1/15
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
capere
(in)nemen (capio)
accipere
ontvangen, vernemen (accipio)
incipere
beginnen (incipio)
cupere
verlangen, graag willen (cupio)
facere
maken, doen (facio)
interficere
doden (interficio)
fugere
(ont)vluchten (fugio)
iacere
werpen (iacio)
abicere
wegwerpen, neerwerpen (abicio)
rapere
grijpen, roven (rapio)
corripere
vastgrijpen, meesleuren (corripio)
eripere
wegrukken (eripio)
-spicere
kijken (-spicio)
adspicere
aankijken (adspicio)
conspicere
bekijken , bemerken (conspicio)
respicere
omkijken, rekening houden met (respicio)