Argo Grieks t/m les 22

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/309

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

310 Terms

1
New cards
ὁ δοῦλος
slaaf
2
New cards
ἰσχυρός, ά, όν
krachtig, sterk
3
New cards
οὗτος, αὗτη, τοῦτο
die, dat
4
New cards
καθαρός, ά, όν
schoon, zuiver
5
New cards
χαλεπός, ή, όν
moeilijk, lastig
6
New cards
αὐτός, ή, ό
zelf, dezelfde, hetzelfde (als), hij zij het (niet in nom.)
7
New cards
αὐτός (ὁ)
zelf
8
New cards
ὁ αὐτός (καί)
dezelfde, hetzelfde (als)
9
New cards
gen. dat. acc. van αὐτός (ev/mv)
hij zij het
10
New cards
ὡς
zo(als), hoe! wat!
11
New cards
ὅδε, ἥδε, τόδε
deze, dit
12
New cards
ἁμαρτάνω
(+ gen) (het doel) missen, zich vergissen
13
New cards
ἐκεῖνος, η, ο
die, dat
14
New cards
ἄλλος, η, ο
ander, overig
15
New cards
of, (in vergelijking) dan
16
New cards
ὁ κόσμος
wereld(orde)
17
New cards
ἕκαστος, η, ον
ieder, elk
18
New cards
ἄρα
dus
19
New cards
ἔβλεψα
aor. van βλέπω
20
New cards
βλέπω
kijken
21
New cards
κενός, ή, όν
leeg
22
New cards
έστì(ν)
(hij/zij/het) is, bestaat
23
New cards
ἀγαθος, -η, -ον
goed
24
New cards
ἀγνοέω
niet begrijpen, niet weten
25
New cards
ἀθλιος, -α, -ον
ongelukkig
26
New cards
ό, ή, τό
de, het
27
New cards
αἰσχρος, -α, -ον
lelijk, schandelijk
28
New cards
ἡ ἀλήθεια
waarheid
29
New cards
ἀνδρειος, -α, -ον
dapper
30
New cards
ὁ δημος
volk
31
New cards
ού/ούκ/όυχ
niet
32
New cards
ἡ ἀρχή
1 begin 2 heerschappij, rijk
33
New cards
ὁ ἡλιος
zon
34
New cards
δεῦρο
hierheen
35
New cards
ἡμετερος, -α, -ον
onze, van ons
36
New cards
ή γη
land, aarde
37
New cards
θαυμαστος, -η, -ον
wonderlijk, bijzonder
38
New cards
είσί(ν)
(zij/er) zijn, bestaan
39
New cards
κακος, -η, -ον
slecht, laf
40
New cards
διότι
omdat, doordat
41
New cards
καλος, -η, -ον
mooi, goed
42
New cards
ό ποταμός
rivier
43
New cards
μακρος, -α, -ον
lang
44
New cards
ἐγέλασα
aor van γελάω
45
New cards
μεγας, μεγαλη, μεγα
groot
46
New cards
ἔκρυψα
aor van κρύπτω
47
New cards
νοες, -α, -ον
nieuw, jong
48
New cards
ἡ νυξ, νυκτος
nacht
49
New cards
ή πέτρα
rotsblok
50
New cards
ὁ οὐρανος
hemel
51
New cards
παυω
doen stoppen, een einde maken aan
52
New cards
πολυς, πολλη, πολυ
veel
53
New cards
ὁ πους, ποδος
voet
54
New cards
σος, -η, -ον
jouw, uw
55
New cards
σοφος, -η, -ον
wijs, verstandig
56
New cards
τε και, τε ... και
en
57
New cards
ὑψηλος, η, ον
hoog
58
New cards
φιλος, η, ον
geliefd
59
New cards
αγαθός, -η, -ον
60
New cards
ἔξεστι(ν) + inf
het is mogelijk om
61
New cards
τό δένδρον
boom
62
New cards
ἔπεμψα
aor van πέμπω
63
New cards
ό άνθρωπος
mens
64
New cards
ἔψευσα
aor van ψεύδω
65
New cards
ό θεός
god
66
New cards
ή μάχη
strijd, gevecht
67
New cards
ἐπιθυμέω
1 + gen verlangen naar 2 + inf ernaar verlangen om
68
New cards
ἐφύλαξα
aor van φυλάττω
69
New cards
τό έργον
werk, taak, daad
70
New cards
πρώτον
eerst
71
New cards
ἤλπισα
aor van ἐλπίζω
72
New cards
δέ, δ´
en, maar
73
New cards
θύω
offeren
74
New cards
κρύπτω + acc (+ acc)
verbergen (voor)
75
New cards
ή θεά
godin
76
New cards
μάλιστα
vooral, het meest
77
New cards
έπειτα
daarna
78
New cards
νικάω
overwinnen
79
New cards
και
en, ook, zelfs
80
New cards
τότε
dan, toen, op dat moment
81
New cards
οὐδείς, οὐδενός
niemand
82
New cards
οὐδέν, οὐδενός
niets
83
New cards
γάρ
want, immers, namelijk
84
New cards
ένταύθα
daar
85
New cards
πολεμέω (+ dat)
oorlog voeren (tegen)
86
New cards
ἀγω
leiden, brengen
87
New cards
συμβουλεύω + dat
aanraden
88
New cards
ἡ τύχη
1 lot, kans 2 geluk 3 ongeluk
89
New cards
ἀει
altijd, steeds
90
New cards
ψεύδω
bedriegen
91
New cards
ἀλλα, ἀλλʼ
maar
92
New cards
αὐτικα
meteen
93
New cards
βιος
leven
94
New cards
ἡλιος
zon
95
New cards
θηριον
(wild) dier
96
New cards
ἱππος
paard
97
New cards
κατα, κατ, καθ
(verspreid) over(+acc)
98
New cards
λεγω
zeggen, spreken
99
New cards
μεν ... δε
(weliswaar) ... maar/ ... en
100
New cards
νοεω
waarnemen, opmerken