Taal tussen natuur en cultuur

5.0(1)
studied byStudied by 6 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/138

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

139 Terms

1
New cards
usage based linguistics
gebruiksgebaseerde taalkunde, niet gebaseerd op logica maar taalstructuur gebaseerd op het concrete gebruik van taal
2
New cards
natuurlijke taal
een taal die zich spontaan ontwikkelt bij ieder mens na zijn geboorte, zonder bewuste beslissing
3
New cards
Kunsttalen
talen die op een bepaald moment bewust door mensen ontworpen zijn om natuurlijke talen te vervangen
4
New cards
Characteristica Universalis
een ideale (en universale) taal die duidelijkheid schept en culturele verschillen kan overbruggen. Onvolkomendheden van natuurlijke talen (zoals ambiguïteit) worden verbeterd
5
New cards
graphemics/graphematics
wetenschap over schriftsysteem
6
New cards
alfabetisch schrift
geschreven tekens corresponderen met klank
7
New cards
syllabisch schrift
tekens corresponderen met lettergrepen
8
New cards
logografisch schrift
tekens corresponderen met begrippen/woorden
9
New cards
homesign
systeem van gebaren dat wordt ontwikkeld door kinderen van dove ouders
10
New cards
iconisch
tekens lijken niet op de dingen waar ze naar verwijzen
11
New cards
referentiële waarde
naar iets in wereld verwijzen
12
New cards
lexigram
teken dat iets betekent
13
New cards
multimodaal
niet beperkt tot klanken, maar ook spontane gebaren, lichaamshouding en gezichtsuitdrukkingen
14
New cards
vocaalauditief
gesproken en beluisterd
15
New cards
denotatie
alle objecten en personen waar een woord naar kan verwijzen
16
New cards
referent
specifieke verwijzing
17
New cards
paralinguïstische signalen
manier waarop woorden worden uitgesproken (klemtoon, snelheid, intonatie)
18
New cards
onomatopeën
klanken in letters weergegeven
19
New cards
dubbele articulatie
bestaan uit fonemen en morfemen waardoor oneindig aantal combinaties mogelijk is met eindig aantal klanken
20
New cards
articulatie
verdeling geheel in kleinere delen
21
New cards
kritische periode
periode waarin kinderen moeten leren spreken omdat ze anders nooit meer zullen kunnen leren spreken zoals andere kinderen (voor puberteit)w
22
New cards
wolfskinderen/enfants sauvages
kinderen die niet in talige context opgegroeid zijn
23
New cards
turn-taking
beurtwisseling
24
New cards
displacement
onafhankelijk zijn van hier en nu
25
New cards
discreet
van elkaar te onderscheiden
26
New cards
principe van compositionaliteit
Een oneindig aantal onbekende zinnen produceren met woorden waarvan wij de betekenis kennen
27
New cards
criterium van wederzijdse verstaanbaarheid
als twee sprekers elkaar verstaan, spreken ze dezelfde taald
28
New cards
dialectcontinuüm
dialecten lopen vloeiend over, geen duidelijke grenzen waardoor dialecten op elkaar lijken en soms mensen met een bepaald dialect elkaar wel kunnen verstaan terwijl moedertaal anders is
29
New cards
taalpolitiek
macht centraliseren door bepaalde taal als model te kiezen in staat
30
New cards
metaforische transfer
woord van bepaald kennis- of ervaringsdomein in ander domein gebruiken, want gelijkenis tussen domeinen
31
New cards
metonymische transfer
binnen een kennisdomein bepaalde associaties bij woorden verschuiven, gelijkenis tussen verschillende domeinen zien speelt geen rol
32
New cards
betekenisveralgemening/ generalisatie
woord verwijst naar meer elementen buiten de taal dan oorspronkelijk
33
New cards
betekenisvernauwing / specialisatie
woord verwijst naar minder elementen dan oorspronkelijk
34
New cards
grammaticalisatie
proces waarbij lexicale woorden evolueren tot grammaticale woorden/elementen
35
New cards
lexicale woorden
woorden die in het lexicon zitten en een rijke betekenis hebben, uitbreidbare klasse
36
New cards
grammaticale woorden
Een gesloten lijst woorden met een abstractere betekenis die grammaticaal verband tussen andere woorden aanduiden
37
New cards
Grammaticalisation clines
grammaticalisatie volgt meestal een bepaald pad en dit pad is gemotiveerd
38
New cards
reanalyse
vorm van woordgroep verandert zonder dat de onderliggende structuur verandert
39
New cards
sociolecten
sociale groepen die eigen taalvarianten/'dialecten' ontwikkelen
40
New cards
ideolecten
taal van ieder individu
41
New cards
Indo-Europees
taal die oorspronkelijk gesproken werd waar alle talen vandaan komen
42
New cards
historisch-comparatieve taalkunde
door comparatief onderzoek tussen talen en hun elementen inzicht krijgen (in de oorsprong van taal)
43
New cards
etymologie
herkomst woord
44
New cards
Indo-Europese taalfamilie
gemeenschappelijke voorvorm Europese talen en Sanskrit
45
New cards
proto
geconstrueerd, hypothetisch
46
New cards
lenition/lenitie
klanken die moeilijker uit zijn te spreken veranderen naar gemakkelijkere klanken
47
New cards
isolaten
talen die geen enkele affiniteit vertonen met andere talen
48
New cards
gedeelde intentie
veronderstellen dat mensen samenwerken en hulpvaardig zijn
49
New cards
joint attentional frame
gedeeld aandachtskader, doelgerichte activiteiten waarbij zowel kind als ouder focussen op zelfde element binnen omgeving
50
New cards
ostentatieve definitie
woord aanleren door te wijzen
51
New cards
whole object assumption
feit dat mensen geboren worden met de neiging om de wereld waar te nemen in termen van hele objecten
52
New cards
basic level niveau
niveau meest relevante informatie die gemiddelde taalgebruiker kent
53
New cards
taaltypologie
structuurkenmerken en -patronen van verschillende talen beschrijven om zo verschillende taaltypes in kaart te brengen en te bepalen welke types mogelijk zijn en welke niet
54
New cards
isolerende talen
alle woorden zijn onveranderlijk, grammaticale concepten worden uitgedrukt door afzonderlijke woorden
55
New cards
agglutinerende talen
woorden samengesteld uit morfemen, elke grammaticale betekenis wordt uitgedrukt door een afzonderlijk morfeem (dus deeltje aan woord geplakt)
56
New cards
flecterende talen
woorddelen kunnen meer dan één grammaticale betekenis tegelijkertijd uitdrukken
57
New cards
incorporerende/polysynthethische talen
iets in het ww toevoegen waardoor de term die ontstaat zowel woord als zin is
58
New cards
analytische talen
gebruiken verschillende woorden om uit te drukken wat in een synthetische taal in 1 woord uitgedrukt wordt
59
New cards
syntactische taaltypes
taaltypes op basis van structuur van zin en woordvolgorde
60
New cards
universalia
kenmerken (eigenschappen of patronen) die in alle talen van de wereld voorkomen
61
New cards
absolute universalia
kenmerken die voorkomen in alle talen
62
New cards
onvoorwaardeijke universalia
voor alle talen T geldt: heeft eigenschap P
63
New cards
voorwaardelijke (implicatieve) universalia
vooral alle talen T geldt: heeft eigenschap P, heeft ook eigenschap Q
64
New cards
syntaxis
studie structuur van zin
65
New cards
productiviteit/creativiteit van taal
met een eindig lexicon en een eindig aantal syntactische regels/structuren een oneindig aantal zinnen kunnen produceren
66
New cards
hiërarchische structuur
zin wordt onderverdeeld in kleinere onderdelen
67
New cards
structureel ambigu
twee interpretaties mogelijk naargelang structuur
68
New cards
boomstructuren
schema om hiërarchische structuur in zin weer te geven
69
New cards
constituenten
onderdelen van zin
70
New cards
analyse in directe constituenten
zin splitsen in woordgroepen, die weer splitsen: watervaleffect
71
New cards
regelsysteem
boomstructuur weergeven in regels, boom kunnen opbouwen vanuit die regels
72
New cards
woordgroepen
een groep woorden die in een zin samen horen en zich als een eenheid gedragen
73
New cards
vervangingstest
groep woorden vormt constituent wanneer door één proform vervangen kan worden
74
New cards
proform
één woord dat een ander woord of woorden kan vervangen (pronomen, voornaamwoord, verwijswoord...)
75
New cards
verplaatsingstest
opeenvolging van woorden die binnen zin samen verplaats kan worden, vormt een constituent
76
New cards
hoofd/kern
centrale element woordgroep
77
New cards
complementen
elementen waarvan de aanwezigheid is vereist door het hoofd van de woordgroep
78
New cards
adjuncten/toevoegingen
niet geselecteerd door hoofd, heeft lossere relatie met hoofd dan een complement
79
New cards
specificeerders
tussen complement en adjunct in, bv determinatoren
80
New cards
distributie van een woord
het geheel van contexten waarin een bepaalde woordsoort kan worden gebruikt en bij welke niet
81
New cards
rechtshoofdig
hoofd staat rechts van woord
82
New cards
lexicon-en-syntaxis-model
grammatica = lexicon (betekenisdragende woorden) + syntaxis (betekenisloze regels/elementen)
83
New cards
analogie
woord gebruiken in vergelijkbare context (bij ontwikkeling taal)
84
New cards
universele grammatica
aangeboren grammaticaregels, bepaalde structuren in menselijk brein
85
New cards
armoede van de stimulus
Het taalaanbod is te arm om grammaticale regels te ontwikkelen
86
New cards
samenvoegregel (merge)
Zinnen en woordgroepen zijn allemaal opgebouwd op de basis van hetzelfde principe: twee elementen samenvoegen waarvan 1 het hoofd is
87
New cards
constructie
een associatie van een syntactisch patroon die met een betekenis is ons geheugen is opgeslagen
88
New cards
idiomatische uitdrukkingen
uitdrukkingen waarbij geen enkel element vervangen kan worden, zoals spreekwoorden
89
New cards
semi-productief
constructies waarvan een aantal elementen vervangen kan worden
90
New cards
usage-based
zoals het in het dagelijks gebruik voorkomt/gebeurt
91
New cards
taalspecifieke principes
kwaliteiten die ons toelaten een taal te leren
92
New cards
schematisering
gelijkenissen zien tussen woordgroepen om er een abstract schema uit af te leiden waarin linguïstisch materiaal ingevoegd kan worden in open plaats
93
New cards
holofrase
een woord van één lettergreep die een gedachte weergeeft
94
New cards
pivot/ankerpunt
Een bepaald lexicaal item als ankerpunt gebruiken om van daaruit meer lagen toe te voegen
95
New cards
semantiek
betekenisleer, hoe krijgen woorden betekenis
96
New cards
lexicale semantiek
identificeren betekenissen van lexicon
97
New cards
lexicografie
de wetenschap van het opstellen van woordenboeken
98
New cards
grammaticale semantiek
Wetenschappelijke studie van de betekenis van grammaticale woorden (en elementen) en constructies
99
New cards
genus proximum
kleinste overkoepelende algemene klasse
100
New cards
*Differentias specificas*
bepaalde specifieke kenmerken die worden binnen klasse onderscheiden