Looks like no one added any tags here yet for you.
Blaas
Bestaat uit drie lagen:buitenlaag (los bindweefsel), middenlaag (musculus detrusor), en binnenste slijmvlies (overgangsepitheel).
Urethra man
Langer en breder, dient voor mictie en voortplanting, met een dunne buis.
Urethra vrouw
Korter, urethra-opening onder vrijwillige controle, met een buitenste spierlaag (dwarsgestreept en glad) en binnenste slijmvlies.
Mictie bij kinderen
Onwillekeurig door rekreceptoren die prikkels naar de ruggengraat sturen, resulterend in een spinale reflex.
Mictie bij volwassenen
Spinale reflex, maar ook aangeleerde controle van externe urethrasfincter en bekkenbodemspieren.
Interne kringspier
Glad en onwillekeurig.
Externe kringspier
Dwarsgestreept en willekeurig.
Urineweginfecties (UWI)
Ontsteking van de urinewegen door micro-organismen.
Risicofactoren UWI
Vrouwen hebben een hoger risico door kortere urethra; andere factoren zijn seksuele activiteit en verzwakt immuunsysteem.
Etiologie UWI
Meestal veroorzaakt door bacteriën.
Symptomen UWI
Dysurie, aandrang, pijn in de onderbuik; pyelonefritis kan flankpijn veroorzaken.
Diagnostiek UWI
Anamnese en urineonderzoek.
Behandeling UWI
Gezonde patiënten kunnen expectatief worden behandeld, anderen krijgen antibiotica.
Urine-incontinentie
Ongewenst verlies van urine.
Stressincontinentie
Verlies van urine bij inspanning, vaak door zwakte van bekkenbodemspieren.
Urgency-incontinentie
Plotselinge aandrang om te plassen, vaak door leeftijd of neurologische aandoeningen.
Micro-organismen
Ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, schimmels, parasieten en protozoën.
Commensalen
Micro-organismen die in harmonie met ons leven en bijdragen aan functies zoals spijsvertering.
Opportunistische pathogenen
Normaal goedaardige micro-organismen die ziekten veroorzaken bij een verzwakt immuunsysteem.
Bacteriën
Prokaryoten met een andere celopbouw dan eukaryoten, zonder celkern.
Indeling bacteriën
Op basis van vorm (bacillen, kokken, spirocheten), celwand (grampositief, gramnegatief) en zuurstofbehoefte (aerobe, anaerobe).
Nosocomiale infecties
Infecties opgelopen in zorginstellingen, vaak door zorgverleners of apparatuur.
Antimicrobieel geneesmiddel
Geneesmiddel dat werkt tegen bacteriën, zoals antibiotica.
Breedspectrum antibiotica
Werkt tegen veel soorten bacteriën, gebruikt als blinde therapie.
Smalspectrum antibiotica
Gericht op specifieke bacteriën, pas gegeven na identificatie van de ziekteverwekker.
Resistentieontwikkeling
Bacteriën kunnen muteren en resistentie ontwikkelen tegen antibiotica, wat wereldwijde gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
Anti-virale middelen
Medicatie tegen virussen
Antimycotica
Medicatie tegen schimmels
Anthelminthica
Medicatie tegen worminfecties
Campylobacter-soorten
Gastro-enteritis
Chlamydia trachomatis
Chlamydia
Clostridium tetani
Tetanus
Clostridium difficile
Colitis met ernstige diarree
Escherichia coli
Urineweginfecties
Colitis
Haemophilus inflenzae type B
Pneumonie
Meningitis
Helicobacter pylori
Ulcus pepticum (maagzweer)
Neisseria gonnorrhoea
Gonorroe
Neisseria meningitidis
Meningokokkenziekte (meningitis, sepsis)
Pseudomonas aeruginosa
Pneumonie
Sepsis
Salmonella-soorten
Gastro-entritis
Staphylococcus aureus
Huid- en wondinfecties
Toxisch shock syndroom
Streptokokken-soorten
Keelinfecties
Roodvonk
Huidinfecties
Streptococcus pneumoniae
Pneumonie
Meningitis