pandémie
een rol toiletpapier
un rouleau de papier toilette
een dakloze
un(e) sans-abri
een glimlach
un sourire
vreemd
étrange
idioot
idiot, idiote
hoogbegaafd
surdoué, surdouée
klasseren
classer
uitknippen, verknippen
découper
verspreiden, verdelen
distribuer
imiteren, nabootsen
imiter
memoriseren, uit het hoofd leren
mémoriser
durven
oser
opzeggen
réciter
zich voegen bij
rejoindre
herhalen
réviser
redden
sauver
zich ergens tussen wringen, kruipen tussen
se glisser entre
zich zetten, zich installeren
se poser
voortslepen, meesleuren
trainer
verbinden
unir
veilig, beschermd
à l'abri
tot het einde/uiterste gaan
aller au bout
zijn CV afgeven, binnenbrengen
déposer son CV
bezig zijn, het druk hebben
être occupé, occupée
het volstaat dat
il suffit que + subjonctif présent
volhouden
tenir le coup
in verband met, over
à propos de
op de bodem van
au fond de
naast mekaar
côte à côte
meer
davantage
de meeste
la plupart des + verbe au pluriel
om het even waar
n'importe où
boven alles
par-dessus tout
een onderdak
un abri
een job
un boulot (fam.)
een contract
un contrat
de diversiteit
la diversité
een leraar/lerares
un(e) enseignant(e)
een voordracht/presentatie
un exposé
een oorlog
une guerre
de onschuld
l'innocence (f)
een moslim, moslima
un musulman, une musulmane
een geboorteland
un pays natal
een gedicht
une poésie
de macht
le pouvoir
de vluchteling
le réfugié, la réfugiée
een breuk
une rupture
een gevoel
un sentiment
blind
aveugle
gelovig
croyant, croyante
heel gelukkig
enchanté, enchantée
onbestaand
inexistant, inexistante
open
ouvert(e)
praktizerend
pratiquant, pratiquante
gereserveerd
réservé/ réservée
respectvol, eerbiedig
respectueux/ respectueuse
vrolijk, lachend, goedlachs
souriant, souriante
kwetsbaar
vulnérable
strelen
câliner
vrezen
craindre
communiceren (met)
communiquer avec
twijfelen
douter
intrekken
emménager
vluchten, weglopen
fuir
delen met
partager avec
aanzetten tot
pousser à
voorstellen om
proposer de
beschermen
protéger
verlaten
quitter
benaderen, dichterbij komen
s'approcher de
oppassen voor, wantrouwen
se méfier de
er goede hoop op hebben
avoir bon espoir
moeilijkheden hebben
avoir des difficultés à
bang zijn dat
avoir peur (que + subjonctif)
goed omringd zijn
être bien entouré, entourée
samenwonend zijn
être cohabitant, cohabitante
heel kwaad, woedend zijn
être en colère
in gevaar zijn
être en danger
zwanger zijn
être enceinte
gek zijn van vreugde
être fou/ folle de joie
getrouwd zijn
être marié, mariée
zijn best doen
faire de son mieux
het lijkt me dat
il me semble que
ik heb geen enkel idee
Je n'en ai aucune idée
om de 14 dagen, om de twee weken
tous les 14 jours
in een grote gemeenschap wonen
vivre en grande communauté