(D2) Leerpsych: Operante conditionering (THORNDIKE EN SKINNER)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/51

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

52 Terms

1
New cards

Wat is operante conditionering?

Leren waarbij gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen die erop volgen. Gedrag dat beloond wordt, neemt toe; gedrag dat bestraft wordt, neemt af.

2
New cards

Verschil met klassieke conditionering

Klassieke conditionering: verband tussen prikkels. Operante conditionering: verband tussen gedrag en gevolg.

3
New cards

Belangrijke onderzoekers

Edward Thorndike en B.F. Skinner.

4
New cards

Thorndike’s kat-experiment

Kat leert door trial-and-error hoe ze uit een kooi ontsnapt voor voedsel. Succesvol gedrag wordt herhaald.

5
New cards

Wet van het Effect (Thorndike)

Gedrag gevolgd door een bevredigend gevolg wordt versterkt; gedrag zonder bevredigend gevolg verdwijnt.

6
New cards

Leren door gissen en missen

Men probeert verschillende gedragingen uit; enkel gedrag dat succes oplevert, wordt herhaald.

7
New cards

Skinnerbox-experiment

Rat leert dat drukken op een hefboom voedsel oplevert. Het gedrag wordt versterkt door bekrachtiging.

8
New cards

Bekrachtiger

Een gevolg dat de kans verhoogt dat gedrag opnieuw wordt gesteld.

9
New cards

Respons-substitutie

De reactie die tot beloning leidt, wordt sterker gekoppeld aan de situatie dan andere reacties.

10
New cards

Contingentie

De voorspelbare relatie tussen gedrag en gevolg.

11
New cards

Operant gedrag

Gedrag dat vrijwillig gesteld wordt om gevolgen te beïnvloeden.

12
New cards

Respondent gedrag

Gedrag dat automatisch uitgelokt wordt door een stimulus (reflex).

13
New cards

Actieve leerwijze

Bij operante conditionering is leren actief: het individu moet zelf iets doen.

14
New cards

Consequent gecontroleerd leren

Gedrag wordt bepaald door wat volgt op het gedrag (de consequentie).

15
New cards

Positieve bekrachtiging

Aangename stimulus toevoegen na gewenst gedrag → kans op herhaling stijgt.

16
New cards

Negatieve bekrachtiging

Onaangename stimulus verdwijnt na gewenst gedrag → kans op herhaling stijgt.

17
New cards

Positieve straf

Onaangename stimulus toevoegen na ongewenst gedrag → kans op herhaling daalt.

18
New cards

Negatieve straf

Aangename stimulus wegnemen na ongewenst gedrag → kans op herhaling daalt.

19
New cards

Primaire bekrachtiger

Natuurlijke beloning die in basisbehoefte voorziet (eten, warmte, aandacht).

20
New cards

Secundaire bekrachtiger

Aangeleerde beloning die betekenis krijgt via associatie (geld, punten, stickers).

21
New cards

Belang van contingentie

Bekrachtiging moet snel en consequent volgen om effectief te zijn.

22
New cards

Shaping (vormen)

Complex gedrag aanleren door opeenvolgende benaderingen van doelgedrag te belonen.

23
New cards

Chaining (gedragsketen)

Complex gedrag opdelen in kleinere stappen die opeenvolgend worden aangeleerd.

24
New cards

Token-economy

Systeem waarbij gewenst gedrag beloond wordt met symbolen (tokens) die later ingeruild kunnen worden.

25
New cards

Bekrachtiging van concurrerend gedrag

Gedrag versterken dat onverenigbaar is met ongewenst gedrag (bv. handen bezig houden i.p.v. zelfverwonding).

26
New cards

Uitdoving bij operante conditionering

Gedrag dat niet langer bekrachtigd wordt, verdwijnt geleidelijk.

27
New cards

Partiële bekrachtiging

Bekrachtiging volgt niet op elk gedrag → gedrag is resistenter tegen uitdoving.

28
New cards

Vaste verhoudingsprocedure (SFR)

Beloning na vast aantal responsen (bv. 1 snoepje per 10 opdrachten).

29
New cards

Variabele verhoudingsprocedure (SVR)

Beloning na wisselend aantal responsen (bv. gokautomaat).

30
New cards

Vaste intervalprocedure (SFI)

Beloning na vaste tijdsperiode (bv. loon elke maand).

31
New cards

Variabele intervalprocedure (SVI)

Beloning na onvoorspelbare tijdsintervallen (bv. inspectie).

32
New cards

Effect van partiële bekrachtiging

Gedrag dat onregelmatig beloond wordt, blijft langer bestaan.

33
New cards

Uitstel van bekrachtiging

Lang wachten op beloning verlaagt motivatie; onmiddellijke beloning werkt het best.

34
New cards

Negeren en uitdoving

Geen aandacht of beloning geven voor gedrag → gedrag verdwijnt.

35
New cards

Time-out

Tijdelijk verwijderen van prikkels of aandacht om ongewenst gedrag te doen uitdoven.

36
New cards

Confrontatie (exposure)

Blootstelling aan angstige stimuli zonder negatieve gevolgen → uitdoving van angstreacties.

37
New cards

Effect van straf

Straffen onderdrukt gedrag tijdelijk maar leert geen alternatief; beloning werkt duurzamer.

38
New cards

Aandachtspunten bij straf

Straffen moet mild, consequent en duidelijk zijn om effectief te zijn.

39
New cards

Ethisch aspect

Skinner stelde dat straffen ongewenste emoties veroorzaakt; belonen is menselijker en effectiever.

40
New cards

Bekrachtigingsschema’s

Bepalen hoe vaak en wanneer bekrachtiging volgt; beïnvloeden snelheid en bestendigheid van leren.

41
New cards

Continue bekrachtiging

Elke correcte respons wordt beloond; leidt tot snel leren maar snelle uitdoving.

42
New cards

Intervalschema’s

Bekrachtiging afhankelijk van tijdsintervallen tussen gedragingen.

43
New cards

Verhoudingsschema’s

Bekrachtiging afhankelijk van aantal gedragingen.

44
New cards

Vast versus variabel schema

Vast = voorspelbaar patroon; variabel = onvoorspelbaar, zorgt voor langduriger gedrag.

45
New cards

Premack-principe

Gedrag dat frequent voorkomt kan dienen als beloning voor gedrag dat zelden voorkomt (bv. spelen na huiswerk).

46
New cards

Overjustification-effect

Te veel externe beloning kan intrinsieke motivatie verminderen.

47
New cards

Gedragsmodificatie

Systeematisch toepassen van operante principes om gedrag te veranderen.

48
New cards

Toepassing in onderwijs

Gewenst gedrag bekrachtigen (bv. aandachtig luisteren) en negatief gedrag negeren of mild straffen.

49
New cards

Toepassing in therapie

Bekrachtiging gebruiken om gewenst sociaal gedrag aan te leren (bv. token-economy bij ASS).

50
New cards

Toepassing in opvoeding

Beloon gewenst gedrag onmiddellijk en consequent; vermijd overmatig straffen.

51
New cards

Samenvatting operante conditionering

Leren via de gevolgen van gedrag; gedrag verandert door beloning, straf of het uitblijven daarvan.

52
New cards