Feodale stelsel
leenstelsel, leenheer leent zijn land uit aan de leenman, de leenman belooft trouw te blijven aan de leenheer
Karel de Grote
keizer van een groot rijk, dat hij bestuurde door middel van leenstelsels, christendom en vermenging van Germaanse culturen
perioden middeleeuwen
1 Vroege Middeleeuwen (500-1000)
2 Hoge Middeleeuwen (1000-1300)
3 Late Middeleeuwen (1300-1500)
standen middeleeuwen
1 geestelijken
2 adel
3 burgerij
theocentrisch wereldbeeld
samenleving waarin het Christelijke geloof centraal staat
Memento Mori
“gedenk te sterven”, het leven is een voorbereiding op de dood
Dodendans
dood is de gelijkmaker van de middeleeuwen, stand maakt niet uit
begin literatuurgeschiedenis
met mondeling overgedragen van verhalen, deze werden later ook opgeschreven en nog later door de boekdrukkunst konden verhalen zich snel verspreiden
Didactische literatuur
literatuur die meer gericht was op de burgerij
troubadours
schrijvers en componisten
minstrelen/jongleurs
brachten de teksten naar het publiek
gemeenschapskunst
allee middeleeuwse teksten behoorden tot de gemeenschap en niet Ă©Ă©n individu
scriptorium
de plek waar monniken schreven
codex/handschrift
een boek dat met de hand is overgeschreven
incunabel
boek dat is gedrukt, maar nog wel de schrijfletters bevat
Voorhoofse ridderroman
ookwel Frankische roman, karelroman en chansons de geste. onderwerpen zij de avonturen van keizer Karel de Grote
→ veel strijd en bloed
→Karel de Grote staat centraal
→ vrouwen hebben beperkte inspraak
→ ridderlijke idealen (moed, trouw, dapperheid)
epische concentratie
zoveel avonturenverhalen dat de persoon ze nooit allemaal kan hebben meegemaakt
Hoofse ridderroman
ridder voeren heldendaden uit voor een onbereikbare geliefde vrouw
→ Britse- en Keltische romans
→ Oosterse romans
→ Klassieke romans
Britse- en Keltische romans
verhalen over de avonturen van koning Arthur en de ronde tafel
Oosterse romans
verhalen over kruisridders die naar het oosten gingen om mensen te bekeren tot het christendom
Klassieke romans
verhalen over de klassieke oudheid
Dierenepos (genre)
een verhaal over dieren met menselijke eigenschappen
satire
een tekst waarin bepaalde verschijnselen belachelijk worden gemaakt
Parodie
een tekst waarin een bepaalde soort tekst op spottende wijze wordt nagebootst
Ballade
een verhalend gedicht met veel herhalingen, verhalen met somber thema en gerelateerd aan oude sprookjes
Elegie
ookwel klaagzang, een gedicht geschreven naar aanleiding van de dood van iemand, maar waar ook gevoelens van wanhoop worden uitgesproken
leken
mensen zonder een opleiding of studie
Geestelijk toneel
priesters die korte scènes optreden, met als doel oproepen tot gehoorzaamheid aan het geloof
mysteriespelen
mirakelspelen
moraliteiten
mysteriespelen
door middel van dialogen of zang wordt een gebeurtenis uit de bijbel verbeeld
mirakelspelen
waarin door Maria of een andere heilige een wonder plaatsvindt
moraliteiten
waarin een bepaalde levensles of geloofwaardigheid wordt verkondigd
wereldlijk toneel
inhoud minder godsdienstig en toevoeging van andere elementen
abele spelen
softernieën
abele spelen
toneel over de hoofse liefde
softernieën/kluchten
toneel waarin veel grappen worden gemaakt