1/49
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
sur
op
sous
onder
en bas de
onderaan, beneden
en haut de
bovenaan, boven
au-dessus de
boven, bovenaan
en dessous de
onder, onderaan
tôt
vroeg
tard
laat
partout
overal
nulle part
nergens
la ville
de stad
la campagne
het platteland
le bonheur
het geluk
le malheur
het ongeluk
la force
de kracht
la faiblesse
het zwakke punt
l’équilibre
het evenwicht
le déséquilibre
het onevenwicht
la mésaventure
het ongelukkig voorval
juste
rechtvaardig
injuste
onrechvaardig
poli
beleefd
impoli
onbeleefd
large
breed
étroit
smal
lisible
leesbaar
illisible
onleesbaar
courageux
moedig
lâche
laf
bête
dom
tendre
zacht
dur
hard
plein
vol
faible
zwak
vide
leeg
mouillé
nat
sec
droog
foncé
donker
proche
dicht
lointain
ver
la poitrine
de borstkas
le sein
de borst
le coude
de elleboog
le ventre
de rug
le dos
de buik
le poignet
de pols
les fesses
de billen
le genou
de knie
le mollet
de kuit
la cheville
de enkel