ndls chap 1 duurzaam leven

4.0(1)
studied byStudied by 65 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/360

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Other Subject

University/Undergrad

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

361 Terms

1
New cards
de aandacht
l'attention
2
New cards
aandachtig
attentif
3
New cards
aankondigen
annoncer
4
New cards
zich aanpassen aan
s'adapter
5
New cards
aanpassen aan
adapter
6
New cards
de aanpassing
l'adaptation
7
New cards
afleggen (! meerdere betekenissen)
parcourir (une distance)
8
New cards
afleiden
dériver
9
New cards
de afstand(en)
la distance
10
New cards
het afval (geen mervoud)
les déchets/ordures
11
New cards
altijd >< nooit
toujours >< jamais
12
New cards
de ambacht(en)
le savoir-faire, l'artisanat
13
New cards
arm >< rijk
pauvre >< riche
14
New cards
de auteur(s)
l'auteur
15
New cards
de baby('s)
le bébé
16
New cards
bannen
éliminer, bannir
17
New cards
bedenken, bedacht, bedachten, h. bedacht
imaginer, concevoir
18
New cards
bedoelen (! onscheidbaar)
vouloir dire
19
New cards
de bedoeling(en)
l'intention, l'objectif
20
New cards
het bedrijf (bedrijven)
l'entreprise
21
New cards
behoren tot (! onscheidbaar)
appartenir à
22
New cards
het belang
l'importance
23
New cards
het beleid
la politique
24
New cards
de beloning(en)
la récompense
25
New cards
beloven (! onscheidbaar)
promettre
26
New cards
benaderen = aanpakken
considérer
27
New cards
beroerd
hésitant
28
New cards
beschaamd
honteux, gêné
29
New cards
beschadigen (! onscheidbaar)
endommager, abimer
30
New cards
besluiten, besloot, besloten, h. besloten = beslissen
décider
31
New cards
besparen (! onscheidbaar) (≠ sparen)
économiser
32
New cards
bestaan, bestond, bestonden, h. bestaan
exister
33
New cards
de bestemming(en)
la destination
34
New cards
het beu zijn (was, waren, is geweest)
en avoir marre
35
New cards
iemand/iets beu zijn
en avoir marre de
36
New cards
het bewustzijn
la conscience
37
New cards
bezig zijn
être occupé
38
New cards
bezig zijn met
être occupé avec
39
New cards
het bezoek
la visite
40
New cards
bezoeken, bezocht, bezochten, h. bezocht
visiter
41
New cards
de bezoeker(s)
le visiteur
42
New cards
bieden
offrir
43
New cards
de bij(en)
l'abeille
44
New cards
blijken uit - bleek, bleken, is gebleken
ressortir de
45
New cards
boeken
réserver
46
New cards
de boodschap(pen)
le message
47
New cards
botsen met
se heurter à
48
New cards
de brandstof(fen)
le carburant
49
New cards
het broeikasgas(sen)
le gaz à effet de serre
50
New cards
de bron(nen)
la source
51
New cards
de Burgemeester(s)
le bourgmestre
52
New cards
de consument(en)
le consommateur
53
New cards
consumeren
consommer
54
New cards
het dagblad(en)
le quotidien
55
New cards
dankzij
grâce à
56
New cards
de komende jaren >< de voorbije jaren
les années à venir >< les années passées
57
New cards
degelijk
solide, décent
58
New cards
delen
partager
59
New cards
het dieet (diëten)
le régime
60
New cards
het doctoraat(en)
le doctorat
61
New cards
het doel(en)
le but
62
New cards
dreigen + te
menacer
63
New cards
de druk
la pression
64
New cards
de drukte
l'agitation, l'animation
65
New cards
de Duitser(s) (Duitse)
l'allemand
66
New cards
duurzaam
durable
67
New cards
de duurzaamheid
la durabilité
68
New cards
ecologisch
écologique
69
New cards
de eetgewoonte(s, en)
l'habitude alimentaire
70
New cards
eigen
propre/à soi
71
New cards
zich ergeren aan iets
être agacé, irrité
72
New cards
erkennen (! onscheidbaar)
reconnaitre
73
New cards
de flexitariër
le flexitarien
74
New cards
erkennen (! onscheidbaar)
reconnaitre
75
New cards
het gebied(en)
le territoire
76
New cards
gebruiken
utiliser
77
New cards
het gedrag(en)
le comportement
78
New cards
het geloof
la foi, la religion
79
New cards
geloven
croire
80
New cards
(ge)makkelijk >< moeilijk
facile >< difficile
81
New cards
gemiddeld
en moyenne
82
New cards
genieten van, genoot, genoten, h. genoten
profiter de
83
New cards
gevoelig
sensible
84
New cards
het gevolg(en)
la conséquence
85
New cards
het gezag
l'autorité
86
New cards
het gezin(nen) = de familie
la famille
87
New cards
goedkoop >< duur
bon marché >< cher
88
New cards
(zijn) groeien
grandir, pousser, croitre
89
New cards
de grootmoeder(s) = de oma
la grand-mère
90
New cards
handelen
agir, s'y prendre
91
New cards
de haven(s)
le port
92
New cards
hergebruiken
réutiliser
93
New cards
herkennen (! onscheidbaar)
reconnaitre
94
New cards
herstellen (! onscheidbaar)
réparer
95
New cards
herzien, herzag, herzagen, h. herzien
revoir, réexaminer
96
New cards
het druk hebben, had, hadden, h. gehad
être très occupé
97
New cards
het hoofd(en)
la tête, le directeur, le chef, le dirigeant
98
New cards
de hoofdauteur(s)
l'auteur principal
99
New cards
de hoofdpagina('s)
la page de garde, la première de couverture
100
New cards
de hoofdstad (steden)
la capitale