NATW: Magnetische verschijnselen

Permanente magneet

Een voorwerp dat uit zichzelf magnetische krachtwerking heeft, altijd aanwezig zonder voorwaarden.

Magnetische polen

Elke magneet heeft een noord- en zuidpool; gelijke polen stoten elkaar af en verschillende polen trekken elkaar aan.

Magnetisch veld

Een veld dat rondom een magneet bestaat, dat kracht uitoefent op afstand.

U-magneet

Een type magneet waarbij de veldlijnen van de noord- naar de zuidpool lopen; meer veldlijnen betekent een sterker magnetisch veld.

Ferromagnetische materialen

Materialen zoals ijzer en nikkel die worden aangetrokken door magneten.

Aardmagnetisme

De magnetische noord- en zuidpool van de aarde veranderen van plaats, wat helpt bij het beschermen tegen schadelijke UV-stralen.

Tweede rechterhandregel

Een methode om de richting van stroom, veldlijnen en kracht in een spoel te bepalen.

Lorentzkracht

De kracht van een magnetisch veld op een bewegende lading, staat loodrecht op de stroom en veldlijnen.

Inductiestroom (I)

De stroom die ontstaat in een spoel door een veranderend magnetisch veld.

Generator

Een apparaat dat mechanische energie omzet in elektrische energie via inductiespanning.

Magnetische influentie

Het tijdelijk verkrijgen van magnetische eigenschappen door een niet-magnetisch voorwerp in contact met een magnetisch voorwerp.

Magnetische veldlijn

Een denkbeeldige lijn die het verloop van het magnetisch veld aantoont; sterker waar lijnen dichter bij elkaar staan.

Elektromagnetisme

Het fenomeen waarbij elektrische stroom een magnetisch veld produceert, dat stopt als de stroom uitgeschakeld wordt.