D4H2 - OPTICA

0.0(0)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/54

flashcard set

Earn XP

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

55 Terms

1
New cards

golffronten

  • oppervlakken die punten verbinden met dezelfde fase

    • vb. golftoppen

  • liggen op λ (golflengte) van elkaar

  • sferisch → vlak

2
New cards

lichtstraal

  • weg van één EM-golf (= foton)

  • ⊥ op golffronten

3
New cards

lichtsnelheid (c)

  • vacuüm: 2.998*108 m/s

  • afh v medium

4
New cards

brekingsindex (n)

  • n = c/v met n ≥ 1; niets gaat sneller dan c

  • hoe kleiner je brekingsindex, hoe ijler en dus ook hoe groter v

  • nlucht < nwater < nglas (ijl → dicht)

5
New cards

bij overgang van ene naar andere medium verandert

  • frequentie NIET

  • golflengte WEL

  • n verandert waardoor v verandert

  • vgolf = λ*f

6
New cards

verband n en λ

  • hoe hoger golflengte, hoe lager brekingsindex

  • rood licht heeft dus lagere brekingsindex dan violet licht

  • T = periode; c = lichtsnelheid

<ul><li><p>hoe hoger golflengte, hoe lager brekingsindex</p></li><li><p>rood licht heeft dus lagere brekingsindex dan violet licht</p></li><li><p>T = periode; c = lichtsnelheid</p></li></ul><p></p>
7
New cards

4 mgh bij invallend licht

  • reflectie: invalshoek (θi) = reflectiehoek (θr)

  • breking

    • n1 > n2 ; dicht → ijl, dus breking van normaal weg

    • n1 < n2 ; ijl → dicht, dus breking naar normaal toe

<ul><li><p>reflectie: invalshoek (θ<sub>i</sub>) = reflectiehoek (θ<sub>r</sub>)</p></li><li><p>breking</p><ul><li><p>n<sub>1</sub> &gt; n<sub>2</sub> ; dicht → ijl, dus breking van normaal weg</p></li><li><p>n<sub>1</sub> &lt; n<sub>2 </sub>; ijl → dicht, dus breking naar normaal toe</p></li></ul></li></ul><p></p>
8
New cards

wet v Snellius (bew)

  • let op: geen reflectie, maar breking

  • hoe groter brekingsindex, hoe sterker iets wordt afgebogen en hoe kleiner brekingshoek

<ul><li><p>let op: geen reflectie, maar breking</p></li><li><p>hoe groter brekingsindex, hoe sterker iets wordt afgebogen en hoe kleiner brekingshoek</p><p></p></li></ul><p></p>
9
New cards

violet licht vs rood licht

  • λrood > λviolet

  • nrood < nviolet

  • brekingsindex van violet licht is groter dan die van rood licht waardoor het sterker wordt afgebogen; dit betekent dus een grotere breking naar normaal toe waardoor de hoek met de normaal kleiner wordt dan bij rood licht

<ul><li><p>λ<sub>rood</sub> &gt; λ<sub>violet</sub></p></li><li><p>n<sub>rood </sub>&lt; n<sub>violet</sub></p></li><li><p>brekingsindex van violet licht is groter dan die van rood licht waardoor het sterker wordt afgebogen; dit betekent dus een grotere breking naar normaal toe waardoor de hoek met de normaal kleiner wordt dan bij rood licht</p></li></ul><p></p>
10
New cards

kritische hoek (θc)

  • invalshoek waarvoor de brekingshoek = 90°

  • bij hoeken groter of gelijk aan kritische hoek is er geen breking meer en dus totale inwendige reflectie

  • θc = Arcsin(n2 / n1) (afgeleid via wet Snellius)

11
New cards

optical fibers (bew)

  • optical fiber

    • kern; dunne glasvezel met hoge brekingsindex nf

    • wand = cladding; glas met lagere brekingsindex nc

  • invallend licht onder hoek ≥ θc → totale reflectie

  • licht verlaat glasvezel op zelfde manier als ze is ingetreden

  • gezichtsveld wordt r beperkt door de kritische hoek

    • n0 = brekingsindex van het medium waarin de glasvezel wordt gebracht

    • imax = maximale invalshoek

<ul><li><p>optical fiber</p><ul><li><p>kern; dunne glasvezel met hoge brekingsindex n<sub>f</sub></p></li><li><p>wand = cladding; glas met lagere brekingsindex n<sub>c</sub></p></li></ul></li><li><p>invallend licht onder hoek ≥ θ<sub>c </sub>→ totale reflectie</p></li><li><p>licht verlaat glasvezel op zelfde manier als ze is ingetreden</p></li><li><p>gezichtsveld wordt r beperkt door de kritische hoek</p><ul><li><p>n<sub>0</sub> = brekingsindex van het medium waarin de glasvezel wordt gebracht</p></li><li><p>i<sub>max</sub> = maximale invalshoek</p></li></ul></li></ul><p></p>
12
New cards

endoscoop (toep)

knowt flashcard image
13
New cards

hol vs bol

  • hol = divergerend

  • bol = convergerend

14
New cards

beeld v/e voorwerp adhv 3 lijnen

  • 1 door elke brandpunt + 1 door oorsprong

  • o(bject)

  • i(mage)

  • f(ocal length)

<ul><li><p>1 door elke brandpunt + 1 door oorsprong</p></li><li><p>o(bject)</p></li><li><p>i(mage)</p></li><li><p>f(ocal length)</p></li></ul><p></p>
15
New cards

o > 2f

  • reëel, verkleind en omgekeerd beeld

  • vb. camera

<ul><li><p>reëel, verkleind en omgekeerd beeld </p></li><li><p>vb. camera</p></li></ul><p></p>
16
New cards

2f > o > f

  • reëel, vergroot en omgekeerd beeld

  • vb. projector

<ul><li><p>reëel, vergroot en omgekeerd beeld</p></li><li><p>vb. projector</p></li></ul><p></p>
17
New cards

f > o

  • virtueel, vergroot en rechtopstaand beeld

  • vb. vergrootglas

opm: je zou ook de lijn door de oorsprong én 1 brandpunt kunnen genomen hebben ipv lijnen door beide brandpunten

<ul><li><p><span>virtueel, vergroot en rechtopstaand beeld</span></p></li><li><p>vb. vergrootglas</p></li></ul><p>opm: je zou ook de lijn door de oorsprong én 1 brandpunt kunnen genomen hebben ipv lijnen door beide brandpunten</p>
18
New cards

bij divergerende lenzen

alles tegengesteld aan situatie convergerende lenzen

<p>alles tegengesteld aan situatie convergerende lenzen</p>
19
New cards

vergroting v/e lens adhv dunne-lenzenformule (bew)

  • ho / hi

  • (beide leden)-1

  • (beide leden)*1/i

  • m = hi / ho = -i/o, minteken afkomstig van hi die omgekeerd staat

<ul><li><p>h<sub>o </sub>/ h<sub>i</sub></p></li><li><p>(beide leden)<sup>-1</sup></p></li><li><p>(beide leden)*1/i</p></li><li><p>m = h<sub>i </sub>/ h<sub>o </sub>= <mark data-color="#d5b672" style="background-color: #d5b672; color: inherit">-</mark>i/o, minteken afkomstig van h<sub>i</sub> die omgekeerd staat</p><p></p></li></ul><p></p>
20
New cards

tekens m, i, o en f

+

-

o

links v/d lens

rechts v/d lens

i

reëel beeld

virtueel beeld

f

convergerende lenzen

divergerende lenzen

m

rechtopstaand beeld

omgekeerd beeld

21
New cards

aberraties (3)

  • sferische

  • chromatische

  • beeldvlakkromming

22
New cards

sferische aberraties

  • naarmate de stralen verder van de optische as op de lens invallen worden ze bv. sterker afgebogen; geen mooi brandpunt

  • oplossing; diafragma die buitenste stralen afsnijdt

<ul><li><p>naarmate de stralen verder van de optische as op de lens invallen worden ze bv. sterker afgebogen; geen mooi brandpunt</p></li><li><p>oplossing; diafragma die buitenste stralen afsnijdt</p></li></ul><p></p>
23
New cards

chromatische aberraties

  • nviolet > nrood

  • λviolet < λrood

  • brekingsindex van licht met kortere golflengte is groter dan dat van langere golflengte en wordt sterker gebroken door de lens

  • oplossing; samengestelde lenzen = achromatische lenzen

<ul><li><p>n<sub>violet </sub>&gt; n<sub>rood </sub></p></li><li><p>λ<sub>violet</sub> &lt; λ<sub>rood</sub></p></li><li><p>brekingsindex van licht met kortere golflengte is groter dan dat van langere golflengte en wordt sterker gebroken door de lens </p></li><li><p>oplossing; samengestelde lenzen = achromatische lenzen</p></li></ul><p></p>
24
New cards

beeldvlakkromming

  • voorwerp gelegen in een plat vlak is afgebeeld in een gekromd vlak

  • oplossing; lenzenstelsels die een voorwerp in een plat vlak afbeelden = aplanatisch

25
New cards

plan apo objectieven

objectieven die gecorrigeerd zijn voor zowel chromatische aberraties als voor beeldvlakkromming

26
New cards

principe Huygens

"elk punt op een golffront kan je voorstellen als een nieuwe bron van waaruit een golfbeweging zich voortplant”

  • geldig voor alle soorten golven; licht, geluid, water …

  • analyseren wat er gebeurt wanneer golven op een obstakel botsen waardoor golffronten gedeeltelijk worden onderbroken

<p>"elk punt op een golffront kan je voorstellen als een nieuwe bron van waaruit een golfbeweging zich voortplant”</p><ul><li><p>geldig voor alle soorten golven; licht, geluid, water …</p></li><li><p>analyseren wat er gebeurt wanneer golven op een obstakel botsen waardoor golffronten gedeeltelijk worden onderbroken</p></li></ul><p></p>
27
New cards

interferentie

  • twee of meer golven overlappen waardoor hun amplitudes worden gecombineerd

  • constructieve = versterking

  • destructieve = verzwakking

28
New cards

superpositie principe

  • golven optellen

    • de verschillen tussen de twee golven is een geheel aantal keer de golflengte

  • golven van elkaar aftrekken

    • de verschillen tussen de twee golven is niet een geheel aantal keer de golflengte

    • kan gedeeltelijk of geheel zijn

    • als het telkens oneven keer λ/2 dan zijn ze geheel uit fase

<ul><li><p>golven optellen</p><ul><li><p>de verschillen tussen de twee golven is een geheel aantal keer de golflengte </p></li></ul></li><li><p>golven van elkaar aftrekken </p><ul><li><p>de verschillen tussen de twee golven is niet een geheel aantal keer de golflengte </p></li><li><p>kan gedeeltelijk of geheel zijn</p></li><li><p>als het telkens oneven keer <span>λ/2 dan zijn ze geheel uit fase</span></p></li></ul></li></ul><p></p>
29
New cards

diffractie

  • golven buigen of verspreiden om obstakel of opening te passeren

  • leidt tot veranderingen in het golfpatroon

30
New cards

diffractie van lichtbundel

  • afwisselend heldere en donkere stroken

  • 1 en 3 in tegenfase + 3 en 5 in tegenfase; gevolg 2 en 4 ook in tegenfase = destructieve interferentie → donkere strook

  • 1 en 5 in fase = constructieve interferentie → lichte strook

<ul><li><p>afwisselend heldere en donkere stroken</p></li><li><p>1 en 3 in tegenfase + 3 en 5 in tegenfase; gevolg 2 en 4 ook in tegenfase = destructieve interferentie → donkere strook</p></li><li><p>1 en 5 in fase = constructieve interferentie → lichte strook</p></li></ul><p></p>
31
New cards

als W = breedte van de opening, dan zullen de opeenvolgende minima in intensiteit optreden onder de hoeken θ gegeven door

knowt flashcard image
32
New cards

resolutie

  • = onderscheidend vermogen

  • de kleinste afstand tussen twee punten die nog juist als gescheiden punten kunnen worden gezien

33
New cards

criterium Rayleigh

“twee puntvormige objecten kunnen nog juist van elkaar worden onderscheiden wanneer het centraal maximum van het diffractiepatroon van het ene voorwerp samenvalt met het eerste minimum van het diffractiepatroon van het andere voorwerp”

<p>“twee puntvormige objecten kunnen nog juist van elkaar worden onderscheiden wanneer het centraal maximum van het diffractiepatroon van het ene voorwerp samenvalt met het eerste minimum van het diffractiepatroon van het andere voorwerp”</p>
34
New cards

minimale hoek (θmin) onder de welke twee voorwerpen nog gescheiden kunnen worden gezien vanuit de opening

  • zelfde formule als bij intensiteit; n = 1.22

    • sinθ θ

<ul><li><p>zelfde formule als bij intensiteit; n = 1.22</p><ul><li><p>sin<span>θ </span>≈ <span>θ</span></p></li></ul></li></ul><p></p>
35
New cards

toepassing microscoop

  • s = 1.22 * (d/D) * λ

  • s = resolutie; minimale afstand tussen twee punten die nog juist gescheiden kunnen worden gezien

  • bij microscoop ligt d/D dicht bij 1 waardoor kleinste detail onder een microscoop ~afmetingen van golflengte van  het gebruikte licht

<ul><li><p>s = 1.22 * (d/D) * λ</p></li><li><p>s = resolutie; minimale afstand tussen twee punten die nog juist gescheiden kunnen worden gezien</p></li><li><p>bij microscoop ligt d/D dicht bij 1 waardoor kleinste detail onder een microscoop ~afmetingen van golflengte van &nbsp;het gebruikte licht</p><p></p></li></ul><p></p>
36
New cards

toepassing oog

  • noog = 1.36

  • pupilgrootte = 2,5 mm

37
New cards

transmissie (T)

  • T = I / I0

  • verhouding van de intensiteit van het doorgelaten licht tot de intensiteit van het invallende licht

  • vaak uitgedrukt in %

    • T(%)=T.100%

  • afh van golflengte invallende straling + aard en dikte van het medium

38
New cards

absorptie

  • = verhouding van de intensiteit van het opgeslorpte licht tot de intensiteit van het invallende licht

  • afh van golflengte invallende straling + aard en dikte van het medium

  • ≠ absorbantie (A) = maat voor absporptie

    • A = -log(T) = log(I0/I)

39
New cards

spectrometrie

  • analyse waarbij de golflengten van de stralen van een spectrum worden gemeten met spectrofotometer

  • steunt op selectieve lichtabsorptie door bepaalde materialen

  • monochromatische lichtbundel (gelijke λ)

  • intensiteitsvermindering = -ΔI

  • dikte = Δx

  • hoe groter μ, hoe meer absorptie

<ul><li><p>analyse waarbij de golflengten van de stralen van een spectrum worden gemeten met spectrofotometer</p></li><li><p>steunt op selectieve lichtabsorptie door bepaalde materialen</p><p></p></li><li><p>monochromatische lichtbundel (gelijke λ)</p></li><li><p>intensiteitsvermindering = -ΔI</p></li><li><p>dikte = Δx</p></li><li><p>hoe groter μ, hoe meer absorptie</p></li></ul><p></p>
40
New cards

wet Lambert-Beer

<p></p>
41
New cards

wet Lambert-Beer

knowt flashcard image
42
New cards

lasers

  • Light Amplificator by Stimulated Emission of Radiation

  • toestel dat een zeer intense monochromatische, coherente (=in fase), weinig divergerende lichtbundel produceert

  • werking; gestimuleerde emissie + populatie-inversie van energieniveau's

43
New cards

excitatie vs desexcitatie

  • excitatie = elektronen van grondtoestand (E0) naar aangeslagen toestand (Ea)

  • desexcitatie + uitsturen elektromagnetische straling (= foton) met bepaalde frequentie (f)

  • Ea - E0 = hf met h = cte Planck

    • λ = hc/(En+1 - En) → En+1 - En = hc/λ = hf

44
New cards

gestimuleerde emissie

  • excitatie

  • desexcitatie tot tussengelegen energieniveau = metastabiele toestand (Em)

  • EM-golf met E = Em - E0 → stimulatie terugkeer grondtoestand

  • elektron stuurt nu zelf (coherente) golf uit = gestimuleerde emissie

  • eindresultaat; 2 coherente golven

  • proces herhaalt zicht waardoor je uiteindelijk heel veel golven krijgt

<ul><li><p>excitatie</p></li><li><p>desexcitatie tot tussengelegen energieniveau = metastabiele toestand (E<sub>m</sub>)</p></li><li><p>EM-golf met E = E<sub>m</sub> - E<sub>0</sub> → stimulatie terugkeer grondtoestand</p></li><li><p>elektron stuurt nu zelf (coherente) golf uit = gestimuleerde emissie</p></li><li><p>eindresultaat; 2 coherente golven</p></li><li><p>proces herhaalt zicht waardoor je uiteindelijk heel veel golven krijgt</p></li></ul><p></p>
45
New cards

populatie-inversie van energieniveau's

  • toevoer energie = “optisch pompen” → groot aantal elektronen in geëxciteerde toestand (b)

  • vervallen naar metastabiele toestand

  • bevolking metastabiele toestand > bevolking grondtoestand = “populatie inversie” (c)

  • coherente EM-golven ontstaan door emissie → versterken elkaar → intense monochromatische coherente bundel = laserbundel (d) bij instandhouding optisch pompen

46
New cards

HeNe - laser

  • = een capillaire gasontladingsbuis gevuld met een mengsel van helium (90 %) en neon (10 %) voorzien van twee elektroden

  • λ = 633 nm

  • rood licht

47
New cards

HeNe - laser — werking

  • aanleggen hoogspanning → He in aangeslagen toestand

  • He zorgt voor het optisch pompen

  • inelastische botsingen met He → Ne in metastabiele toestand (20.66 eV)

  • verder verval (18.70 eV) ; verschil van 1.96 eV correspondeert met golflengte HeNe - laser (633 nm) = gestimuleerde emissie

  • (verval naar grondtoestand + spontane emissie)

<ul><li><p>aanleggen hoogspanning → He in aangeslagen toestand</p></li><li><p>He zorgt voor het optisch pompen</p></li><li><p>inelastische botsingen met He → Ne in metastabiele toestand (20.66 eV)</p></li><li><p>verder verval (18.70 eV) ; verschil van 1.96 eV correspondeert met golflengte HeNe - laser (633 nm) = gestimuleerde emissie</p></li><li><p>(verval naar grondtoestand + spontane emissie)</p></li></ul><p></p>
48
New cards

HeNe - laser — werking

  • uiteinden lasers 2 soorten spiegels

    • 100% reflectie

    • 99.5% reflectie

  • coherente EM-golven ontstaan door spontane emissie → versterken elkaar → intense monochromatische coherente bundel = laserbundel

<ul><li><p>uiteinden lasers 2 soorten spiegels</p><ul><li><p>100% reflectie</p></li><li><p>99.5% reflectie</p></li></ul></li><li><p>coherente EM-golven ontstaan door spontane emissie → versterken elkaar → intense monochromatische coherente bundel = laserbundel</p></li></ul><p></p>
49
New cards

medische toegepaste lasers — formules

  • energie

    • E = P*t

    • [J]

  • power densiteit of intensiteit

    • I = P/A

    • [W/cm²]

  • fluentie

    • F = I*t

    • [J/cm²]

50
New cards

gemiddelde power densiteit laser

  • 10 - 100 watt/s

  • fotocoagulatie; gebruik laser om bloedvaten te sluiten of te verwijderen

  • +50°C → denaturatie = structuur + functie proteïnen gaat verloren

51
New cards

hoge power densiteit laser

  • + 100 watt/s

  • + 100°C

  • fotovaporizatie; weefsel verwijderen door het te laten verdampen = gebruik laser als scalpel

52
New cards

Q-switch lasers

  • korte pulsen van nauwkeurig gekwantificeerd zeer intens laserlicht

  • zeer sterke populatieinversie

  • openen shutter → intense puls → depopulisatie van metastabiele toestand

53
New cards

medische toegepaste lasers — diagram

54
New cards

medische toegepaste lasers — types

  • argon laser

    • blauw/groen

    • melanine gepigmenteerde vlekken; wordt goed door melanine geabsorbeerd

  • dye laser (585 nm)

    • geel

    • wijnvlekken; wordt goed door oxyhemoglobine geabsorbeerd

    • lagere golflengte want capillaire golflengte; sterkere stralen kunnen trombose veroorzaken

  • ruby laser (684 nm)

    • rood

    • tattoo inkt

    • breed absorptiespectrum van λ > 600 nm

55
New cards

samenvatting

knowt flashcard image