Kaarten: Parler d'un job d'étudiant (liste de vocabulaire) | Quizlet
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/115
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
116 Terms
de advertentie
l'annonce
het voordeel
l'avantage (m)
de kandidaat
le candidat, la candidate
de klant
le client, la cliente
het bedrijf
l'entreprise
de ervaring
l'expérience
de winkel
le magasin
het avonturenpark
le parc d'aventures
de baas
le patron
de sociale media
les réseaux sociaux
het loon, het salaris
le salaire
de taak
la tâche
de fabriek
l'usine (f)
de schoolvakantie
les vacances scolaires (f)
zwaar
dur/e
vervelend
ennuyeux, ennuyeuse
vermoeiend
fatigant/e
verantwoordelijk (voor)
reponsable (de)
oprecht
sincère
(on)nuttig
(in)utile
sparen
épargner
geld verdienen
gagner de l'argent
leveren
livrer
kiezen voor
opter pour
voorstellen
proposer
met behulp van
à l'aide de
op zoek naar
à la recherche de
het interimkantoor
l'agence d'intérim (f)
het contract van (on)bepaalde duur
le contrat de durée (in)déterminée
het nadeel
le désavantage
het sollicitatie gesprek
l'entretien d'embauche
de interesses
les intérêts (m)
de studentenjob
le job d'étudiant
de jobstudent/e
le/la jobiste
de arbeidsmarkt
le marché de l'emploi
de jobaanbieding
l'offre d'emploi
de proefperiode
la période d'essai
meerderjarig
majeur, majeure
minderjarig
mineur, mineure
aanraden (te)
conseiller (de)
raadplegen
consulter
aanwerven, in dienst nemen
engager
aanwerven, recruteren
recruter
in de buurt
dans les environs
een job in de wacht slepen
décrocher un job
de receptie / het onthaal
l'accueil (m) / la réception
de kinderbijslag
les allocations familiales (f)
de job
le boulot
de balie
le comptoir
het verlof
le congé
het (arbeids)contract
le contrat (de travail)
de bediende
l'employé, l'employée
werkgever
l'employeur (m)
het werkschema, het uurrooster
l'horaire
de werkdag
le jour ouvrable
de feestdagen
les jours fériés (m)
de taak, de opdracht (job)
la mission
de bedrijfswereld
le monde de l'entreprise
de arbeider, de arbeidster
l'ouvrier, l'ouvrière
de kmo
la PME
het arbeidsregelement
le règlement de travail
de vergoeding, bezoldiging
la rémunération
het inkomen
le revenu
de loontrekkende
le salarié, la salariée
veeleisend
exigeant/e
verplicht
obligatoire
werken
bosser (fam.)
uitvoeren
effectuer
babysitten
faire du babysitting
beheren
gérer
ontslaan
licencier
halftijds
à mi-temps
deeltijds
à temps partiel
voltijds
à temps plein
in de animatie werken
travailler dans l'animation
de troef
l'atout (m)
spannend
captivant/e
teleurstellend
décevant/e
beschikbaar
disponible
getalenteerd
doué/e
dynamsich
dynamique
efficiënt
efficace
gemotiveerd
motivé/e
professioneel
professionnel/le
redelijk
raisonnable
sociaal (personen)
sociable
ijverig, werklustig
travailleur/travailleuse
een teamspeler zijn
avoir l'esprit d'équipe
de onthaalmedewerker
l'agent/e d'accueil
de poetshulp
l'agent/e d'entretien
de keukenhulp
l'aide en cuisine (m/f)
de animator, de animatrice
l'animateur, l'animatrice
de barman, de barvrouw
le barman, la barmaid
de koerier
le coursier, la coursière
de administratief bediende
l'employé administratif, l'employée administrative
de bezorger, de bezorgster
le livreur, la livreuse
de magazijnier(ster) (in een supermarkt)
le magasinier, la magasinière (de supermarché)
de monitor, de monitrice
le moniteur, la monitrice
de orderpicker
le préparateur de commandes, la préparatrice de commandes
de receptionist/e
le réceptionniste, la réceptionniste
Note 
Flashcards (31)