Studied by 15 people
de torso
de romp
de schroom
schaamte, verlegenheid
zich op de borst kloppen
ergens trots op zijn
melancholisch
depressief
lusteloos
futloos
teder
zacht en lief
verbijsterd
geschoqueerd
smachtend
erg verlangend
berouwvol
met spijt
filet
stuk vlees/ vis zonder graad
respectievelijk
in die volgorde
censueren
weglaten van bepaalde info
de telg
de nakomeling
immoreel
gewetenloos
de moraal
het lesje
de eniteit
liet wezen
dat tuit alle verbeelding
dat gaat boven alle verbeelding
de urgentie
de noodzaak
de status quo
de bestaande toestand
het altruĂŻsme
de onlaatzuchtigheid
de antropoloog
wetenschappers die mensen bewonderd op cultureel vlak
de fascinatie
de bewondering
verwurmen
tot medelijden overhalen
eloquent
welsprekend
garen
slow cooking
garnituur
versieren (de garnituur)
geld verdienen als slijk/water
veel geld verdienen
stokken in de wielen willen steken
iemand willen saboteren
het been stijf houden
niet willen toegeven
met je gat in de boter vallen
heel veel geluk hebben
dat is een pleister op een zere wonde
dat is een magere troost
dat is een pleister op een houten been
een nutteloos voorstel
opatisch
gevoelloos
de perceptie
de manier waarop je naar iets kijkt
neologisme
een nieuw uitgevonden woord
abrupt
plots en kort
interpreteren
opvatten, hoe je iets persoonlijk bekijkt
Note 
Flashcard (31)