frans signaalwoorden

blz. 103 t/m 106

à la fois

tegelijkertijd

au fond

eigenlijk

d'ailleurs

trouwens

du reste

trouwens, overigens

en résumé

samenvattend

par ailleurs

trouwens

proprement dit

eigenlijk

quant à

wat betreft

tantôt ... tantôt

nu eens ... dan weer

toujours est-il que

zoveel is zeker dat

à juste titre

terecht

avec raison

met reden

bien sûr

natuurlijk

certainement

natuurlijk, vanzelfsprekend

certes

zeker

effectivement

inderdaad

en effet

inderdaad

évidemment

natuurlijk, vanzelfsprekend

naturellement

natuurlijk, vanzelfsprekend

sans doute

waarschijnlijk

à l'aide de

met behulp van

afin de

om (te), opdat

afin que

om (te), opdat

pour que

opdat

d'autant plus que

temeer daar

davantage

meer

de même

zelfs

en fait

eigenlijk

même

zelfs

non seulement ... mais aussi

niet alleen ... maar ook

non seulement ... mais encore

niet alleen ... maar ook

notamment

vooral, in het bijzonder

particulièrement

in het bijzonder, vooral

surtout

vooral

voire

zelfs

il se peut

het kan (zijn)

peut-être

misschien

possible

mogelijk

probable(ment)

waarschijnlijk

ainsi

zo

alors

dus

bref

kortom

de cette façon

op die manier, aldus

de sorte que

zodat

donc

dus

enfin

ten slotte

en fin de compte

uiteindelijk

en somme

kortom, samengevat

il en résulte que

hieruit volgt dat

or

welnu

par conséquent

dientegevolge, als gevolg daarvan

si bien que

zozeer dat

à cause de

vanwege

aussi (begin zin)

dan ook

car

want

c'est pourquoi

daarom

c'est- à- dire

dat wil zeggen

c'est pour cela que

daarom

c'est pourquoi

daarom, dat komt omdat

c'est que

daarom, dat komt omdat

comme (begin zin)

daar, omdat, aangezien

par exemple

bijvoorbeeld

plus que

meer dan

d’autant plus que

temeer omdat, zeker omdat

en effet

inderdaad

grâce à

dankzij

parce que

omdat

puisque

omdat, immers, aangezien, daar

suite de

ten gevolge van

à l’inverse

omgekeerd

alors que

terwijl (met tegenstelling)

au contraire

daarentegen

au lieu de

in plaats van

à moins que

tenzij

bien que

hoewel

cependant

toch, echter, evenwel

d’un côté … d’un autre côté

enerzijds … anderzijds

d’une part … d’autre part

enerzijds … anderzijds

en revanche

daarentegen

il est vrai que … mais

weliswaar, maar

loin de

verre van

mais

maar

malgré

ondanks

néanmoins

niettemin

on a beau (+ hele ww)

hoe … ook, hoewel

par contre

daarentegen

pourtant

toch, echter, evenwel

quand même

toch, echter, evenwel

quoique

hoewel

si (+ alle tijden)

ook al, hoewel

sinon

zo niet

soit … soit

hetzij … hetzij

tandis que

terwijl (met tegenstelling)

tout de même

toch, echter, evenwel

toutefois

toch, echter, evenwel

ainsi

zo, op die manier

de cette façon

aldus, op die manier

autant … que

evenals, evenzeer als