in treno
in de trein
il treno
de trein
È libero questo posto?
is deze plaats vrij?
prego
alstublieft/alsjeblieft; gaat uw gang/ga je gang
tedesco
Duitser, Duits
no
nee
di
van
Leida
Leiden
di Leida
van/uit Leiden
mia moglie
mijn vrouw
i bambini
de kinderen
gìa
al
Pisa
Pisa
anche
ook
straniera
buitenlandse
belga
belg, belgisch(e)
Anversa
Antwerpen
dove?
waar?
abitare
wonen
lavorare
werken
con
met
mia figlia
mijn dochter
mio marito
mijn man
ho
ik heb
Lucca
Lucca
il figlio
de zoon
lui
hij
Roma
Rome
Non sono
ik ben niet
Come si chiama?
Hoe heet u?
Come ti chiami?
Hoe heet je?
Lei chi è?
Wie bent u?
Mi chiamo Wim van Kampen
Ik heet Wim van Kampen
Sono Wim van Kampen
Ik ben Wim van Kampen